Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 383 van 728

...  371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396  ...
[5] Eens gingen wij met onze vader heel ver weg, daarheen waar wij de sterretjes altijd op zagen gaan, in de goede hoop, ze daar van zeer nabij te kunnen bekijken; maar zie, Gij mijn enig geliefde, allerbeste, heilige Jehova, de lieve sterretjes zijn voor ons ver, ver teruggeweken en zijn op een geheel vreemde plaats opgegaan, die echter zodanig ver van ons verwijderd scheen te zijn, dan dat wij 's nachts, terwijl wij toch al zeer vermoeid waren, het hadden aangedurfd om nogmaals een nog verdere reis te maken!
Hoofdstuk 183: Een blik in de diepten van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar zoals Ik ook niet hoef te reizen om van de ene oneindigheid naar de andere te gaan, zo zullen ook Mijn geliefden het evenmin als Ik nodig hebben om zich persoonlijk overal naartoe te begeven, teneinde alle eindeloze wonderen te kunnen aanschouwen; maar zij zullen allemaal net zoals Ik in alle eeuwige rust het ware, eeuwige leven genieten, ofschoon zij zich deze rust nooit bewust worden, maar wel een eeuwige, allerzaligste levendigheid, die echter juist door deze in wezen geestelijk persoonlijke rust onverwoestbaar is en dus eeuwigdurend onderhouden wordt.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wat de duur betreft, deze loopt gelijk met de duur van de tijd. Daardoor kunnen er evengoed eeuwigheden als tijden zijn; alleen wordt de duur van de eeuwigheid niet zo ondergaan als die van de tijd, omdat de tijd het verleden nooit terugbrengt, de eeuwigheid echter zelfs het voor jou meest ondenkbare verleden als een meest helder heden altijddurend bewaart, en ook niet minder de toekomst als zijnde reeds aanwezig voor zich heeft. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Indien jullie ogen Mij echter niet zien, maar - als iemand het serieus wil, zoals jij het nu wilt en het getrouw altijd zo gewild hebt - zijn hart Mij des te beter en vertrouwelijker kent, dan is nochtans iedereen ondanks de harde slavernij van de zonde volkomen vrij. Hij kan deze slavernij vol verachting met voeten treden en kan zich tot Mij wenden, Mij in de liefde van zijn hart zoeken en vrij zelf Mij omvatten, waarop hij dan dadelijk naar mate van zijn liefde door Mij wordt opgenomen en naar zijn wil tot liefde behouden en bewaard wordt; dat alles is dan pas het verwerven van het eeuwige leven.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] Bedenk echter, wie zou het nog aandurven iets te doen als hij Mij zou zien en Mij altijd, zijn hele leven lang, met stelligheid aan zijn zijde zou weten!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Zie, zij allen ondervinden nu Mijnerzijds geen dwang en zijn daarom volledig vrij, hetgeen echter bij jullie allen nu niet het geval is, ofschoon je in Mijn aanwezigheid weliswaar ver bent van de knechtschap der zonde, - des te meer worden jullie door Mijn liefde aangetrokken, vandaar dat je nu niets anders kunt dan Mij boven alles liefhebben, hetgeen echter ondanks het heilige recht van een dergelijke liefde toch een dwang is, omdat je voor Mijn aangezicht niet anders kunt doen dan Mij zo te beminnen!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O Emmanuël! Vergeef ons echter ook zelfs dit verlangen, daar wij allen voor U blind zijn, en niet weten wat wij doen! Wat U alleen maar welgevallig kan zijn is Uw heilige wil; en laat die nu geschieden, zoals altijd en eeuwig, Uw heilige wil geschiede! Amen."
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] VI duidt het Vernuft (rede) aan, gepaard aan het Verstand, zoals de wereld of de hel het aan de uiterlijke natuurlijke mens geeft. Dat dit de wereld beheersende echtpaar benevens de hel in de grootste gunst staat van ieder mens, behoeft nauwelijks nader te worden vermeld; want alles laat de mens eerder varen dan zijn beste en intiemste huisvrienden. Hoewel een mens ook menigmaal juist met zijn andere wereldse vriendschappen niet helemaal tevreden is, heeft hij echter tegen deze twee bijna nooit of maar hoogst zelden een beetje in te brengen.
