Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 386 van 1490

...  374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399  ...
[17] DE HOOFDMAN zei: 'Vriend, vandaag niet, want vandaag ben ook jij mijn gast; maar morgen zullen wij allen bij jou te gast zijn en overmorgen, als we deze wondermensen beslist niet meer bij ons kunnen houden, zullen wij hen naar Serrhe begeleiden! Maar laten we nu gaan, want ik hoop dat bij mij het bestelde avondmaal al gereed zal zijn!'
Hoofdstuk 135: De persoonlijkheid van God. Gods wil en de wil van de mens. De kracht van de wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Wij bleven, zoals het Mijn wens en daarna dus ook de wens van allen was, de hele nachtwakker. Pas een uur voor zonsopgang gingen wij naar buiten, en wel naar de prachtig aangelegde tuin van de hoofdman. Daar waren lieflijke groene lanen en grasbanken, allerlei soorten bloemen, een bos van rozenbomen, jasmijnstruiken en ook veel nardusplanten. Daarnaast stonden er alle soorten edele vruchtbomen die maar ergens op aarde groeien, en iedereen bewonderde deze kunstzinnig, mooi en praktisch aangelegde tuin.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei echter: 'Kijk, zoals deze voorbeeldige tuin moet ook de ware mens naar de wil van God zijn! Hij moet in zichzelf ook het ware en goede met het mooie en verhevene verenigen. Als hij dat doet, bewijst hij daardoor dat hij God, zijn Schepper en Vader in alles gelijk is. .
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Men moet niet denken dat deze eigenschappen de enig ware God uitmaken, maar je moet het zo zien dat Hij door Zijn hoogste wijsheid en wilskracht de mens als Zijn evenbeeld uit de materie van de aarde door heel veel natuurlijke levensfases tenslotte als mens tevoorschijn laat komen. De aarde bestaat uit eindeloos veel zielen, en de ziel van de mens, als de eigenlijke, ware mens, is net zo'n veelvoudige ziel binnen één vorm en één huid, als haar intelligenties en haar innerlijke en uiterlijke zienswijzen en waarnemingen zijn. Maar dat beseft nu niemand meer en dat kan ook niet, omdat de mens zich door zijn lichamelijke lusten van zichzelf vervreemd heeft. De eigenliefde en de hoererij heeft de mensen in een grote, diepe levensnacht gestort, waar alleen God Zelf hen weer uit kan trekken en -naar hij meende -misschien ook al gauw zal doen. Maar met Rome zou Hij niet beginnen, maar ook niet buiten de grenzen van het grote keizerrijk.'
Hoofdstuk 134: Het verhaal van de hoofdman over de wijze Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Ik had het nu alleen maar over deze man, om u duidelijk te maken dat ik over datgene wat u mij nu zo wijs heeft uitgelegd, al eerder gehoord heb en u derhalve nu gemakkelijker kon begrijpen. Maar wat U nu daarover gezegd hebt, staat oneindig veel hoger en is duidelijk en voor vrijwel iedereen goed begrijpelijk. Wanneer ik nu echter uw tekenen, uw complete alwetendheid en uw wijsheid eens goed overdenk, dan moet ik nu ook aan de vreemde voorspelling van die Illyriër denken, volgens welke slechts de grote, enig ware god -en dat al gauw -de mensen uit hun nacht zou halen, en wel binnen de grenzen van het grote keizerrijk. Misschien bent u zelf wel een afgezant van de enig ware grote god -of Hem zelfs in eigen persoon?!
Hoofdstuk 134: Het verhaal van de hoofdman over de wijze Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Kijk eens hoe lieflijk al deze bloemen zijn! Hoe heerlijk zijn zij getooid, de ene overtreft de andere in schoonheid! Ja, waarom is dit zo? Tenslotte volgt na de bloei van een nog zo verrukkelijk mooie roos toch slechts een zeer eenvoudig en nooit bijzonder mooi uitziend zaad, waarvan de voorgangster de prachtige bloem was en voor wiens voortbrenging eigenlijk helemaal niet zo'n mooie bloem nodig geweest was. Maar God koos voor al Zijn werken de hoogste graad van schoonheld om daardoor ook bij de mens de schoonheidszin op te wekken, die voor alle zaligheid noodzakelijk is. Als die volledig bij de mens ontwaakt is, is zo'n mens ook ontvankelijk voor alle waarheid en voor al het goede dat nu eenmaal uit de waarheid voortkomt.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Kijk, onze beste vriend de hoofdman heeft erg veel gevoel voor al het mooie en daardoor ook voor het nuttige en goede! Als hij dat gevoel niet had, zouden hem ook Mijn waarheden, die de mensen tot kennis van de ene, enig ware God en tot kennis van zichzelf brengen, helemaal onverschillig gebleven zijn, en hij zou ze niet aangenomen hebben; omdat hij echter zeer veel gevoel voor schoonheid bezit -wat de aanleg van deze wondermooie tuin meer dan voldoende bewijst -, was hij ook de eerste die zich hier de mededeling van Mijn nieuwe levensleer erg aantrok en Mijn leer ook aannam en secuur opvolgde. Laat dus iedereen dat doen en dat zal hem bij God ten goede gerekend worden!
