Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 390 van 1490

...  378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403  ...
[13] Maar toen zei DE REUS: 'Beste vrienden, hoewel ik nog maar pas leerling van deze Meester en Godmens ben, deel ik deze mening niet! Hoe gaat het dan met een kind, waarin vaak ook al heel vroeg een kwade wil tot uiting komt? Moet het niet de wijze wil van zijn ouders gehoorzamen, en zijn eigen wil tenslotte alleen maar gebruiken om datgene te doen wat zijn ouders willen? En als het mettertijd meer en meer gewend geraakt is aan de wil van zijn ouders, wordt het zelf wijs, weet dan wat juist en goed is en verafschuwt uit zichzelf het kwade, verkeerde en onrechtvaardige. Daardoor komt het pas tot het ware zelfbewustzijn en tot de ware, redelijke zelfstandigheid. Zou het kind echter ooit zover gekomen zijn als het niet de wil van de wijze ouders tot de zijne gemaakt had?!
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Daarvoor bedankten de tien Mij uitbundig, en de hoofdman verheugde zich er erg over en hij vroeg Mij hoelang Ik nog op deze plaats zou blijven.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] En IK zei: 'Vriend, dat hangt af van de omstandigheden en de wil van Hem die Mij naar deze wereld gezonden heeft; want ook Ik, puur als mens gezien, moet Mij streng houden aan wat de Vader in de hemel Mij opdraagt! Alles wat van de Vader komt is weliswaar ook van Mij, en Ik en de Vader zijn eigenlijk één, -maar toch telt bij Mij de liefde meer dan haar licht, de wijsheid. Daarom kan ook Mijn wijsheid Mijn liefde niets voorschrijven, maar alleen omgekeerd. Je zult het echter nog wel te horen krijgen hoelang Ik hier nog zal blijven.'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Deze middag bleven zij bij hem; de volgende morgen zond hij hen echter met goede leiders en speciale aanbevelingen naar Sidon naar Cyrenius, die bij hun aankomst buiten zichzelf was van blijdschap toen hij hoorde dat zij bij Mij geweest waren en Mijn leer hadden aangenomen. Hij hield hen meer dan een maand bij zich en zond hen met een goede en veilige gelegenheid naar Rome, waar zij door de keizer ook heel goed ontvangen werden en meteen hoge militaire functies kregen, en waar de reus zelfs in het paleis van de keizer als zijn lijfwacht langere tijd verbleef en veel goede dingen deed, omdat de keizer hem vaak en graag over zeer geheime zaken raad vroeg.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ik bleef met de leerlingen de hele dag in het huis van Matthias en vertelde hem veel van wat Mij allemaal op deze reis van verscheidene weken overkomen was, hetgeen de waard in hoge mate interesseerde. De leerlingen gingen echter gezamenlijk naar buiten -behalve Johannes en Matthéus, die tot de avond hun aantekeningen ordenden en op elkaar afstemden. Ook de twintig Joodse Grieken gingen naar buiten en genoten van de aanblik van de zeer levendige, bewogen zee.
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE LEERLINGEN zeiden: 'Ja, ja, in dit opzicht heb je wel gelijk, en daarvoor kunnen wij je alleen maar prijzen! Maar het is toch ook waar dat ieder mens uiteindelijk met het gezicht dat hij gekregen heeft, volkomen tevreden moet zijn; want ondanks alle ontevredenheid zou hij geen ander krijgen. En kort en goed, alle eer aan de grote wijsheid, macht en goedheid van onze Heer en Meester, -maar een mens wordt daardoor toch nooit een vrije God, en God nooit een beperkt mens! En daarmee hebben we veel en alles gezegd, want dat een mens met zijn toch al hoogst beperkte krachten alles moet doen en uiteindelijk nog bij zichzelf moet zeggen -en dat zelfs met een volledige innerlijke overtuiging -, dat hij helemaal niets gedaan heeft en slechts een onverantwoordelijke, luie en onnutte knecht was, is zo'n vreemde eis, als er geen tweede op deze aarde ooit gehoord is!
