Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 384 van 1112

...  372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397  ...
[3] Tijdens de nacht zal in jouw huis de verandering zo gebeuren, dat niemand van je mensen het merkt! Maar 's morgens zullen ze van verbazing grote ogen opzetten, wanneer ze zich in een heel nieuw huis bevinden, dat echter toch helemaal hetzelfde is als het oude, alleen zal het in alles groter en comfortabeler zijn, -zoals dat ook met de stal het geval zal zijn. Als je dat nu uit Mijn mond weet, kun je nu helemaal gerust zijn en met ons mee naar Cyrenius gaan, waar het voor ons allemaal goed zal zijn te vertoeven.
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Anastocles zei daarop: 'Ja, als dat zo is, laat ik de herberg natuurlijk de herberg en ga ik met jullie mee naar Cyrenius! Misschien herinnert hij zich ook mij nog van Ostracine!'
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Hij wil het, en de elementen onderwerpen zich aan zijn wil. Hij geeft bevelen aan de dieren van de zee, zoals een veldheer aan zijn troepen en ze gehoorzamen aan zijn bevel. Ik voor mij heb geen verdere tekenen als bewijs nodig, dat zijn gehele wezen van volledig goddelijke natuur moet zijn! Want wie in staat is tot hetgeen deze man kan en vermag, moet ook tot alle andere dingen in staat zijn. Van déze man zou ik durven te beweren, dat hij ook een wereld zou kunnen scheppen als hij dat wilde. Daarom zouden we hem dan ook goddelijke eer moeten bewijzen!'
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Daarom zeg Ik jullie allen hier: wat groot is in de ogen van de wereld, is voor God een gruwel! Maar waarachtig groot is voor God een deemoedig mens, die Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf en die zich niet als een heer boven hen verheft maar slechts als een vriend die hun goed wil doen.
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar wie zich van hunjuk wil bevrijden, moet de waarheid zoeken en zich daaraan houden; want ieder mens kan alleen maar door de in zichzelf gevonden waarheid volledig vrij worden van het juk der duisternis, die een uitwas is van het duizendkoppige bijgeloof
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Nu zei de hoge raadsheer weer: 'Maar waarom zou het dan met name voor de hogepriesters schadelijk zijn, wanneer ze door de almacht en de wijsheid van jouw God gedwongen zouden worden, althans voor enkele jaren, de afgoderij te laten vallen en het volk de waarheid te onderwijzen? Mochten ze dan, als Gods almacht hen weer vrijlaat, opnieuw tot de oude afgoderij terug willen keren, dan zou het verlichte volk hen zeker zodanig terechtwijzen, dat ze zich nooit meer met die oude afgoderij zouden inlaten! Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ook al zijn we tot het kindschap van God geroepen, dan kan dat zeker maar door een klein deel van de mensen bereikt worden! Waarom dan niet door allen? Waarom moet er ongeveer een derde van de mensen als nog onmondige kinderen sterven? Wat kunnen die weten van God en hun latere bestemming en hoe kunnen ze zich door het juiste gebruik van hun vrije wil ontwikkelen totdat ze Gods gelijke zijn?
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: ' Maar zo is het beter; want als alle mensen zulke en zovele schatten zouden hebben, zouden die ten eerste geen waarde hebben en ten tweede zouden de mensen al gauw hun drang om actief te zijn verliezen en tenslotte evenals de dieren, in volledige traagheid voortleven. Alleen honger en dorst zou hen dan tot de vereiste activiteit aanzetten; al het andere zou voor hen geen prikkel en stimulans zijn. Maar wanneer zulke schitterende schatten en rijkdommen zich alleen maar in handen van enkele verstandige mensen bevinden, hebben ze voor alle andere mensen vanwege hun grote zeldzaamheid ook een nauwelijks te schatten waarde, en de mensen worden daarbij actief en werklustig om bij zulke rijke lieden ook een klein deel van de kostbare schatten te verdienen. En zie, dat is immers goed!
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Je ziet hier wel grote hoeveelheden goud en zilver en een onnoemelijke hoeveelheid uiterst kostbare edelstenen en parels; wanneer Cyrenius jou slechts een van die heerlijke parels zou geven, opdat jij een bepaald werk voor hem zou verrichten, dan zou jij zeker dadelijk al je krachten aanwenden om slechts één zo'n parel te verdienen. Maar als jij van jezelf al een grote hoeveelheid van zulke parels zou hebben, dan zou jij omwille van die ene parel zeker niet al je krachten aanwenden, maar tegen jezelf zeggen: 'O, wie dat wil moet maar voor die ene parel werken! Ik heb er toch al genoeg en kan het er goed van nemen!' Daar kun je al aan zien dat het in de wereld voor de mensen heel goed is, wanneer dergelijke grote schatten en rijkdommen zich altijd in handen van slechts enkelen bevinden. - Zie je dat in?'
