Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 382 van 1112

...  370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395  ...
[4] Daarom heeft God de mens geboden gegeven voor het heil van hun ziel. Als hij die opvolgt, zal hij leven en eeuwig gelukkig zijn; maar als hij ze helemaal niet wil opvolgen, zal alleen hijzelf zich daarvoor straffen. Want God heeft eenmaal een geheel vaste en onveranderlijke orde ingesteld, zonder welke het bestaan van geen enkel schepsel denkbaar is. Deze orde heeft Hij de vrije mens door vele openbaringen getrouw bekendgemaakt en de mens moet zich daar volgens zijn geheel vrije wil naar richten, laten leiden en ontwikkelen. Doet de mens dat, dan zal hij zichzelf vervolmaken volgens Gods wil en een vrij, zelfstandig, op God gelijkend wezen worden, dat is toegerust met alle goddelijke liefde, wijsheid, macht en kracht; en daardoor zal hij dan het ware kindschap van God erven. Dit kan hij onmogelijk op een andere manier verwerven dan via de wegen die hem te allen tijde hoogst getrouw zijn meegedeeld, ten behoeve van dit allerhoogste doel.
Hoofdstuk 201: De Heer kalmeert het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Was ook hier niet weer de kwade wil van de mensen die satan die hen in een vaak ondraaglijke ellende heeft gestort? God heeft de men;en in de meest uiteenlopende delen van de wereld er vaak lang genoeg voor gewaarschuwd een mens als koning te kiezen en die met alle aardse macht uit te rusten. Hij liet hun alle slechte gevolgen zien die eruit zouden voortkomen; maar de mensen sloten hun hart en hun oren voor de stem van God en hebben alleen zelf hun ellende veroorzaakt! En wat ze zelf veroorzaakt hebben, moeten ze nu dan ook op zich nemen!
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ja, als een heel volk nu eensgezind tot God zou smeken, of Hij het weer zou willen leiden, besturen en regeren zoals dat in het begin het geval was, waarlijk, dan zou God het ernstige smeken van een volk niet onverhoord laten! Maar omdat diezelfde koningen altijd te veel gunstelingen aan hun zijde hebben en het volk, dat het anders wil, geen vrijheid gunnen en het ook meestal van de wieg af aan laten vormen en opvoeden ten gunste van de koning, voelt het volk wel de druk van de koning, maar het weet niet waar het om hulp moet vragen. Want de machthebbers hebben vanaf het begin van hun heerschappij ingezien, dat een door God verlicht volk zich spoedig weer van hen zou losmaken.
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Daar was Agricola uitermate verheugd over, omdat hem daarmee een grote zorg en veel werk was afgenomen. De jonge mensen begroetten Mij nu in de joodse taal en begaven zich toen op Mijn aanwijzing naar hun tenten, waar ook voor hen de tafels goed waren voorzien.
Hoofdstuk 204: De Heer met de Zijnen op de Olijfberg Uit de jongelingsjaren van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen de Farizeeƫn dit verhaal beƫindigd hadden, vertelden ook Johannes, Jacobus en ook de andere leerlingen het een en ander uit Mijn jeugd', en Jacobus gaf zelfs het verhaal ten beste over de wonderbaarlijke wijze waarop Maria zwanger was geworden, over Mijn geboorte en vlucht naar Egypte en Mijn driejarig verblijf aldaar, en ook veel van wat zich daar allemaal had afgespeeld, waarover allen hoogst verbaasd waren. Velen benijdden nu Jacobus om het geluk dat hij al die tijd bij Mij had kunnen zijn.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Kijk vriend, jullie wetten zijn allemaal goed en waar; maar ze moeten ook in de geest van de innerlijke waarheid worden opgevat en dan pas in het leven toegepast worden! Wie zich alleen aan de letter van de wet bindt, bevindt zich nog ver van de weg der waarheid. Toen je in Egypte was werkte je wel voor ons heidenen, terwijl je desondanks een heel zuivere jood bleef. Waarom zou je nu dan onzuiver worden?
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik verrichtte als klein jongetje waarlijk grote tekenen om de mensen kenbaar te maken, dat Ik als Heer uit de hemelen naar deze wereld ben gekomen; maar in de loop der tijd hechtten de mensen er niet zoveel waarde meer aan en ergerden zich zelfs als Ik voor hun ogen een teken verrichtte. Maar toch ben Ik Dezelfde gebleven die Ik ben en zal voor de mensen weer tekenen verrichten om hun kenbaar te maken dat Gods rijk nabij gekomen is. Wanneer Ik dat echter zal doen, zal door Mijzelf te juister tijd bepaald worden. Heil degene die aan Mij zal geloven en zich niet aan Mij zal ergeren!
