Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 390 van 1110

...  378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403  ...
[9] Als jullie dat goed begrijpen, mogen jullie niet klagen over Mijn geduld en lankmoedigheid; want op deze aarde, die een opvoedingshuis voor toekomstige ware kinderen van God is, moet dat nu eenmaal zo zijn en het kan onmogelijk anders.
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Als jullie dit nu begrepen hebben, oefen jezelf dan ook in geduld en heb dan ook in jezelf een waar medelijden niet alleen met de zieke lichamen, maar meer nog met de zieke en blinde zielen van de mensen, dan zullen jullie op de minst moeilijke en snelste wijze tot ware en volledige gelijkenis met God komen en worden als de engelen in de hemel!'
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een van de gematigde Farizeeën zei nu weer: 'Meester, ik en nog meerderen van ons, zien wel in dat u een geweldige leraar bent en vrij en open spreekt zonder enig aanzien des persoons, en het is ook geheel en al waar dat aan ieder mens de juiste weg tot het leven door de profeten is geopenbaard! Wel, aan deze openbaringen zouden de mensen toch ook meer dan voldoende hebben; waarom wordt het dan toegelaten dat er nog aardse koningen en machthebbers met hun eigen slechte wereldse wetten komen en daardoor de arme, zwakke mensheid nog het meest schade toebrengen? Volgens mij zou dat echt niet nodig zijn. Want hoe de mensen volgens de wil en de onveranderlijke orde van God moeten leven en handelen, is in de openbaringen immers volledig uiteengezet. Waartoe worden dan nog die al te heers en hebzuchtige vorsten, koningen en nu zelfs keizers toegelaten?'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En als dat zo is, hoe kan God zo'n diep gezonken volk dan nog helpen, als het ondanks zijn grote ellende alle hulp die God hun biedt, hardnekkig van de hand wijst? En waar het er zo aan toe gaat als nu bij jullie, heeft het geen zin om de vraag te stellen, waarom God naast de openbaringen ook wereldse regenten toelaat, die met hun wereldse wetten de mensen schade toebrengen.
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Willen de mensen dan iets anders of willen jullie het? Als jullie het wilden, zouden jullie nu gelovig naar Mij luisteren en handelen overeenkomstig Mijn leer; want Ik, de Heer Zelf, ben naar jullie toegekomen omdat Ik jullie wil redden. Maar wat doen jullie? Jullie doen niets anders dan beraadslagen, om te kijken hoe je Mij te pakken kunt nemen en doden! En als jullie, en vele duizenden met jullie dat doen, zeg dan zelf wie, buiten Mij, jullie nog kan redden en helpen!'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] O Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot je zijn gezonden! Hoe vaak heb Ik je kinderen willen vergaderen als een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert; en jullie, kinderen, wilden je niet onder de hoede van Mijn vleugels laten brengen! Daarom zal dit huis van jullie zo eenzaam en verlaten worden dat er zelfs geen nachtuilen en kraaien binnen zijn muren zullen wonen!
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Onthoud dat, opdat jullie, wanneer dat binnenkort allemaal over jullie en je kinderen zal komen, je zult herinneren, dat Ik het jullie van te voren heb gezegd en hoe jullie dat ook 's nachts door een verschijnsel aan de hemel in een beeld te zien werd gegeven!'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Daarom probeerden ze ook met behulp van valse profeten, waarvan jullie nog een treurig overblijfsel zijn, het volk te misleiden en het blind te maken voor de ene en ware God. En daardoor kan het uit zichzelf, zonder. door God daartoe geroepen mensen, de juiste weg tot God niet meer vinden, maar leeft het verder in zijn gewoon geworden afgoderij en probeert het van zijn koning of diens gunstelingen door allerlei middelen, - ook al zijn die op zichzelf nog zo slecht -, alleen maar aardse voordelen te verkrijgen. Komt er dan, door God geroepen, een echte profeet, dan wordt die niet alleen niet als zodanig herkend, maar ook nog als godslasteraar vervolgd en vaak gedood, zoals dat bij jullie al heel vaak het geval is geweest.
