10915 resultaten - Pagina 390 van 728
... 378 - 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 ...
[542] Thans komen we aan de uitleg van het vijfde woord dat Ik aan het kruis gesproken heb. - Deze woorden van troost: "Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn", richtte Ik tot Dismas, de moordenaar die rechts van Mij aan het kruis hing. Deze woorden waren echter niet alleen aan hem gericht, maar aan alle mensen die Mijn leer aannemen en ernaar leven. De reden, dat Ik aan Dismas slechts het paradijs en niet de hemel heb beloofd, ligt in het feit dat elke mensenziel na de dood van het lichaam, naar de mate van haar volmaaktheid een hogere of lagere graad van het licht bereikt; zelfs zielen die reeds in dit leven al het aardse hebben overwonnen, kunnen eerst alleen maar in het paradijs komen, ofwel in een lagere graad van zaligheid. Want geen enkele ziel kan, voordat zij geheel gelouterd en gereinigd is, in de hemel der liefde de hoogste zaligheid bereiken. Op die manier had ook Dismas door zijn liefde en het vertrouwen dat hij in Mij stelde de eerste graad bereikt en was het mogelijk hem het paradijs te beloven.Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[548] Toen sprak Ik echter Mijn laatste woord: "Het is volbracht!" - Ja, het was volbracht, het grote werk van de verlossing! Maar wat baatte het de duizenden en nog eens duizenden zielen, die weliswaar eveneens door Mijn dood en Mijn middelaar-zijn verlost werden van de erfzonde, maar Mij niet in de geest en in de daad navolgden!? De hemel bleef voor hen gesloten, alleen door hun zondige, liefdeloze wezen en hun niet boetvaardige levenswandel haalden ze zich opnieuw de eeuwige verdoemenis, het gericht, op de hals!
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[553] Marcus, de leerling van de apostel Paulus, getuigt aldus: "Toen het zesde uur was aangebroken, kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur. Om het negende uur riep Jezus met luide stem: 'Eloï, Eloï, lama sabachthani?', hetgeen betekent: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?' Toen sommigen van de omstanders dit hoorden, zeiden ze: "Zie, hij roept Elia". Direct liep iemand van hen toe, nam een spons, drenkte die met zure wijn, stak ze op een riet en wilde hem laten drinken. De anderen zeiden echter: "Stil! Laat ons zien of Elia werkelijk komt om hem te redden". Jezus slaakte echter een luide kreet en gaf de geest. En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden." (Marcus, 15:33 e.v.)
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[565] Maar ook dit werd hem echter - omwille van de geloofs- en wilsvrijheid van de mens - niet in die mate toegestaan dat het de bewoners van de streek opviel. Slechts enkele mensen met een ontvankelijke ziel, die innerlijk waren voorbereid, dachten erover na, zoals die romeinse hoofdman, over wie geschreven staat: "En toen de hoofdman zag wat er gebeurd was, prees hij God en zei: "Waarlijk, deze was werkelijk een Zoon Gods!"