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Ook gij, Mijn kinderen, herinnert u bij het naderen van deze herdenkingsdagen de woorden, die Ik u jaren eerder heb gegeven. En menigeen verlangt weer naar nieuwe woorden, terwijl hij toch een beter resultaat bij zichzelf mocht verwachten en tot zichzelf zou moeten inkeren om te zien in hoeverre hij volgens de reeds eerder gesproken woorden aan zijn opdracht heeft beantwoord. - Omdat Ik echter de Vader der Liefde ben en heel goed weet dat Ik met zwakke kinderen te maken heb, wil Ik hier uw 'alge­mene biecht' laten opschrijven, in plaats van dat u die voor Mij uitspreekt. Want menigeen zou wellicht zijn belangrijk­ste fouten verzwijgen, terwijl Ik niet van zins ben aan ook maar één enkele fout stilzwijgend voorbij te gaan.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[10] Zie, dat zijn de in het hoofdwerk genoemde vrienden en broeders in jullie, alsook in Mijn knecht, waartoe echter iedereen wordt gerekend. Je moet dit in jezelf hardop verkondigen, dat Ik Mijn handen naar hen heb uitgestrekt en hun kwaad afgewassen, de zonde weggedaan en deze met de ware belangen van jullie geest in overeenstemming heb gebracht, opdat je nu, als je wilt, geheel ongehinderd op de getrouw aangegeven weg van het licht en van het leven voort kunt wandelen. Maar willen jullie ondanks alles deze oude vrienden van je meer trouw blijven dan Mij, Ik die je zonder jullie toedoen deze grote genade en heiligste Vaderlijke gunst bewees, dan ben je daar vrij in. Ook daarvan zal het heil van de zon en de maan niet afhangen en de sterren zullen niet verdwalen op hun weg! Want jullie weten toch immers dat er vanuit Mij voor de geest geen moeten bestaat! Omdat Ik reeds zoveel voor jullie gedaan heb, ben Ik evenwel van mening dat je ook dit weinige zult doen, namelijk Mij voortaan steeds sterker met jullie liefde aanhangen en je broeders niet in de steek laten!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Voor wie de leer echter slechts aanhoren zal, maar deze niet daadwerkelijk in de praktijk brengt; voor hem is zij een welvoorziene tafel, waarvan hij niets eet, en voor hem maakt het niet uit of hij als genodigde naar het feestmaal komt of niet.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[36] Nadat we volgens het traditionele gebruik het lam had­den genuttigd, stond Ik op, omgordde Mij en was van plan tot de voetwassing over te gaan, een blijk van zeer diepe nederigheid van de Mensenzoon, omdat dit het werk van de geringste dienaren en slaven was. Tegelijkertijd werd hiermee echter gezegd dat niemand Mijn wegen kan gaan, zonder dat Ik eerst bij hem de instrumenten heb gereinigd, die het hem mogelijk maken deze wegen te gaan. Dat wil zeggen het mensenhart moet volledig gereinigd worden van al het stof van de wegen die hij tot nu toe in de wereld is gegaan, en Ik ben het die hem hiervoor de middelen aan­reikt. Niemand mag daarom vrees hebben voor deze (voet -) wassing, anders kan hij geen deel hebben aan Mij.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[38] Zoals Ik echter Mijn discipelen reinigde, zo moeten ook de mensen onderling zich inspannen om elkaar te reinigen, opdat ze rein van hart, dus met 'gewassen voeten' Mij waar­achtig kunnen navolgen.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[40] De discipelen, die ontsteld waren over deze uitspraak, waarvan ze de betekenis niet begrepen, bestormden Mij met vragen wat Ik daarmee bedoelde en wie Mij zou kun­nen verraden. Ik weigerde echter elk antwoord en begon het stuk brood te verdelen, waarbij Ik iedereen naar de aard van zijn karakter nog een vermanend woord gaf.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[44] Natuurlijk konden de andere discipelen uit deze uit­spraak niet opmaken wat Ik bedoelde. Judas echter, die eveneens door Mijn eerste uitspraak was geschrokken, omdat hij zich getroffen voelde, vatte deze woorden op als een dringend verzoek dat volledig aan zijn plannen beant­woordde. Hij stond snel op en ging innerlijk triomferend naar buiten.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  371 - 372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396  ...