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Alleen wat in liefde wordt gedaan, is een waar iets voor God; maar wat men doet uit een zekere vrees voor Gods macht, om God zachter en milder te stemmen, is voor God een gruwel. Want voor het verrichten van de zogenaamde godsdienstige handelingen, die met alle mogelijk ceremonieel plaatsvinden, worden nu eenmaal altijd en overal bepaalde priesters aangewezen. Deze beschouwen zichzelf daarom ook als veel waardiger dan de andere mensen en kijken op hen neer, zij laten zich enorme eer bewijzen en zitten boordevol hoogmoed. Tenslotte houden zij zichzelf voor goden en spreken vanuit hun eigen willekeur recht over hun arme naasten, die vaak duizend keer beter zijn dan de verwaande en heerszuchtige priesters. Denk jij echt dat God vreugde en plezier zal beleven aan zulke opgeblazen protserige vereringen, die door de zojuist beschreven priesters worden uitgevoerd en door het volk duur worden betaald?
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zegje: wanneer er zo'n dienst wordt gehouden ter ere van God en God daar in Zijn allerhoogste wijsheid vreugde aan zou beleven, zou Hij geen God zijn, maar evenals de dienstdoende priester een blind dom mens vol hoogmoed en vol heerszucht. Hoe kan iemand de ware God daartoe instaat achten, die door Zijn eeuwige liefde, wijsheid en macht toch alles uit Zichzelf geschapen heeft en door Zijn eeuwige goedheid en erbarming ook alles eeuwig doet voortbestaan? Waar is in Gods hele oneindigheid een wezen, dat zich met succes tegen God zou kunnen verzetten en het tegen Hem zou kunnen opnemen? Alles wat de eindeloze scheppingsruimte bevat, is immers Gods gedachte en wil! Als God deze aarde niet meer zou willen laten bestaan, wanneer ze met Hem zou willen strijden, hoeft Hij immers maar te willen dat ze niet meer bestaat, en ze is er niet meer! En daarom heeft God van de mensen, die Hij tot Zijn ware kinderen wil maken en opvoeden, geen andere verering nodig dan dat ze Hem als een ware, heilige Vader boven alles liefhebben en altijd graag doen wat Hij hun als Zijn wil te kennen geeft.
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar God heeft de mensen niet geschapen als zogenaamde speelpoppen voor Zichzelf, maar als volledig aan Hem gelijke evenbeelden, die Hij uit Zichzelf in het leven heeft geroepen, niet als schepselen van Zijn almachtige willekeur, maar als ware kinderen van Zijn eeuwige vaderliefde; en Hij heeft hun de geheel aan Hem gelijke creatieve eigenschap geschonken om zich volkomen vrij vanuit de eigen levenskracht zelf volgens de eigen totaal vrije wil te ontwikkelen tot zij helemaal aan God gelijk zijn. En zie, daarom mag bij de ontwikkeling van de mensen hun vrije wil door geen enkele goddelijke dwang worden geremd, maar men moet hen zelfs onder de kwalijkste omstandigheden hun volkomen vrije wil laten behouden, zelfs ook wanneer dat Mijzelf Mijn aardse leven aan het kruis zou kosten!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Nu riep onze Jozef Mij bij zich en zei zachtjes tegen Mij: 'Luister, mijn lieve zoon van de Allerhoogste, maak het niet te bont met die hooggeplaatste Romeinen; want ik heb steeds de indruk dat ze je al een tijdje verkeerd begrijpen! De hoge raadsheer heeft dat zojuist min of meer te verstaan gegeven, ofschoon hij er aanvankelijk vóór was om je goddelijke eer te bewijzen.'
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Hierop opende Ik enkel door Mijn innerlijke en niet hardop uitgesproken wil voor de raadsheer het zogenoemde tweede gezicht, en hij werd onmiddellijk omringd en omgeven door zijn vele overleden familieleden, vrienden en bekenden en tenslotte kwam zelfs Julius Caesar ook nog te voorschijn, waar de raadsheer zich buitengewoon over verbaasde, zodat hij Mij haastig vroeg: 'Is dat allemaal waarheid of zinsbegoocheling?'
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] De eenvoudige oermensen van deze aarde konden dat; maar toen de latere nakomelingen steeds meer en meer verzonken in het materiële van de wereld, verloren ze ook het vermogen om de afgescheiden zielen te zien en met hen om te gaan. Daardoor kwam het duister van de twijfel over hen, waarin ze zelfs ook het geloof aan een voortleven na de dood van het lichaam verloren en zich angstig onder elkaar begonnen af te vragen of er na de dood van het lichaam wel een voortleven van de ziel bestond.
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  372 - 373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397  ...