17481 resultaten - Pagina 381 van 1166
... 369 - 370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 ...
[5] IK zei: 'Ben Ik dan lichamelijk niet even goed iets miniems vergeleken bij de grootte van de hele schepping die jullie nu getoond is?! En toch overtreft Mijn geest deze eindeloos!'Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Ja, bij U al heel zeker; maar waar blijft mijn geest daarbij vergeleken?'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Kijk, al heeft de jullie onthulde aanblik van de natuurlijke grootte van Mijn schepping je ook in het niets samengedrukt, dan zeg Ik je toch, dat de kleinste in Mijn rijk in alles onvergelijkbaar groter zal zijn dan dat wat je nu zo eindeloos groot voorkomt! - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen haalden allen weer opgelucht adem en zij waren blij, dat Ik hen uit het niets dat hen allen verpletteren wilde, door Mijn laatste uitleg weer wat meer bestaan gegeven had.
Hoofdstuk 247: De Heer als Heiland van de grote wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'O, zeer zeker, -zij weten er al heel wat van! Het wordt al gauw dag en dan zullen jullie daartoe genoeg gelegenheid vinden. Maar nu moet ieder van jullie dat wat hij nu gehoord heeft eens goed overdenken en het nauwgezet onthouden voor hen die hij in Mijn naam zal toespreken!
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Deze dubbelzonnen hebben echter in ieder zonnengebied een heel belangrijke functie, want zij zijn de natuurlijke regelaars van de bewegingen van de andere enkele, planetaire zonnen en de verdelers van de bekende voedingsstof voor een heel zonnengebied, en zij zijn zo verdeeld, dat er op iedere zevenhonderd tot duizend enkele zonnen een zo' n dubbelzon voorkomt. Maar in Mijn rijk zullen jullie dat alles overduidelijk leren kennen, want hier is alle kennis daarvan slechts onbeduidend stukwerk.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Zoals een gevangene zich uitermate zal verheugen over zo'n genade, zo en nog veel meer zal een geestelijk wedergeboren mens zich verheugen, als Mijn engel bij hem zal komen en zal zeggen: 'Onsterfelijke broeder, sta op uit je kerker, trek het lichtende kleed van Gods eer aan, kom mee en wees voortaan vrij en zelfstandig in het overvloedige, eeuwige leven voor het aangezicht van God, wiens grote liefde je deze grote genade bewijst. Want van nu af aan zul je nooit meer zo'n zwaar, sterfelijk lichaam hoeven te dragen!'
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Denken jullie soms dat een ziel droefheid zal voelen als Mijn engel zo tot haar zal komen?'
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Wel, voor dergelijke mensen, die bovendien hun leven erg liefhebben, kan de lichamelijke dood best iets heel verschrikkelijks zijn; maar ons en vooral vanaf nu, nu wij door U, als de Heer van al het leven, het grootste vertrouwen hebben met betrekking tot de ziel en haar eeuwige voortbestaan na de dood van het lichaam -kan de dood geen angst meer aanjagen, vooral als daar geen al te grote lichamelijke pijn aan vooraf gaat, waardoor het lichaam ten dode gemarteld en gekweld wordt. Maar ook dan moet de komst van de cipier die de deur van de harde gevangenis opent, beslist heel welkom zijn! -Dat is zo mijn mening en ook mijn vaste geloof; een ander kan denken en geloven wat hij wil!'
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Als je veel hebt, kun je zoals gezegd ook veel geven. Heb je het met vreugde en veel vriendelijkheid gegeven, dan heb je de arme dubbel gegeven. Als je zelf echter niet veel hebt, maar toch je nog armere naaste ook van dat weinige met vreugde en vriendelijk een deel hebt gegeven, dan heb je tienvoudig gegeven, en dat zal je ook aan gene zijde vergoed worden. Want wat je in Mijn naam doet voor de armen, is even goed als wanneer je het voor Mijzelf had gedaan.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als de mens het woord van God hoort, begint in zijn ziel de ochtend te gloren. Als hij het gehoorde gelooft en daarop vertrouwt, wordt het reeds lichter in hem. Hij begint dan steeds meer vreugde in de leer te scheppen en handelt daar dan ook naar. Zijn daden worden dan net als die lieflijke ochtendwolkjes rood getint door de liefde, waardoor het steeds lichter en lichter wordt in de mens. Door die vreugde van de mens in het goede en ware uit God komt hij tot een steeds duidelijker kennen van God en zijn hart ontvlamt in volle liefde tot God, en dat lijkt precies op dit morgenrood dat nu al stralend helder is. De inzichten over God en daardoor ook over zichzelf en zijn grote roeping breiden zich op gelijke wijze uit als het morgenrood, dat nu al zo helder geworden is dat daardoor om ons heen alle mooie gebieden van de aarde duidelijk zichtbaar worden.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Een dicht bij Mij staande Romein zei: 'Heer, wie zal er in dat geval nog droefheid kunnen voelen? Dat zul je beslist alleen maarbij die wereldse mensen aantreffen, die in eigenliefde en zelfzucht leven en in de grootste onwetendheid van God en van hun ziel. Want die weten niets van een leven van de ziel na de dood van hun lichaam, en ook al hebben zij daar ooit iets over gehoord, dan geloven zij het niet, zoals veel van zulke mensen mij maar al te goed bekend zijn. Ik ben tot nu toe slechts een heiden, en uiterlijk gezien ben ik het nog steeds, maar aan de onsterfelijkheid van de menselijke ziel heb ik reeds vanaf mijn jeugd geloofd, en nadat ik verschijningen had gehad, stond het leven van de ziel na de dood van het lichaam voor mij volkomen vast. Maar als je dat aan andere, wereldse mensen vertelt, lachen zij erom, halen hun schouders op en houden uiteindelijk alles voor het werk van een levendige fantasie en verbeeldingskracht.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Als je echter bij iedere gift en edele daad wilt weten of en hoe Ikzelf daaraan een welgevallen heb, kijk dan slechts naar het gezicht van degene die je in Mijn naam, zoals Ik dat nu heb uitgelegd, iets goeds hebt bewezen, want daaraan zul je de ware graad van Mijn waardering helder en duidelijk zien.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Je idee en je wil zijn goed, maar Mijn idee en Mijn wil zullen hier nog beter zijn! Waarom geld uitgeven voor iets wat men geheel rechtmatig ook zonder geld kan krijgen en in bezit kan nemen? Ben je het daar niet mee eens? Zulke mensen nog winst bezorgen, zou betekenen dat je hen in hun kwaad nog aanmoedigt. Maar als zij meer van dit soort ervaringen zullen opdoen, kijken zij wel uit om nog langer hun toevlucht te nemen tot zo'n onmenselijke manier om geld te verdienen.'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Onze slavenhandelaars komen met hun waar uit die streken, en dat nu al voor de zevende keer, hoewel pas voor het eerst naar Jeruzalem, omdat zij gewoonlijk hun waren hetzij in Lydië, Capadocië, ook wel in Tyrus en Sidon, of ook in Damascus hebben verkocht. Dit keer hebben zij zich naar Jeruzalem gewaagd en ook nu zouden zij niet hierheen gekomen zijn als Mijn wil hen niet daartoe had aangezet.
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)