Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 388 van 1112

...  376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401  ...
[3] Want wanne,er de mens met lichaam en ziel alleen bestemd zou zijn voor deze materiële wereld die, al is zij nog zo groot, toch haar grenzen heeft, dan zou als gevolg van de dagelijkse toename van het aantal mensen als die ook dat hun lichaam betreft onsterfelijk zouden zijn, deze aarde ai gauw te klem en te beperkt worden voor de mensen, temeer daar ze uit veel meer water dan vaste, bewoonbare grond bestaat; God zou na een bepaalde tijd de mensen onvruchtbaar moeten maken en ze ook niet meer ouder moeten laten worden, zodat ze dan in een bepaalde normale kracht en sterkte eeuwig konden voortleven en de aardbodem bewerken voor hun levensonderhoud.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Dat de mensen echter na verloop van tijd ook genoeg zouden krijgen van zo'n noodzakelijkerwijs eentonig leven, kunnen we met zekerheid aannemen; want de dagelijkse ervaring leert ons immers, dat iedereen in een en dezelfde steeds gelijke levensomstandigheid zich erg begint te vervelen en snakt naar verandering, en omdat zelfs de meest vindingrijke mens na vele duizenden jaren toch aan het eind is gekomen met al zijn geliefde veranderingen, zou hij tenslotte in de grootste verveling terecht komen, die hij. nergens meer mee zou kunnen verjagen.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Als de almachtige God echter zeer wijs is, dan is Hij ook zeer goed en rechtvaardig en heeft Hij met ons mensen zeker ware en goede bedoelingen en heeft Hij door de mond van de profeten en andere wijze mensen ook aan alle andere mensen meegedeeld, wat voor bedoelingen Hij met ons mensen heeft, en wat de mensen moeten doen om reeds hier op aarde een goed en zalig voorleven te genieten en zich door middel van dit voorleven zo bekwaam en ontvankelijk mogelijk te maken voor het daaropvolgende eeuwige leven.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ook dat zullen de ouderen onder jullie zich nog zeker herinneren, alhoewel niet het feit dat Hij aan de woede van Herodes ontsnapt is en na drie jaar weer uit Egypte naar Nazareth is teruggekeerd.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een God echter, die dat gedaan heeft en nog voortdurend doet, heeft niet eens een mug, en zeker niet ons mensen als een beklagenswaardig speelgoed voor Zijn grillen geschapen! Of kan men zich een wijs en derhalve ook goed mens voorstellen, die er behagen in zou scheppen om te zien hoe zijn arme medemensen voortdurend op de afschuwelijkste manier gekweld worden? Voorzover ik de mensen in alle opzichten heb bekeken, heb ik ook steeds gemerkt, dat God de mens volstrekt geen kwaad berokkent; dat doen de mensen elkaar en maar al te vaak en het meest zichzelf aan. Want ten eerste drijft hun nooit te bevredigen .zelfzucht en hebzucht de mensen ertoe, elkaar zoveel mogelijk te achtervolgen en elkaar daardoor allerlei kwaad aan te doen; en omdat ze daarbij geen acht meer slaan op de geopenbaarde wil van God, krijgen ze door de meest ongeregelde leefwijzen ook allerlei lichamelijke ziekten, die hun dit voorleven ten zeerste vergallen.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De mens is er volgens jouw opvatting door God toe geroepen, om zich door middel van een goed. geordend voorleven op deze aarde een ware en met de bedoeling van God overeenkomende soliditeit van zijn ziel te verschaffen - want dat dat in de bedoeling van God ligt, blijkt immers duidelijk uit alle openbaringen die door de mond van de aartsvaders en de profeten tot ons zijn gekomen. Maar wat gebeurt er aan gene zijde met de kinderen, bij wie vanwege hun vroege dood eigenlijk noch van een ongeordend en nog minder van een geordend voorafgaand proefleven sprake is geweest? Wanneer de ziel van de mens alleen door een goed geordend voorafgaand proefleven het gedegen, ware, eeuwige leven kan bereiken, waardoor bereikt de ziel van een kind dat dan? Of sterft de kinderziel samen met het lichaam?'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Daarop zegt de eerste spreker weer: 'Nu, het is goed dat je dit onderwerp aansnijdt! Dat jij veel met de wonderbare Galileeër op hebt, weten wij al een hele tijd, en wij hebben je dat, juist of onjuist, ook wel te kennen gegeven. Dat is voor ons niets nieuws. Maar aangezien jij die man zeker beter kent dan wij en wij nu hopelijk weer goede vrienden zijn geworden, omdat jij doorjouw gave, die ons voorheen onbekend was, je ervan overtuigd hebt hoe wij er eigenlijk over denken, is het nu misschien het beste moment, dat jij ons die man nader laat leren kennen. Je hoeft ons daarvoor helemaal niet te zeggen waar hij zich op dit moment ophoudt, omdat wij van het belachelijke besluit van de tempel toch nooit meer gebruik willen en zullen maken; en ook hoeven wij de Galileeër niet nader te leren kennen vanwege de geslepen tempelpriesters, maar alleen ter wille van onszelf; daarom kun je nu wel heel openlijk met ons over Hem spreken!