17481 resultaten - Pagina 388 van 1166
... 376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 ...
[5] En Lazarus zei: 'Jullie zijn toch ook mensen! Waarom bekommeren jullie je zo weinig om datgene wat er nu in mijn huis gebeurt? Wij weten wel waar deze tenten, de tafels, het tafelgerei, de wijn en de spijzen vandaan komen. Als jullie daar meer je best voor hadden gedaan, wisten jullie het ook. Maar het kan jullie weinig schelen en dus weten jullie dan ook zo goed als niets! Wie is dan degene die nu al ongeveer vier dagen lang met Zijn leerlingen hier in mijn huis woont?'Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Rafaël zei: 'Laat jij deze zaak maar rusten, dat zal ik wel met deze mensen afhandelen, want jij zou wel eens wat in de war kunnen raken en deze mensen of teveel ofte weinig zeggen en geen van beide zou juist zijn! Laat jij dus, zoals gezegd, deze zaak maar rusten, want dat zal ik wel allemaal doen!'
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen zei de engel tegen hen: 'Jullie zien dat ik geen van de stenen in jullie handen ook maar met een vinger aanraak. Zodra ik echter met mijn wil zeg: 'Los op in je etherische oerstof dan zal er geen stofje van deze stenen in jullie handen overblijven!'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Rafaël zei: 'Mijn vriend, het is bij lange na niet zoals jij het je nu voorstelt, maar heel anders! Ook de Grieken, net als de Romeinen en de oude Egyptenaren, hebben ooit op hetzelfde punt gestaan, waarop zich nu nog een gering aantaljoden bevindt. Maar zij verlieten de enig ware God, zoals nu ook weer heel veel joden Hem helemaal verlaten en zich vrijwillig van Hem afwenden; degenen die zo de enig ware God verlieten, verliet Hij toen ook en Hij liet hen over aan hun ijdele wereldroes.
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] De engel zei: 'Nou, nou, dat zullen we wel zien! Maar ik denk dat je voorlopig van de manier waarop wij spijzen bereiden even weinig zult begrijpen als van mijn vernietiging van de harde stenen zoëven. Maar dat is ook niet zo belangrijk; er zijn hier nog heel andere dingen, die je kunt leren kennen en die van meer nut voor je zullen zijn dan te weten, hoe wij onze spijzen klaarmaken. Als je daarmee instemt, kun je morgen terugkomen, maar voor de bereiding van de spijzen hoef je niet terug te komen, omdat ik je nu al gezegd heb, hoe het daarmee staat.'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] 's morgens pakten zij hun spullen bij elkaar en maakten alles gereed voor het vertrek. Maar allen verschoven het vertrek naar de eerstvolgende dag, want zij besloten allemaal om tegen elke prijs meer over deze wonderlijke zaak te weten te komen. Daarom besloten zij deze komende dag in ieder geval geheel aan deze zaak te wijden. En ze konden haast niet tot de middag wachten.
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar dat was allemaal niets vergeleken bij deze jongeman, wiens meisjesachtig uiterlijk volgens onze Romeinse opvattingen eigenlijk heel zelden een teken van grote geestkracht is. De zogenaamde Adonissen en Venussen worden bij ons altijd gezien als de meest geestloze mensen, en daar waren maar heel weinig uitzonderingen op. En deze jonge man is verreweg de allermooiste die mij ooit onder ogen is gekomen. Als hij vrouwenkleding aan zou hebben, was hij verreweg het mooiste meisje op de hele aardbol. En toch bezit hij zo'n goddelijk grote geest, dat hem evenals Uzelf, o Heer en Meester, compleet alles mogelijk is. U ziet, o Heer, dat ik nu mijn begeerte om over deze merkwaardige jonge man iets te weten te komen, niet meer kan beteugelen en daarom zou U mij eindelijk toch wel eens kunnen zeggen wat er met deze jongen aan de hand is.'
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Vriend, als Ik, zoals jullie mensen, met een of andere zwakheid behept zou zijn, dan zou Ik je ronduit zeggen wat er met deze jongeling aan de hand is, maar omdat Ik helemaal geen menselijke zwakheden bezit en in Mijn geest reeds van eeuwigheid goed inzie, wat voor ieder mens binnen de ontwikkelingssfeer van zijn ziel h ct heilzaams te is, zeg Ik nooit tegen iemand een woord waaraan Ik Mij een paar dagen later niet meer zou willen houden, en dus blijft het erbij dat jij deze jongeman uit jezelf nog heel goed zult leren kennen.
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik zei: 'Broeder, maak jij je maar nergens zorgen over zolang Ik bij je ben, want zonder Mijn wil komt er zelfs geen vlieg in deze tuin, laat staan een mens! Maar let nu wel goed op, want er zullen nog zeven van zulke zuilen opstijgen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Lazarus en ook Mijn leerlingen dachten dat de rabbi eigenlijk wel gelijk had en dat het gemeen was van de jonge dwazen van Jeruzalem om de oude man zo te bespotten.
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] O, wat een verschrikkelijke dag in de nacht! Het is nu nog maar net het vijfde uur van de nacht en buiten is het zo licht als op het midden van de dag! Daarom ga ik jullie nu verlaten en ga terug naar huis naar mijn familie, om hen zoveel mogelijk te troosten.'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Nikodemus zei: 'Jawel, jawel, je hebt juist en goed geantwoord en mijn hart met je vriendelijke woorden erg gesterkt, waarvoor ik je van ganser harte dankbaar ben, maar je hebt me nu nog niet verteld of je op je verre reizen in Perzië en Arabië ooit iets dergelijks hebt gezien!'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Nikodemus zei: 'O, dan zal het nog erger worden in de stad en in de hele omgeving! Wat zullen je beide zusters thuis doen? Die zullen zich van angst wel geen raad weten, net als mijn familie thuis!'
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Lazarus zei: 'Nu minder dan voorheen, want omdat het verloop van het verschijnsel hun te regelmatig en te systematisch voorkomt, beginnen velen deze zaak nu de Indische magiërs in de schoenen te schuiven, die hier misschien binnenkort zullen aankomen.'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Het merkwaardige daarbij is alleen dat Hij bij de Romeinen een grote aanhang heeft, en Hem bij het verbreiden van Zijn leer helemaal niets door hen in de weg wordt gelegd! Dat acht ik een belangrijk kenmerk voor de echtheid van Zijn Messias - zijn. Maar weet je nu niet waar Hij vanuit Jeruzalem naartoe is gegaan? Bij deze gelegenheid zou ik Hem zelf graag opzoeken om met Hem te spreken. ,
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)