Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 389 van 1110

...  377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402  ...
[4] Ik zei: 'Ik hoef toch werkelijk niet aan jullie te vragen, wat Ik verder nog moet doen of zeggen! Toen Johannes het volk onderwees en tot boetedoening maande, zijn jullie ook zo opgetreden om jullie werelds recht te handhaven, maar jullie deden geen boete en je hield ook het volk ervan af door jullie huichelachtige woorden, wat jullie daarnet ook weer deden. Maar daardoor zullen jullie jezelf ook des te meer verdoemenis op de hals halen. Dat zegt Degene tegen je die de macht heeft om je te behouden of je te gronde te laten gaan, afhankelijk van wat jullie met je handelwijze willen bereiken.
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie dwazen van hart en verstand! Wanneer je zelf God je vader noemt en zegt dat men Gods naam niet mag lasteren, - hoe kunnen jullie dan God gelijk stellen aan de mens?! Wat is dan het verschil als jullie God jullie vader noemen, maar ook degene die jullie verwekt heeft in de schoot van een vrouw?
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Jullie willen schriftgeleerden zijn en kennen niet meer het verschil tussen de oer-Hebreeuws woorden 'jeoua' en 'jeoutza'! Het eerstgenoemde betekent 'vader' en het tweede 'verwekker'. En als dat zo is en niet anders, - wie anders dan jullie zelf hebben het volk dan in de grootste verwarring gebracht?'
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Daarom wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, dwaze huichelaars! Door jullie grote traagheid, domheid en boosheid vergrendelen jullie steeds het ware hemelrijk voor degenen die daar binnen willen gaan. Waarlijk, jullie zullen er ook niet in komen en niemand die in het vervolg zo zal handelen als jullie nu.
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Zelf komen jullie het Godsrijk van de waarheid en het leven niet binnen, en degenen die er op een of andere manier nog binnen willen gaan, laten jullie er niet in, maar vervolgen en vervloeken jullie .en versperren hun op deze manier alle wegen naar het licht en het eeuwige leven. Daarom ook zal des te meer vervloeking jullie deel zijn!
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Om nog een andere reden zeg Ik wee, jullie schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Jullie verslinden het bezit van de weduwen en wezen en wenden voor, dat jullie daar lange en krachtige gebeden voor uitspreken! Ook daarvoor zal des te meer vervloeking op jullie komen te rusten!
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Nog meer redenen om te zeggen wee, jullie schriftgeleerden en Farizeeën, vreselijke huichelaars! Jullie reizen over land en zee om ergens een heiden tot jood te maken; als hij het geworden is, maken jullie er al gauw een kind van de hel van, tweemaal zo erg als jullie zelf. Ook daarvoor zullen jullie je loon in de heloogsten!
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nogmaals wee, jullie verblinde leiders, die zeggen: Als men zweert bij de tempel, heeft dat niets te betekenen; maar wie bij het goud van de tempel een valse eed aflegt, is schuldig en strafbaar! O, dwazen en blinden! Wat is groter en meer: de tempel waardoor het goud geheiligd wordt, of het op zichzelf waardeloze goud?
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Zo spreken en onderwijzen jullie ook: Als iemand zweert bij het altaar, heeft dat geen betekenis, maar als iemand valselijk zweert bij het offer dat op het altaar ligt, is hij schuldig en strafbaar. O, dwazen en blinden! Wat is ook hier groter: het offer of het altaar dat het offer heiligt?
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] O, totaal verblinde leiders: Muggen ziften jullie uit, maar jullie verzwelgen wel kamelen! Wee, jullie schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars in alle opzichten, die de in de tempel geheiligde bekers en schalen van buiten wel schoon houden, maar wie het niets kan schelen als deze vaten van binnen vol roof en buitensporige vraatzucht zijn! O, jij blinde Farizeeër, reinig eerst de binnenkant van de beker en de schaal, zodat vervolgens ook de buitenkant naar waarheid rein wordt!
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] En nog veel meer wee over jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, jullie allemaal! Jullie zijn als de witgekalkte graven, die zien er van buiten ook stralend schoon uit, maar van binnen zitten ze vol doodsbeenderen en weerzinwekkend vuil. Zulke graven geven precies weer wat jullie zijn. Ook jullie maken van buiten een vrome indruk op de mensen; maar van binnen zitten jullie vol huichelarij en allerlei ondeugden.
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarom moet ieder wandelen zoals hij wil! Het is voor de mens meer dan genoeg dat hij de wegen kent en de vaststaande gevolgen die hij te verwachten heeft, of ze nu goed of slecht zijn. Want ieder mens die tot het gebruik van zijn rede en zijn verstand komt, weet wat volgens de openbaringen uit de hemelen juist en goed -en ook, wat onjuist en slecht is. De keuze om daarnaar te handelen is geheel aan zijn vrije wil overgelaten.
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En veelvoudig wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeën, door en door schijnheiligen! Jullie bouwen nu grafmonumenten voor de oude profeten en verfraaien zo de graven van die rechtvaardigen en klagen als volgt: 'O, als wij ten tijde van onze vaderen in de wereld waren geweest, zouden wij niet samen met de blinde vaderen schuldig zijn aan hun onschuldig vergoten bloed! ' Maar daarmee geven jullie juist zelf het getuigenis, dat jullie ware kinderen zijn van hen die de profeten hebben gedood! Welaan, maak dan ook aan Mij de boze maat van jullie vaderen vol, zoals jullie reeds aan Zacharias en aan Johannes de maat hebben vol gemaakt! Slangen, addergebroed, hoe willen Jullie ontsnappen aan de helse verdoemenis als jullie je zo gedragen?!''
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Daarom heeft God de mens geboden gegeven voor het heil van hun ziel. Als hij die opvolgt, zal hij leven en eeuwig gelukkig zijn; maar als hij ze helemaal niet wil opvolgen, zal alleen hijzelf zich daarvoor straffen. Want God heeft eenmaal een geheel vaste en onveranderlijke orde ingesteld, zonder welke het bestaan van geen enkel schepsel denkbaar is. Deze orde heeft Hij de vrije mens door vele openbaringen getrouw bekendgemaakt en de mens moet zich daar volgens zijn geheel vrije wil naar richten, laten leiden en ontwikkelen. Doet de mens dat, dan zal hij zichzelf vervolmaken volgens Gods wil en een vrij, zelfstandig, op God gelijkend wezen worden, dat is toegerust met alle goddelijke liefde, wijsheid, macht en kracht; en daardoor zal hij dan het ware kindschap van God erven. Dit kan hij onmogelijk op een andere manier verwerven dan via de wegen die hem te allen tijde hoogst getrouw zijn meegedeeld, ten behoeve van dit allerhoogste doel.
Hoofdstuk 201: De Heer kalmeert het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: ' Als jullie waarachtig aan Mij geloven, moeten jullie Mijn wijsheid, die alle dingen in de wereld leidt en beslecht, ook niet vóór willen zijn, maar je moetje geduld met het Mijne verenigen en denken: in deze wereld, waar de levensvrijheid op de proef wordt gesteld, is de orde voor ééns en voor altijd zo, dat ieder mens kan doen wat hij wil. Want alleen door volledige wilsvrijheid kan hij het eeuwige leven van zijn ziel bevechten. En zoals hij een vrije wil heeft, heeft hij ook een juist denkvermogen en een vrij verstand, waarmee hij al het goede en ware kan onderscheiden en beoordelen; en hij kan dan ook dienovereenkomstig handelen, omdat de krachten hem daarvoor rijkelijk gegeven zijn.
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  377 - 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402  ...