Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 385 van 1110

...  373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398  ...
[2] Ik zei: 'O ja, dat weet Ik heel goed en Ik wil het jullie ook zeggen; maar eerst wil Ik jullie iets vragen! Als jullie Mij een juist antwoord geven op de vraag die Ik aan jullie stel, zal Ik jullie ook zeggen vanuit welke macht Ik Mijn daden verricht! ,
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei tegen hen: 'Wel, als jullie Mij dat niet willen zeggen, zeg ook Ik jullie niet vanuit welke macht Ik Mijn werken verricht!
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar wat denken jullie hiervan? Kijk, een man had twee zonen! Hij ging naar de eerste en zei: 'Mijn zoon, ga vandaag naar mijn wijngaard om daar te werken!' Maar de zoon zei: 'Vader, dat wil ik niet, want ik zie op tegen dat zware werk! ' Toen zijn vader weg was gegaan, kreeg de zoon spijt; hij stond op, ging naar de wijngaard en werkte er de hele dag met inspanning van al zijn krachten.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Vandaag hebben drie opgaande zonnen ons en het hele volk in grote verwarring gebracht! Ook dat schijnt door hem veroorzaakt te zijn! Alles wat we elders over hem en zijn daden te weten zijn gekomen, lijkt door hem bevestigd te worden, en daarom is het vergeefse moeite wanneer we plannen maken om hem geweld aan te doen. Als hij ook maar de minste vrees voor ons had, zou hij het wel uit zijn hoofd laten om openlijk met zijn leer in de tempel op te treden; want hij weet even goed als wijzelf hoe streng wij tegen zulke mensen optreden. Dat is zo onze nuchtere mening; maar jullie kunnen vanwege de grote meerderheid van jullie stemmen, nog altijd doen wat jullie goeddunkt, wij zullen je niets in de weg leggen.
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Goed dan. Zeg Me dan vrij en openlijk in bijzijn van heel het volk: vanwaar was de doop van Johannes, de zoon van Zacharias die in deze tempel door jullie tussen het altaar en het allerheiligste is gewurgd? Was die doop van deze Johannes vanuit de hemel of slechts van de mensen? Want het is aan jullie om hierover ten aanschouwe van al het volk een beslissende uitspraak te doen. Jullie hebben wel andere kleren aan en zijn tegelijk met andere pelgrims bij de grote volkspoort de tempel binnen gekomen, maar toch heeft men jullie snel herkend. Voer jullie taak goed uit, want anders schiet het loon erbij in, dat jullie beloofd is en datje kunt krijgen als je Mij kunt vangen op hetgeen Ik zeg!'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Dat gaf hun te denken en stilletjes zeiden ze onder elkaar (de Farizeeën): 'Dat is een akelig geraffineerde vraag! Want zeggen we met het oog op het volk: Johannes' doop was van de hemel, dan zullen hij en het volk tegen ons zeggen: ' Als dat zo is, waarom hebben jullie hem dan niet geloofd, en waarom hebben jullie hem vervolgd en ervoor gezorgd dat Herodes hem eerst in de kerker liet gooien en hem daarna liet onthoofden?' Maar als wij zeggen dat die doop van de mens uitging, dan zal al het volk tegen ons in opstand komen; want het volk houdt Johannes nog altijd voor een ware profeet en het zou ons aanvallen als we zoiets over Johannes zouden zeggen. Daarom is het moeilijk om deze man een goed antwoord te geven! ,
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Ik zal het jullie wel uitleggen, als je zo blind bent dat je dat zelf niet ziet! De Vader is de God van Abraham, Isaak en Jacob. En van de beide zonen betekent de eerste: de door God geroepen ware profeten, die echter aanvankelijk niet blij waren met hun roeping, zoals Mozes maar al te duidelijk liet blijken door te weigeren dit hoge ambt te aanvaarden omdat hij zo moeilijk sprak, en daarom aan God vroeg om hem zijn broer Aäron als tolk te geven. Maar gewerkt heeft toen toch alleen Mozes. De tweede geroepene voerde wel het woord, maar gewerkt heeft alleen Mozes. En zo ging het dan tot aan deze tijden steeds bergafwaarts.