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[615] Mijn volgelingen kwamen nu steeds dichter bij de plaats van de terechtstelling, zodat de kring van mensen met wie Ik nauwe banden had tamelijk groot werd. Jozef van Arimathea was reeds eerder naar Pilatus gegaan en had om Mijn lichaam gevraagd, een gunst die niet altijd werd verleend. Pilatus willigde het verzoek echter graag in, omdat hij daardoor, evenals door het opschrift dat in drie talen boven het kruis was aangebracht en waarop te lezen stond dat Ik de koning der Joden was, de Joden wilde ergeren.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[624] Wat verlangde het geloof echter van Pilatus? - Het verlangde het lichaam van de Heer, wikkelde dit, nadat het van het kruis was afgenomen, in wit linnen, na eerst het lichaam met kostbare specerijen te hebben gezalfd. Daarna legde hij het in zijn eigen tuin in een nieuw rotsgraf, waarin nog nooit iemand had gelegen.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[564] Het sterven van de Mensenzoon, Zijn totale offer van bloed en natuurlijk leven was echter tegelijk ook de grote, alles doordringende overwinning van de in Hem wonende Eeuwige Liefde en Haar geestelijk licht. En daarom 'beefde' de aarde, het zinnebeeld van de materie, de zetel van de oude geest van de duisternis en anti-orde! Iemand die groter en machtiger was had aan de poorten geklopt, was het bolwerk van Lucifer binnengedrongen en had door Zijn ongekend offeren van Zichzelf daarin een geweldige bres geslagen. Satans sfeer, die de onverzettelijke rebel tot dan met alle middelen van zijn sterke wil had verdedigd, was doorbroken en het verbaast ons niet dat hij, dit beseffend en voelend, zich roerde en dat hij in zijn grimmigheid de onderaardse gewelven van zijn kerker ook in de natuur deed schudden.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[626] Heeft ze van de wereld alles ontvangen wat ze zoekt, dan richt ze zich tot de Gekruisigde. Hoe echter? Ze probeert alle woorden en uitleggingen in een helder licht te plaatsen, ze dus van de geheimzinnige, schijnbare tegenspraken in de Heilige Schrift te ontdoen.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[630] Nu zal men echter dit dode lichaam in een nieuw graf leggen. Wat is daarvan de betekenis? - Omdat de kennis die de mens zich als gevolg van zijn weetgierigheid eigen heeft gemaakt hem geen leven noch een levende overtuiging schenkt, vat hij deze samen en geeft ze een plaats in het graf van zijn verstand. Vervolgens wentelt hij er een steen voor, dat wil zeggen, met betrekking tot al deze zuivere waarheden, die hij zich heeft verworven, koestert hij een erg diep gaande twijfel. Want hij zegt: "AI deze ontsluieringen van de verborgen geheimen in de Heilige Schrift klinken weliswaar heel erg goed, maar aanschouwelijk overtuigen doen ze nochtans niet!"
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[635] Maar waarom vond Magdalena wat Jozef van Arimathea niet heeft gevonden? - Omdat ze weinig heeft gelezen, maar veel heeft liefgehad. Jozef van Arimathea had echter veel gelezen - net zoals Nicodemus - daarentegen veel minder liefgehad. Daarom bekommerde hij zich ook om het dode lichaam - maar Maria Magdalena om de Levende!
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[650] Dit is dus de betekenis van die zinnebeeldige 'kloof', waarover in het algemeen zo moeilijk een verbindende brug kan worden geslagen, zowel in het hiernamaals alsook in dit aardse bestaan! - Bij de mens is echter heel veel onmogelijk, wat bij Mij tenslotte toch wel degelijk mogelijk is en zal zijn!"
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[699] derde dag zal echter Mijn lichaam ook weer geheel
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[713] In wie Ik echter ben, in hem is ook
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[717] Petrus en de andere discipel gingen naar buiten en begaven zich op weg naar het graf. Samen gingen zij op weg, maar de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen windsels liggen, hij ging echter niet naar binnen. Nu kwam ook Simon Petrus achter hem aan en ging het graf binnen. Hij zag er de linnen doeken liggen, maar de zweetdoek, die op Jezus' hoofd was geweest, zag hij niet bij de doeken liggen, maar opgerold terzijde op een andere plaats. - Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf was gekomen, naar binnen, en hij zag het ook en geloofde; want zij hadden de Schrift nog niet begrepen, dat Hij uit de doden moest opstaan. - De beide discipelen gingen vervolgens weer naar huis.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[720] Thomas echter, een van de twaalven, met de bijnaam 'Tweeling', was niet bij hen, toen Jezus gekomen was. De andere discipelen dan zeiden tot hem: "Wij hebben de Heer gezien." Maar hij antwoordde hen: "Indien ik in Zijn handen niet het teken zie van de nagels en mijn vinger niet leg in het teken van de nagels en mijn hand niet leg in Zijn zijde, zal ik nimmer geloven." - Acht dagen later waren de discipelen weer in het huis en dit keer was Thomas bij hen.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon