Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 384 van 1110

...  372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397  ...
[5] Waarom is er dan een Mozes gekomen en al die andere profeten? Waar waren die altijd moeilijk te houden wetten van Mozes dan goed voor? En waartoe dienden telkens die vele plagen die God over de joden en andere volkeren liet komen, als ze niet volgens Zijn geopenbaarde wil handelden en leefden?
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik beken hier openlijk dat ik, volgens jouw leer, in geen enkel opzicht enige dank verschuldigd ben aan de door jou gepredikte God; hij heeft mij immers niet op deze wereld gezet voor een of ander blijvend geluk, maar alleen voor het grootste ongeluk, dat gedurende mijn hele leven bitter aanvoelt. Hoe eerder hij mij weer vernietigt, des te groter is de weldaad die hij mij bewijst!
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Met een ernstige uitdrukking op Mijn gezicht zei Ik: 'Je durft Mij veel onbillijke en onware dingen recht in Mijn gezicht te zeggen, waar het volk bij is. Als Ik evenzeer tot toorn geneigd zou zijn als jullie joden en Farizeeën, zou Ik je deze brutale, onware, zinloze en hoogmoedige woorden nu zodanig betaald zetten dat al het volk erdoor ontsteld zou zijn, omdat het daardoor snel tot het inzicht zou komen, dat Mij alle macht en zeggenschap in de hemel en op aarde is gegeven; maar Ik ben met heel Mijn hart zachtmoedig, ben Zelf vol deemoed en Ik zal jou ten overstaan van het volk slechts met Mijn woord straffen!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Je hebt Me beschuldigd van waanzin, omdat Ik leer dat degene die in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft, het eeuwige leven in zich zal hebben, en wie niet in Mij gelooft en niet volgens Mijn woord leeft het gericht in zich zal hebben en daarmee de eeuwige dood.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Als je ook maar tot één gezonde gedachte in staat bent, zul je samen met je blinde leerlingen door mijn woorden inzien, dat jouw leer nog veel minder geschikt is voor het ware geluk van de mensen, dan de leer van de Sadduceeën, die hun leer in overeenstemming hebben gebracht met die van de Griekse wereldse filosoof Diogenes. Die leer is veel troostender voor alle mensen dan jouw leer, volgens welke men alleen door het geloof aan jou het eeuwige leven van de ziel kan bereiken. Werkelijk, voor die leer van jou zal nooit enig ware mensenvriend je dankbaar zijn! En nu moet al het volk in de tempel en ook buiten de tempeloordelen of ik ook maar één enkelonjuist woord tegen jou gesproken heb! -Antwoord me, als je dat kunt!'
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Domme en blinde Farizeeër! Wat is dan volgens jouw hoogst materiële voorstelling het eeuwige leven van de ziel in Mijn rijk, dat niet van deze wereld is, en wat is dan het gericht en daarmee de eeuwige dood?
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Is de eeuwige dood van de ziel en haar -laten we zeggen -onmogelijke totale eeuwige vernietiging voor jou dan één en hetzelfde? Kijk, jij en al je collega's zijn wat jullie ziel betreft allang geheel en al dood; maar zijn jullie daarom ook vernietigd? Jullie zullen ook eeuwig nooit vernietigd worden, maar zoals jullie nu zijn zullen jullie blijven, in je zonden die de dood van je ziel zijn, omdat deze in zo'n toestand nooit tot een hoger en zuiverder bewustzijn kan opstijgen, maar in haar duisternis moet blijven en in haar oude wereldse twijfels, waar jullie ziel vol mee zit.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] In deze wereld gaan jullie daar minder onder gebukt, omdat jullie je zelf heel goed weten te troosten met alle dingen van de wereld; maar als jullie ziel zich weldra zonder aards lichaam, in de geestelijke wereld in haar eigen sfeer zal bevinden, die uit haarzelf voortkomt en die zonder liefde en zonder licht in zich zelf is, -hoe zal het haar dan vergaan?!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik weet dat zeer goed en weet ook maar al te goed hoezeer jullie allemaal geheel en al afgeweken zijn van Gods woord, -en daarom ben Ikzelf nu in het vlees van een mens, zoals beloofd, naar deze wereld gekomen, Ik, die in de geest Dezelfde ben die op de Sinaï aan Mozes de wetten gaf, evenals eens aan Adam en later na de zondvloed aan Noach, Abraham, Isaak en Jacob, en zoals na Mozes ook aan de vele profeten. Ik ben gekomen om jullie allen door Mijn leer en daden uit jullie gericht en dood te verlossen, omdat jullie ondanks alle vaderen, ondanks Mozes en alle profeten in de harde gevangenschap van de zonde en de dood terecht zijn gekomen.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als Ik jullie nu Zelf onderwijs, omdat al Mijn boden die Ik vroeger naar jullie mensen heb gezonden niets hebben kunnen uitrichten, ben Ik daarom dan een waanzinnige? O, jij slangen en addergebroed, hoe lang zal Ik je nog in je gericht en je dood moeten verdragen?
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jij denkt dat de mensen die vóór Mij geleefd hebben het woord dat Ik nu aan jullie richt niet konden horen en daarom ook niet aan Mij konden geloven en derhalve het eeuwige leven ook niet konden verkrijgen, evenals degenen die nu in verre landen leven en meestal heidenen zijn. O jij blinde Farizeeër! Kijk hier eens, deze zeven mannen uit het verre Opper-Egypte kennen Mij, leven overeenkomstig Mijn wil, en hun zielen hebben reeds lang het eeuwige leven en zijn onuitputtelijke kracht en macht verkregen. Zij zullen jou een teken geven!'
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De Farizeeër vroeg zeer verbaasd: 'Kunnen jullie dan nooit meer geholpen worden?'
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen zei de Farizeeër: 'Jullie zijn allemaal tovenaars en magiërs, en deze verschijning hebben jullie te voorschijn getoverd! Daarom wil ik me niet meer met jullie inlaten en me terugtrekken!'
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar de meer gematigden zeiden: 'Jullie kunnen weliswaar doen watje wilt, maar wij kunnen jullie bij voorbaat verzekeren dat jullie niets tegen hem kunnen uitrichten. Want ten eerste heeft hij veel aanhangers onder het volk en ten tweede bezit hij een voor ons onbegrijpelijke tovermacht, waardoor alle krachten van de natuur en de geestenwereld hem schijnen te gehoorzamen. En ten derde is hij zo goed thuis in de schrift dat wij vergeleken met hem allemaal prutsers zijn; ten vierde staan de hooggeplaatste Romeinen aan zijn kant, want zij houden hem zeker voor een halfgod. Ook die oude, wonderlijke Egyptenaren, Perzen, Arabieren, Indiërs en nog andere oosterlingen heeft hij om zich heen en daarom zal het heel moeilijk worden om op succesvolle wijze iets tegen hem te ondernemen. En voor het geval jullie ons niet willen geloven moeten jullie naar buiten gaan om je zelfvan alles op de hoogte te stellen en je ervan te overtuigen!
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De hele raad was het ermee eens en Kajafas zei met grote ernst: 'Goed, verkleden jullie je dan, opdat het volk je niet herkent! Ga door de grote volkspoort de tempel binnen en kwijt je goed van je taak, dan zal mijn en Gods welbehagen jullie ten deel vallen!'
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397  ...