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar deze Griek is vol goed geloof en een vriend van het innerlijke ware levenslicht, die zich er ook niet aan ergert als Ik een teken voor hem doe; daarom is het dan toch ook heel begrijpelijk, waarom Ik Me tegenover hem heel anders gedraag dan ten opzichte van die duistere joden.
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Luister, Mijn aardse pleegvader Jozef.Alleen van Mijn wil hangt het af of iemand je bij dit goede werk kan verraden. Want hoewel Ik hier om genoemde redenen al lang geen tekenen meer heb verricht, ben Ik toch geheel Degene die Ik in het begin was en Mij zijn alle dingen mogelijk! Zon, maan, sterren en deze hele aarde, alsook alle hemelen en de hele hel moeten aan Mij gehoorzamen en zich richten naar Mijn wil, -en zou Ik dan vrees moeten koesteren voor de duistere en blinde priesters van onze synagoge?!
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Hierop riep Jozef Mijn andere broers en deelde hun mee wat er diende te gebeuren. Maar Josef was van mening dat het goed was wanneer een van hen thuis zou blijven, omdat er zich ook in het stadje iedere dag iets kon voordoen; tegelijk zou het ook minder opvallen en de toezichthouders van de synagoge, die toch al steeds hun ogen en oren vanwege Mij op dit huis gericht hielden, zouden minder van Jozefs vertrek merken en niet informeren waar en bij wie hij werk had aangenomen.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierop zei de Griek tegen Jozef 'Nu herken ik je wonderbaarlijke zoon pas weer helemaal en het is een grote vreugde voor me dat hij ons heidenen niet zo beoordeelt als de andere joden, die zichzelf als de zuiverste kinderen van God beschouwen, maar als mensen gewoonweg stinken van je reinste hoogmoed en elkaar nog erger vervolgen dan honden en katten. Als klein kind al heeft deze zoon van jou zich vaak beklaagd over het jodendom zoals het nu is; maar nu als volwassen jongeman heeft hij duidelijker gezegd wat hij dacht en laten zien hoe het eigenlijk met de joden gesteld is. Zijn oordeel doet me nu des te meer deugd, omdat hij het precies zo heeft gezegd als het in het diepst van mijn ziel leeft.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Jacobus ging zich klaarmaken en haalde het gereedschap.
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Houd jij je maar aan datgene wat Mozes en de profeten geleerd hebben; daar zul je meer aan hebben dan wanneer je rekening houdt met nieuwe maan en geluks en ongeluksdagen! Wie zich aan Gods geboden houdt en God boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf, die heeft geen ongeluksdagen te vrezen; maar voor wie dat niet doet is iedere dag een ongeluksdag!'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En Jozef zei zelf geheel ontroerd: 'O, als deze aarde als opvoedingsplaats van Gods kinderen al zo mooi is dat je je niets mooiers en heerlijkers kunt wensen, hoe mooi moet de hemel dan wel zijn, die ons na de dood van dit lichaam en na de opstanding op de Jongste Dag staat te wachten! Tussen dit matte leven in het lichaam en die heerlijke opstanding ligt wel een heel lange, levenloze, duistere nacht, maar ik zie dat als volgt: als iemand nu, levend in zijn lichaam, een hele nacht wakker moet blijven, hoe lang moet dat dan wel niet voor hem duren. Maar als de mens die hele lange nacht heerlijk doorslaapt, dan komt die hem 's morgens vaak nog te kort voor. En zo denk ik dat de lange nacht ons op de dag van de opstanding niet te lang voor zal komen. De goede God heeft immers alles op z'n best ingericht, zodat het de mensen die zich aan Zijn geboden houden en het volste vertrouwen in Hem hebben tot geluk en het grootste heil strekt.'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] En Ik zei: 'Ja, ja, dat zijn wel echt mooi en wijs klinkende woorden! Het was een heel goed beeld; maar het enig vervelende eraan is, dat het niet zo waar is als het zich laat aanhoren als het zo mooi en plechtig uitgesproken wordt. Maar nu Ik toch bij jullie ben, -waarom vragen jullie Mij dan niet, hoe het met het leven van de ziel na de dood van het lichaam zal gaan? Ik zal het toch beter weten dan jullie! Maar Ik weet niets van een bijna eeuwenlange doodsnacht van de ziel na het afvallen van het lichaam; op het moment dat het zware lijf van je afzal vallen, zul je je ook meteen in de opstanding bevinden en verder leven en werken in eeuwigheid, dat wil zeggen, als je als een in Gods ogen gerechtigd mens deze wereld zult verlaten.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  370 - 371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395  ...