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als jullie nu echter alleen nog als natuurlijk levende mensen handelen en in dat handelen jullie eigen eer zoeken, als jullie jezelf goed vinden, dan zijn jullie net als de Farizeeën in de tempel die zich voor God rechtvaardigen, en dan zeggen jullie ook: 'Heer, ik dank U dat ik niet ben zoals vele anderen, en dat ik mij van de eerste tot de laatste letter aan de wet hield en alles precies gedaan heb wat Mozes en de profeten voorgeschreven hebben!' Weliswaar heb Ik jullie deze gelijkenis al een keer gegeven, maar jullie zijn hem vergeten! Als jullie hem zouden hebben onthouden, wisten jullie ook dat toen niet de Farizeeër, maar alleen de zich voor God zeer vernederende tollenaar gerechtvaardigd de tempel verliet.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daarop zei IK: 'Dat heb Ik toch al gedaan voor zover het mogelijk was; maar verder dan jullie natuur verdraagt, gaat dat niet. Zodra echter de geest over jullie zal komen, zal deze jullie zonder meer in alle wijsheid binnenleiden, en jullie zullen dan in het vervolg je aardse geheugen niet meer nodig hebben. Maar terwille van de vorming van de ziel is de mens ook een aards geheugen gegeven, dat bij een werkelijk vaste wil sterk genoeg is om een ontelbare hoeveelheid woorden, waarheden en handelingen te onthouden; alleen als de mens totaalonverschillig aan allerlei dingen en gebeurtenissen voorbijgaat, blijven die ook niet in zijn geheugen hangen, daarvan heb Ik jullie de reden bij Caesarea Philippi helder en duidelijk laten zien. Denk daarover na, dan zullen jullie die wel vinden!'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Op wat Ik nu gezegd had, had geen enkele leerling een weerwoord, en Ik sprak vervolgens met de hoofdman die deze dagen steeds aanwezig was, over veel dingen, waardoor hem nu in deze tijd allerlei toestanden in de wereld duidelijk werden.
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] En al gauw kwam ook DE HOOFDMAN naar Mij toe en zei: 'Heer, wat vindt U van al deze blinde dwazen? Voor veel geld gaan zij daarheen om met veel moeite Hem te zoeken die hier zo heel dicht bij hen is!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Een paar anderen dachten echter dat Ik zoiets misschien toch kwalijk zou nemen en intussen ergens heen zou kunnen gaan waar Ik niet gemakkelijk weer terug te vinden zou zijn; want zij waren niet van plan Mij te verlaten. Weer anderen meenden dat het toch raadzaam zou zijn om te gaan, omdat men dan zelf bij deze gelegenheid veel zou kunnen horen van wat de mensen nu over Mij zeiden. Bij deze mening sloten allen zich aan en zij besloten heel alleen naar het feest te gaan.
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[28] Na de maaltijd vertelden zij de waard veel over Mijn reizen en op die manier bleven zij vrijwel de hele nacht wakker; en door over Mij te spreken hadden zij het ook minder moeilijk. Pas tegen de ochtend sliepen zij in en werden al gauw wakker. Deze dag brachten zij voor de helft nog bij de waard door, de andere helft echter in Bethanië bij Lazarus, die Mij ook erg miste; maar de vele verhalen over Mijn daden en lessen tijdens Mijn reizen in groot-Galilea vervingen enigszins Mijn aanwezigheid.
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[29] Nadat echter, zoals nu verteld werd, Mijn broeders naar het feest waren vertrokken, ging Ik een dag later ook op weg naar Jeruzalem, vertelde echter niemand waarheen Ik ging, hoewel de waard en de hoofdman Mij dringend daarnaar vroegen; want Ik Zelf wilde niet ruchtbaar laten worden dat ook Ik in het geheim naar Jeruzalem naar het feest ging. {Joh. 7, 10) Ik ging dan ook alleen over afgelegen wegen en had slechts -heel begrijpelijk -zeer korte tijd voor deze reis nodig.
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[30] Op de dag van het feest, toen al Mijn leerlingen en broeders die vroeg op het tempelplein waren aangekomen, doorjoden die Mij goed kenden opgemerkt werden, dachten deze joden: ' Aha, dat zijn immers de leerlingen van de Nazareeër! Dan zal Hij Zelf ook wel hier zijn!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[34] VELEN zeiden: 'Deze man is erg vroom, en God heeft hem alle gaven van de profeten geschonken zoals eens aan Mozes, en alleen hij is geschikt om ons van het juk van de heidenen te verlossen!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403  ...