Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 380 van 1112

...  368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393  ...
[5] Wanneer dat bij de mensen eenmaal te algemeen begint te worden, erbarmt God zich over hen en stuurt hun altijd op het juiste moment mensen die hen wakker schudden. Maar als die met hun werk beginnen, worden de vele trage mensen razend op hen, gaan hen te lijf, mishandelen en wurgen hen zelfs in hun blinde woede om weer verder te kunnen slapen in de traagheid, die hun vlees zo behaagt.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als de mensen zich bekeren en weer actief worden volgens de goddelijke raad, neemt God de plagen spoedig weer weg; maar wanneer zij zich er niet aan storen, heeft God nog wel grote wekkende middelen in voorraad, en die zien er dan uit als de zondvloed van Noach en de verwoesting van Sodom en Gomorra!
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar opdat niemand zich ooit zal kunnen verontschuldigen door te beweren dat hij niet heeft geweten waarin de ware hemel dan wel bestaat, zal Ik jullie omwille van het volk in beelden tonen, waarin de ware hemel overal in de hele oneindigheid en hier op deze aarde, in en boven alle sterren, overal op dezelfde manier bestaat. Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Wat kan jullie het welgevallen van God schelen, aan wie jullie nog nooit hebben geloofd? Belangrijk is voor jullie alleen jullie eer voor de wereld, omdat die jullie veel goud, zilver en edelstenen oplevert, en ook nog het eerste en het beste van alles wat het land opbrengt. Want als jullie aan God zouden geloven, zouden jullie je ook aan Zijn wetten houden, waarin staat: 'Je zult niet verlangen wat van je naaste is!' en: 'Je zult niet doden! ' Maar jullie verlangen en nemen meteen alles wat van jullie naaste is en wat hij zich in het zweet van zijn aangezicht heeft verworven. En wie jullie niet wil geven wat jullie verlangen, vervolgen jullie nog erger dan hongerige wolven een lam; en degene die jullie, omdat hij daartoe door God is opgewekt, waarschuwt dat jullie onjuist handelen, wordt door jullie gegrepen en gedood.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Nadat ze dit besluit hadden genomen, richtten ze zich weer tot Mij, in een soort goedmoedigheid, omdat ze zeer bevreesd waren voor het volk, en vroegen (de Farizeeën) Mij: 'Van een meester, die zo buitengewoon goed thuis is in de Schrift zouden we ook nog graag willen horen, waaruit eigenlijk het rijk Gods zal bestaan, dat ons ontnomen en aan de heidenen gegeven zal worden en bij hen de gewenste vrucht zal dragen. Wat is eigenlijk het rijk Gods? Wat versta je daaronder? Is het de hemel, waar alle gelovigen hopen te komen na de dood van hun lichaam of bestaat het al ergens op deze aarde, wat volgens jouw woorden het geval schijnt te zijn, omdat het anders niet aan de heidenen gegeven zou kunnen worden. Er kan van hen in de ware geestelijke hemel toch geen sprake zijn, want er staat nergens geschreven dat ook de duistere heidenen ooit in Gods hemel opgenomen zullen worden? Deze woorden kwamen ons uit jouw profetenmond een beetje raadselachtig voor, waarom wij je verzoeken om ons dit nader te verklaren! ,
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Toen de tafels nu op deze manier vol waren, kwam de koning de grote eetzaal binnen om de gasten te zien. Daar zag hij iemand die in de verste verte niet voor een bruiloft gekleed was, terwijl toch alle anderen, toen ze werden uitgenodigd, snel naar huis waren gegaan om zich vlug zo goed mogelijk mooi te maken voor de bruiloft.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen vroeg de koning aan de knechten: 'Waarom heeft die man daar zich niet mooi aangekleed voor de bruiloft om mijn ogen te verkwikken en de vele andere gasten geen ergernis te geven?'