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ga eens iemands huis binnen! Als het schoon en ook naar omstandigheden sierlijk ingericht is, kun je er vast op rekenen, dat ook het innerlijk van deze mens er vrijwel net zo uitziet. Kom je echter in het huis van iemand waar alles onder het vuil zit en in alle opzichten een totaal gebrek aan huiselijke orde heerst, dan kun je wel meteen omkeren en de regel toepassen die Ik jullie leerlingen al gegeven heb, namelijk dat je de parels van Mijn evangelie nooit voor de zwijnen moet gooien! Daar zou dat ook volkomen tevergeefs zijn, want zoals reeds gezegd: iemand die geen gevoel voor schoonheid heeft, wat eigenlijk de bloesem van de waarheid is, heeft ook geen waarheidszin, die als nuttig levenszaad op de bloesem volgt.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarmee wil Ik niet zeggen, dat iemand daarom niets anders moet doen dan vooral alleen maar proberen zijn huis, zijn tuinen en zijn akkers en weiden door allerlei aardse, kostbare middelen tot een dusdanige schoonheid te verheffen dat alle mensen daarover in opperste verbazing zouden moeten raken. Want zo'n onmetelijke schoonheidszin zou maar al te gauw ontaarden in de grootste eigendunk, eigenliefde, hoogmoed en heerszucht; het zou voor de armere mensen maar al te zeer een getuigenis zijn dat de eigenaar van die pracht overmatig rijk moet zijn. Men zou bijvoorbeeld om iets van hem gedaan te krijgen, hem kunnen gaan eren door zijn pracht te zeer te bewonderen, waardoor deze man maar al te gemakkelijk zich te veel zou gaan verbeelden en zich dan nog meer zou inspannen om te maken dat de mensen nog onderdaniger zouden worden, en tenslotte over de bewonderaars zelfs als heerser zou gaan optreden.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dus met zo'n overdreven gevoel voor pracht en schoonheid is het niets gedaan, omdat het tenslotte nog slechter is dan lui en vuil te zijn. Zoiets heet hoogmoed van de menselijke natuur, en is een zonde die de ziel nooit tot het eeuwige leven brengt. Maar het gevoel voor schoonheid en orde, dat slechts door zijn vlijt en ware ijver voor al het schone, ware en goede iets doet ontstaan, zoals deze tuin, is een deugd die voor iedereen heel aanbevelingswaardig is.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik Zelf onderwees de hoofdman en zijn zoon, die alles wat zij hoorden met de grootste vreugde en met een vast geloof aannamen. En zo verliep onder goede gesprekken en werken ook deze dag, en Ik gaf de priesters nog een keer opdracht om naar Chotinodora te gaan, wat zij plechtig beloofden te doen. Daarna gingen wij rusten en reisden vroeg in de ochtend, begeleid door de hoofdman en zijn genezen zoon, en met veel groeten van de tollenaar, over het water naar de belangrijke oude stad Serrhe.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Omdat wij al tamelijk laat 's avonds met het grote gezelschap in deze stad aankwamen, baarde onze aankomst vrijwel geen opzien. Wij namen het vriendelijk aangeboden onderdak bij de overste aan, waar wij heel goed verzorgd ongeveer vijf dagen bleven.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Niet ver van deze stad op een tamelijk hoge heuvel stond een tempel, die alleen aan de wijsheid gewijd was. In deze tempel stond geen afgodsbeeld, maar op een altaar lagen allerhande boeken en oeroude geschriften. Daarin stonden allerlei wijze woorden om over na te denken en veel profetieën uit de oudste tijden.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Op de vierde dag bezochten wij deze tempel met zijn drie oude priesters. Wij waren met vierhonderd mensen, omdat velen uit de stad ons volgden, want wij hadden daar allerlei zieken genezen, blinde ziende en doven horend gemaakt, en velen namen de leer aan en leefden voortaan volgens haar regels voor het leven.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen we bij de tempel aankwamen en de drie priesters de Romeinse overste in het oog kregen, kwamen zij uit de tempel die anders meestal gesloten was, tevoorschijn en vroegen heel eerbiedig aan de overste wat hij op deze ongewone tijd wenste.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  374 - 375 - 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399  ...