Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 383 van 1088

...  371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396  ...
[22] Toen die twee dat hoorden werden ze erg blij, stonden op van hun oude bedelplaatsen en trokken heel welgemoed met ons verder naar Bethanië, waar ze een hele dag goed verzorgd werden.
Hoofdstuk 54: De hebzuchtige tollenaar en de Heer Over het geloof met de praktische werken der liefde Over schadevergoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Na deze kleine versterking van het lichaam begaven we ons opnieuw naar buiten en liepen door het grootste deel van de bezittingen van Lazarus, en de Romeinen verbaasden zich zeer over de grote rijkdom van Lazarus.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Dat was weer eens een buitengewoon onnozele vraag van jullie! Hoeveel -en grootse! -dingen heb Ik jullie al niet verkondigd en getoond, en toch begrijpen jullie nog weinig van de innerlijke wijsheid in God! Ik kan toch niet eeuwig in dit vlees op deze materiële wereld blijven, en Ik heb jullie al verscheidene keren gezegd wat er nog met Mij zal gebeuren, opdat de maat der zonde van de joden vol wordt en hun gericht over hen komt, en nog vragen jullie als blindgeborenen naar de kleuren van het licht, hoe Ik in de toekomst dan wel tot aan het einde der tijden bij de Mijnen zal blijven! Omdat jullie het echter nog niet begrijpen, zal Ik het jullie nog een keer zeggen:
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] De leerlingen waren met dit antwoord van Mij geheel tevreden en vroegen Mij daar toen verder niet meer naar.
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] De vraag nu luidt: hebben de bewoners van andere aarden helemaal nooit iets gehoord en bezitten zij geen kennis over U, of, als ze die wel hebben, hoe komen ze daar aan? Zijn de mensen van andere aarden ook werkelijk mensen, of zijn ze alleen maar naar de uiterlijke vorm mensen, maar wat hun innerlijk betreft nog in zekere zin dieren die er qua vorm uitzien als wij mensen van deze aarde, waarbij ze geleid worden door een bepaald wijs instinct dat U in hen heeft gelegd, zoals wij dat hier bij bepaalde dieren hebben waargenomen, zodat wij hun bijna een zekere mate van verstand, bewustzijn en beoordelingsvermogen toeschreven?
Hoofdstuk 58: Wat de Romein begrepen heeft van de uitleg van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Agricola zei: 'Wat jij nu naar volle waarheid over jouw bezittingen denkt en zegt, dat zal ook ik van de mijne denken en zeggen, en waar mogelijk ook handelen zoals jij. U, o Heer, vragen wij echter nu reeds of U later niet een al te strenge afrekening met ons wilt houden over ons omgaan met de aardse goederen, die U ons slechts in beheer hebt gegeven! Want aan de wil om het juiste te doen zal het ons niet ontbreken; maar of de uiterlijke, duistere wereldse omstandigheden ons zo nu en dan niet menige onverwachte en onvoorziene streep door onze goede rekening zullen halen, dat ligt buiten onze macht, en U, o Heer, zult ten aanzien van dergelijke gevallen genadig en barmhartig voor ons zijn.'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Want voorwaar Ik zeg jullie: zalig zijn jullie, die nu horen en zien wat alle aartsvaders en profeten zo vurig wensten te zien en te horen! Maar destijds was het er de tijd nog niet voor. In de geest zien en horen zij dat nu ook en verheugen zich daar buitengewoon over; maar voor hun vlees bleef dat verborgen en voor de toekomstige generaties zal het ook meer of minder verborgen blijven. Voor jullie is het nu echter gemakkelijk om te geloven en ernaar te handelen, want jullie zijn nu met oren en ogen getuige van al datgene wat op deze aarde nog nooit een menselijk oog gezien en geen menselijk oor gehoord heeft; maar in de toekomst worden alleen zij zalig die niet zien en horen, zoals jullie nu, en desondanks zullen geloven en naar dat geloof zullen handelen. Daarom zal het hun ook als een hogere verdienste aangerekend worden.'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen wij nog tussen de akkers en tuinen dicht in de omgeving van Bethanië rondwandelden, bereikten wij weldra de geliefde rustplaats van Lazarus op een kleine heuvel om daar in de open lucht wat uit te rusten, aangezien wij bij het bezichtigen van de landerijen van Lazarus toch bijna drie uur lopend hadden doorgebracht. Daar kwam één van de Romeinen naar Mij toe en vroeg: 'Heer en Meester, tot nu toe heb ik alleen maar geluisterd en zelf geen woord gezegd, en ik zeg nu dat alles wat door U, maar ook door die merkwaardige engel gezegd en uitgelegd is en wat wij gezien hebben, mij een onweerlegbaar bewijs heeft gegeven van Uw rechtstreeks aanwezige en persoonlijke goddelijkheid. Maar U hebt ons ook de sterrenhemel verklaard en ons door Uw goedheid en door de almacht van Uw heilige wil in een zodanige toestand gebracht, dat wij de andere hemellichamen net zo helder konden bekijken als nu de velden van deze aarde met onze lichamelijke ogen, en wij troffen overal mensen aan en een groot aantal andere schepselen. Ja, we troffen in de door ons waargenomen andere hemellichamen zelfs nog veel prachtiger landen en gebieden en mensen en andere schepselen aan in een eveneens veel hogere volmaaktheid, en het is niet te beschrijven hoezeer de schoonheid en grote regelmaat in de vormen van hun woningen die van deze aarde overtroffen.