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar de knechten zeiden: 'O machtige koning, hij is een van degenen die het eerst zijn uitgenodigd en niet wilden komen. Toen we nu voor de derde keer mensen gingen uitnodigen, troffen we hem ook op straat aan, nodigden hem nogmaals uit en raadden hem aan om zich ook mooi te kleden voor de bruiloft. Maar hij zei: ' Ach waarom! Ik ga vanwege de bruiloft niet alle mogelijke moeite doen, ik ga erheen zoals ik ben.' En zoals wij hem op straat aantroffen, ging hij dan ook met de andere gasten mee naar de bruiloft en wij hielden hem ook niet tegen, omdat wij van U daar geen recht toe hadden.'
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen de koning dat van de knechten hoorde, ging hij naar degene toe die geen bruiloftskleed aanhad en hij zei tegen hem: 'Hoe kon je nu hier naartoe komen zonder een bruiloftskleed aangetrokken te hebben? Zie, de tafels zijn nu vol bezet met arme mensen, van wie een deel slecht en maar een heel klein deel goed is; maar allen hebben zich zo mooi gekleed dat mijn oog nu echt behagen in hen schept! Jij was de eerste keer al uitgenodigd en wilde geen gehoor geven aan de uitnodiging; en nu bij de derde, algemene uitnodiging heb je je er toch toe laten bewegen om binnen te komen, maar wel zonder je ook maar enigszins mooi voor de bruiloft te kleden, terwijl je toch vermogend genoeg bent om een bruiloftskleed te bezitten. Waarom heb je me dan deze schande aangedaan?
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Na deze vragen werd de man erg stuurs tegen de koning, hij wilde zich ook niet eens verontschuldigen en de koning om vergeving vragen, maar hij bleef zwijgen en gaf geen enkel antwoord, ofschoon de koning hem eerder wel als vriend had aangesproken.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zeg jullie echter hiermee dat God door Zijn gewekte knechten ook velen van jullie heeft uitgenodigd en geroepen voor het ware rijk Gods, maar uitverkoren zijn slechts weinigen; want de eerste keer wilden ze helemaal geen gevolg geven aan de uitnodiging, daarna verzetten zij zich er tegen -zoals dat nu het geval is -, en toen voor de derde keer ook alle heidenen voor de bruiloft uitgenodigd werden en zij zich mooi maakten en naar de bruiloft kwamen, kwam er van degenen die het eerst uitgenodigd waren slechts één in een kleed dat niet geschikt was voor het bruiloftsfeest, en deze ene is het beeld van jullie starheid van geest, die jullie in de diepste duisternis en nood van de wereld zal werpen. En daarom zullen er zich onder degenen die van het begin geroepen zijn, slechts weinigen bevinden die uitverkoren zijn en zo zal het ware rijk Gods van jullie afgenomen en aan de heidenen gegeven worden; maar jullie zullen in je diepe wereldse duisternis zoeken, twisten en strijden en zullen het nu verloren en van jullie geweken rijk Gods niet meer vinden tot aan het einde van de wereld.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Het ware en levende rijk Gods echter komt niet met uiterlijk vertoon en bestaat daar ook niet uit, maar het bevindt zich in het innerlijk van de mens; want voor de mens die het niet in zich heeft, bestaat het ook eeuwig niet en ook nergens in de hele oneindigheid.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En het rijk Gods in de mens is daarin gelegen dat hij zich aan de geboden van God houdt, en van nu af aan gelooft aan Hem die in Mij naar jullie is gezonden.
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Waarlijk, Ik zeg jullie: Wie aan Mij gelooft en handelt volgens Mijn woord, heeft het eeuwige leven in zich en daarmee ook het rijk Gods; want Ikzelf ben de Waarheid, het Licht, de Weg en het eeuwige Leven!
Hoofdstuk 195: De gelijkenis van de koning en zijn bruiloftsmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen zij dat hoorden verbaasden ze zich over Mijn wijsheid en zeiden tegen de priesters: 'Deze wijze moeten jullie zelf maar op de proef stellen want wij zijn niet opgewassen tegen zijn wijsheid!'
Hoofdstuk 196: De vraag naar de belastingpenning - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  368 - 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393  ...