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Zijn leringen zijn geheel en al die van Mozes en de profeten, en Zijn wonderen doet Hij alleen waar het nodig is, en Hij laat zich daar nooit iets voor betalen. Kortom, Zijn krachtige woord is het zuiverste godswoord, Zijn wijsheid Gods wijsheid, en Zijn daden zijn eveneens puur Gods daden, omdat geen mens in staat is die te doen.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] De eerste spreker zei: 'Ja, ja vriend, je hebt heel goed gesproken, en met de Galileeër zal het ook wel zo gesteld zijn; maar men moet er ook over nadenken hoe men zich op een goede manier van de tempel kan vrijmaken, zonder dat het de overige ambtgenoten opvalt. Als we niet de oudsten van de tempel waren, konden we onder een of ander voorwendsel de tempel verlaten, bijvoorbeeld om als jodenapostelen heidenen tot het jodendom te bekeren; maar wij zijn daarvoor al te oud en bekleden de voornaamste posities in de tempel, en daarom is dat een moeilijke kwestie.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Lazarus zei: 'Vriend eerlijk gezegd, wanneer men in zichzelf volledig overtuigd is van zo 'n grote en al het zonlicht overtreffende waarheid, maar het niet aandurft om zich voor het oog van de wereld openlijk ten gunste van die waarheid uit te spreken -ongeacht de positie die men in deze wereld inneemt -dan is men daarin te vergelijken met een mens, die niet koud en ook niet warm is. Als ik nu bedenk en volgens de sterkste en meest onweerlegbare bewijzen gelovig moet bekennen: 'Dat is de Heer Zelf, door Wiens liefde, genade en wil ik leef]' -zoals alle profeten over Hem hebben voorspeld -dan betekent Hij alleen alles voor mij en de hele wereld en de hele tempel niets meer! Hij heeft nu vervuld wat Hij heeft beloofd; Hij, die op Sinaï aan Mozes en aan onze vaderen de geboden heeft gegeven, is nu lijfelijk onder ons en toont ons door woorden en daden, dat Hij het is, de eeuwig getrouwe, waarachtige Jehova. Hoe is het voor een mens nog mogelijk om zich bij zo'n belangrijke levenskwestie lauw te gedragen?
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij kunnen nu in de Hoge Raad matigend werken voor de Galileeër en zó menige belemmering bij zijn verheven leraarschap voor hem uit de weg ruimen, omdat wij als oudsten van de tempel toch wel een grote invloed hebben op de hogepriester, die voor zijn omgeving een ware tiran is. Bij een goede gelegenheid kunnen wij hem ook veel buitengewone dingen vertellen en hem laten zien, wie de door hem zo gehate Galileeër is, en dat het waanzin is om zich als zwak mens op te stellen tegenover iemand, wiens wil in staat is een hele wereld en één ogenblik te vernietigen.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ooit bestonden er profetenscholen, waar alleen mensen werden opgenomen, en wel als jongeling, die reeds vanaf hun geboorte door bepaalde bijzondere eigenschappen van zich hadden doen spreken; vooral zou daar een uiterst zedelijk en, wat de vleselijke natuur van de mens betreft, ook een uiterst kuis karakter voor nodig geweest zijn.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Welnu, wij zien wel in dat zich in een zedelijk geheelonbedorven mens heel andere vermogens kunnen ontwikkelen dan in de zieke natuur van een heel gewoon, zinnelijk onzedelijk mens; maar zo'n met buitengewone vermogens begiftigd mens kan daarom toch nog lang niet en eigenlijk helemaal nooit zeggen dat hij, vergeleken met andere, van nature zwakke mensen, een God is.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Aan de zeven mannen uit het verre Achter-Egypte heeft de innerlijke geest getoond, dat bij ons joden de grote belofte volledig in vervulling is gegaan, en zij begaven zich op weg en kwamen, door de geest geleid, bij ons, om zelf de Heer van alle heerlijkheid als mens met de mensen te zien omgaan en Hem te zien onderwijzen. En wij zijn zo blind dat wij nog niet willen inzien, wat die ver hier vandaan wonende mensen al in het helderste licht zien.
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Nu doet de wonderbare Galileeër ook grote en voor iedereen hoogst opvallende wonderen, spreekt bovendien ook werkelijk zeer wijze woorden en zegt dat hij Christus is! Welnu, dat hij van zichzelf beweert, wat geen enkele andere wonderdoener van zichzelf beweerd heeft, bewijst nog niet voldoende dat hij ook werkelijk is waarvoor hij zich tegenover de mensen uitgeeft. Wij nemen het nu op grond van jouw getuigenis wel aan en geloven dat dat inderdaad het geval is; maar dat neemt niet weg, dat wij de kwestie toch nog altijd in alle opzichten moeten onderzoeken. Vinden wij daarbij nergens een ook maar een schijnbare tegenstrijdigheid, dan zullen wij ook onmiddellijk doen wat jij ons werkelijk zeer wijs en vriendelijk hebt aangeraden.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  376 - 377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401  ...