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'O ja, -alhoewel Ik bij het ontsluieren van de materiële schepping, met name bij het beschrijven en duidelijk verklaren van de ordening van de zonnen in een hulsglobe en daarna van de gehele grote scheppingsmens, jullie er allemaal op gewezen heb hoe en waarom Ik juist op deze aarde en ook juist in deze tijd Mij met een lichaam heb bekleed; maar ook als Ik het jullie opnieuw uitleg, zullen jullie dat toch niet helemaal tot op de bodem vatten, zolang jullie niet zelf in de geest wedergeboren worden. Maar desondanks kan Ik jullie er toch een kleine aanwijzing over geven, omdat Ik voorzie dat juist dit punt onder de toekomstige filosofen en godgeleerden een heel belangrijke strijdvraag kan en ook zal worden. Luister dus nog een keer naar Mij!
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De eerste bewegingen van het leven brengen stap voor stap het hart in beweging. Van daaruit gaat de activiteit via het bloed over naar de longen, de lever en de milt en van daar naar de overige organen en naar het hoofd met al zijn onderdelen.
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Wanneer dat nu zó en onmogelijk en ondenkbaar anders is, hoe kan het dan anders zijn dan dat door Uw wil ook alle ontwikkeling van ons uit naar alle ontelbaar vele andere hemellichamen en de bewoners daarvan moet overvloeien op een wijze die ons natuurlijk onbekend is, net zoals ook het fundamentele leven en alle overige ontwikkeling in de hele mens overvloeit vanuit het zeer kleine hartkamertje, op een wijze die het fundamentele leven in dat kamertje zeker ook niet bekend is, voordat de volledige wedergeboorte heeft plaatsgevonden!
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Dat het hiermee beslist zo gesteld is, lijdt geen twijfel; aan het 'hoe' is ons echter voorlopig, als geestelijk nog onmondige kinderen van Uw liefde en genade, niet zoveel gelegen. Want U, die het grote 'hoe' zeker al sinds eeuwigheid maar al te duidelijk kent, bent immers bij ons en zult ook met name in de geest bij ons blijven, niet alleen tot aan het einde der tijden, maar naar mijn mening voor eeuwig! Als U nu eeuwig bij en onder ons blijft, dan kunnen de onderlinge verhoudingen met betrekking tot bestaan en ontwikkeling in de hele oneindigheid immers ook nooit veranderen, omdat de verhouding die er nu bestaat, dat wil zeggen die tussen U en ons, immers ook nooit kan veranderen.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Kijk, op de berg hebt U ons eens een verhaal verteld over een zekere verloren zoon die naar zijn vader terugkeerde, om ons de grootsheid van Uw goddelijke en vaderlijke barmhartigheid heel goed duidelijk te maken; maar destijds beoordeelde ik Uw woorden al heel anders dan misschien menig ander dat deed vanuit zijn weliswaar goede, maar overigens wellicht toch nog wat beperktere gezichtsveld en bevattingsvermogen; en dat deed ik des te gemakkelijker, omdat U ons daar Zelf veelzeggende aanwijzingen voor gaf
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Breng ze allemaal hier naar Mij uit heel Jeruzalem en uit het hele joodse land, en er zal er niet één bij zijn die zich in de ware wijsheid kan meten met deze Marcus van Mij !
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zegje naar waarheid, dat jij met je goede verstand Mijn hart nu een grote vreugde bereid hebt; want Mijn woorden zijn levend geworden in jouw hart! En daarom zullen jij en ook je metgezellen binnen zeer korte tijd in jezelf de volledige wedergeboorte in Mijn geest bereiken.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396  ...