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zei: 'De oorzaak daarvan is dat jullie al sinds lange tijd de wetten van Mozes en de profeten hebben verworpen en daarvoor in de plaats jullie eigen slechte en onzinnige voorschriften hebben ingevoerd. Die wereldse voorschriften waren jullie liever dan Gods wijze geboden en dus heeft God dan ook alles aan jullie laten geschieden wat jullie altijd gewild hebben en nog steeds willen; want als jullie Gods geboden en de leer van de profeten liever zouden willen dan de wetten van de wereld, dan zouden jullie naar Mij luisteren, je bekeren en handelen overeenkomstig Mijn leer; Ik predik immers niets anders dan het oude woord van God, waarvan jullie zo zeer zijn afgeweken, dat jullie niet meer in staat zijn om te herkennen, dat het dat woord is, wat uit Mijn mond komt. J ullie haten en vervolgen Mij echter alsof Ik een zondaar en misdadiger ben, en dus blijven jullie onder de heerschappij van de roede en het zwaard van de heidenen.
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Er staat echter ook geschreven: 'Zie, Ik zend jullie profeten, wijzen en echte schriftgeleerden! Van hen zullen jullie sommigen doden en zelfs kruisigen zoals de heidenen doen, en weer anderen zullen jullie geselen in jullie synagogen en vervolgen van de ene stad naar de andere, opdat over jullie kome het bloed van al die rechtvaardigen, zoals van de vrome Abel, die door Kaïn werd neergeslagen, tot aan het bloed van Zacharias, die een zoon was van de vrome Berekja en die jullie gedood hebben tussen de tempelvoorhang en het offeraltaar. Waarlijk, Ik zeg jullie nu: omdat jullie zo gehandeld hebben en ook nu nog zo handelen, is dat allemaal over jullie gekomen, en er zullen nog veel ergere dingen over jullie komen; want jullie willen het zelf zo en veroorzaken dat ook zelf!
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Ik zei: 'Met al de Mijnen zal Ik de tempel nu spoedig verlaten en jullie zullen Mij hier niet eerder zien komen dan totdat jullie zullen roepen: 'Heil aan Hem, die komt in de naam des Heren!"
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ze hebben via hun spionnen ontdekt dat Ik met Mijn leerlingen en alle andere vrienden deze berg ben opgegaan en er zal amper twee uur voorbijgaan of wij zullen hun nieuwe knechten en achtervolgers hier te zien krijgen. Maar Mijn tijd, waarover Ik met jullie reeds gesproken heb, is nog niet aangebroken, daarom zal Ik hen door Mijn Rafaël, maar eerst door de zeven hier nog aanwezige Opper-Egyptenaren, flink laten tuchtigen, dan zullen ze ons weer een tijd lang met rust laten. Maar nu gaan we aan tafel om onze ledematen te versterken! Degenen die beneden zijn moeten maar doen wat zij willen!'
Hoofdstuk 204: De Heer met de Zijnen op de Olijfberg Uit de jongelingsjaren van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Hier kwam Rafaël met de hem toevertrouwde schare en deelde Agricola mee, dat hij nu volgens Mijn wil alle jonge mensen Romeins, Grieks en ook de taal der joden had leren spreken en dat ze in Rome daarom goed te gebruiken zouden zijn, omdat ze de genoemde talen niet alleen volledig konden spreken, maar ook konden schrijven en lezen.
Hoofdstuk 204: De Heer met de Zijnen op de Olijfberg Uit de jongelingsjaren van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei de heiden heel opgewonden tegen Jozef: 'Nou., je bent toch wel een eigenaardige man! Ik ben weliswaar een Griek, maar Ikzelf en mijn hele familie hebben onze vele goden allang over boord geworpen, de zee in, en geloven nu aan dezelfde God als jij en hebben van Hem ook al menig onmiskenbare genade ontvangen. Maar dat wij de besnijdenis niet aannemen, komt omdat wij ons niet willen onderwerpen aan jullie onverzadigbare tempel, maar alleen aan God de Heer, die nu nergens erger ontheiligd en onteerd wordt dan in jullie tempel, waarvan wij heidenen de snode inrichting beter kennen dan jullie joden, die door jullie tempel. al helemaal zijn afgestompt. En als jullie enig ware God ook over ons heidenen Zijn zon laat schijnen, waarom verachten jullie ons dan?'
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen zei Jozef 'je vergist je als je denkt dat wij joden jullie verachten; maar wij hebben een gebod van Mozes dat ons de omgang met heidenen verbiedt en ook verbiedt om handel met hen te drijven. Als een zuivere jood dat doet, verliest hij voor lange tijd zijn zuiverheid en zie, ik ben nog een jood die heel die wet van kind af aan streng in acht heeft genomen en er nu op zijn oude dag niet meer aan begint om daartegen te zondigen!'
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403  ...