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Daarom zei Ik tegen jullie: Waarlijk, waarlijk, tollenaars en hoeren zullen zeker eerder in de hemel komen dan jullie! Johannes kwam om jullie de goede weg te leren en jullie geloofden hem niet, zoals ook jullie voorouders de oude profeten niet geloofd hebben; maar de tollenaars en hoeren geloofden Johannes wel, deden boete en beterden hun leven. Jullie zagen dat wel en begrepen ook dat jullie geen gelijk hadden; maar toch deden jullie niet wat de tollenaars deden, omdat het vooral niet bekend mocht worden dat ook jullie aan hem geloofd hadden. Daarom zullen ook de tollenaars en de hoeren eerder Gods rijk binnengaan dan jullie, die ontzettend veel waarde toekennen aan jullie roeping en daar tegenover iedereen zo prat op gaan alsof jullie God geholpen hebben bij het scheppen van hemel en aarde.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar Ik zeg jullie: Precies daarom zijn jullie de allerlaatsten voor God! Want alles wat in de ogen van de wereld groot en stralend is, is voor God een gruwel. Jullie willen niet naar de hemel en versperren ook nog de weg voor degenen die er wel naartoe willen. Daarom zullen jullie later ook des te meer verdoemd worden.
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Ik zeg jullie dat, omdat Ik het recht en de macht daartoe heb en geen vrees koester voor de mensen van deze wereld, zoals jullie. Want Ik ken God en de macht van Zijn wil, die nu in Mij is en wil en handelt. Maar jullie kennen God niet en Zijn wil is niet in jullie! En daarom vrezen jullie dan ook de wereld en handelen overeenkomstig hetgeen die jullie in je hart voorschrijft. En omdat jullie dat doen, zorgen jullie ook zelf voor jullie eigen gericht, jullie verdoemenis en daarmee de ware, eeuwige dood. En die bestaat eruit dat jullie voortdurend slaven blijven van jullie almaar groeiende traagheid en zinnelijkheid en de snode en vreselijke vruchten daarvan zullen plukken.'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als de mensen zich bekeren en weer actief worden volgens de goddelijke raad, neemt God de plagen spoedig weer weg; maar wanneer zij zich er niet aan storen, heeft God nog wel grote wekkende middelen in voorraad, en die zien er dan uit als de zondvloed van Noach en de verwoesting van Sodom en Gomorra!
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Als jullie dus in je zonden volharden tot de gegeven maat vol is, dan kunnen ook jullie de laatste grote en verschrikkelijke wekmiddelen spoedig verwachten. Ik heb jullie dit nu gezegd, opdat jullie je Mijn woorden goed zullen herinneren als het over jullie heen zal komen.'
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Wat jullie doen en ook altijd hebben gedaan zal Ik jullie nu meteen in een gelijkenis duidelijk maken, -luister daarom naar Mij !
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En wat denken jullie: Wat zal de heer van de wijngaard met de boze wijngaardeniers doen als hij daarna zelf naar hen toekomt, vergezeld van grote macht?
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Dit keer hebben jullie goed en waar geoordeeld; maar weten jullie ook dat onder de wijngaard de kerk verstaan moet worden, die God als de genoemde huisvader door Mozes heeft opgericht? En dat jullie, priesters, die slechte zojuist genoemde wijngaardeniers zijn, en dat de knechten de vele profeten zijn die God jullie heeft gezonden, en dat Ik nu de erfgenaam van de vader ben, waarover jullie nu dag in dag uit beraadslagen, hoe je hem kunt grijpen, hem uit zijn eigendom kunt zetten en ook kunt doden, opdat jullie dan ongestoord op zijn troon kunnen heersen en de vruchten van de wijngaard onder elkaar kunnen verdelen?'
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  373 - 374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398  ...