1796 resultaten - Pagina 40 van 120
... 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 ...
[5] Nu wendde Ik Mij tot de leerlingen en vervolgde: 'Maar jullie, wanneer zullen jullie rechtvaardig beginnen te oordelen, niet vanuit jezelf, maar vanuit Mijn geest? Jullie weten toch dat Ik geen vreugde heb als er volgens bepaalde waardeoordelen gehandeld wordt! Handel en oordeel volgens de meest innerlijke, ware geest, die in jullie is gelegd, en denk niet dat datgene wat in strijd is met jullie gebruiken, ook in strijd is met God!Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Nooit zullen er echter kunstwerken gemaakt kunnen worden vanuit het oogpunt van schoonheid, als in de ziel van de kunstenaar niet het vermogen aanwezig is om zich tot zuiverder sferen te verheffen, dat wil zeggen met zijn geestelijk oog te kijken om zelf iets te scheppen. Hoe hij datgene wat hij heeft gezien vorm geeft, is afhankelijk van zijn vrije wil.Vooruitgang boeken, om steeds volmaaktere dingen te geven, kan hij echter alleen, als hij de wegen van het scheppen inslaat die in Mijn ogen juist zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Maar Ik kan je zeggen dat de volkeren tot nu toe nog niet de stevigheid in zichzelf hebben gevonden om voortdurend in zichzelf zuiver te blijven. Die stevigheid kan pas door langzame discipline en moeizame opvoeding worden bereikt.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Alle mensen die leven zijn immers reeds als geschapen geesten voorhanden, en ontstaan dus niet pas als volkomen nieuw geboren in de geest, zoals jullie weten. Het doel van hun bekleding met een stoffelijk lichaam is echter enkel en alleen dat ze hun vrije zelfbestemming niet vanuit de wijsheid bereiken, waarin ze immers vanaf het allereerste begin zijn geschapen, maar vanuit de liefde, die zich nu in Mij belichaamd heeft. Dit doel kan niet bereikt worden als het innerlijke levenszaad ontbreekt, dat steeds op dikwijls zeer kunstige wijze beschermd moet worden tegen ieder verderf.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] En met dezelfde taaiheid waarmee ze tot nu toe de voorschriften van Mozes hebben vastgehouden -die weliswaar door veel starre woordenkramerij zijn overwoekerd maar die toch in zichzelf waar en echt zijn -zouden ze even precies Mijn nieuwe woord bewaren, als ze het maar wilden aannemen. Door die duizenden jaren lange opvoeding zijn ze heel goed in staat de waarheid van Mijn leer te herkennen. Maar nu hebben zij ook het juiste middelpunt verlaten, en in plaats van zegelbewaarders te blijven zijn ze hardnekkig, verstokt en ontoegankelijk voor vernieuwing geworden -uit traagheid, waarin de deugd van volharding is omgeslagen.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ikzelf als Jood ben er in ieder geval heel gelukkig mee dat ik een loot van dit begunstigde volk ben; maar aan de andere kant kan ik in mijn vrijdenkend gemoed ook niet verhelen dat tegenwoordig juist de Joden, ondanks dat ze de Messias verwachten, verreweg de meest ongeschikte bodem bieden voor het verbreiden van een geestelijke leer voor de ziel, zoals U die biedt. Daar zouden de Romeinen en Grieken wel eens veel geschikter voor kunnen zijn, omdat ze immers al sinds lange tijd door hun filosofie te kennen hebben gegeven hoezeer ze verlangen naar iets beters dan hun godenleer biedt. Ook zou er bijvoorbeeld vanuit Rome een veel snellere verbreiding van Uw leringen te verwachten zijn dan vanuit het verstokte Jeruzalem. De Joden zijn waarschijnlijk met niets anders gediend dan met een zeer grote machtspositie, die zij zeker wensen, en alle ware kennis van de ziel is bij hun te koop tegen de prijs,Jeruzalem voor Rome verruild te zien.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Die kleine stam nu, die bestemd is om het zaad te vormen, heeft vanaf Adam uit slechts weinigen bestaan en is in het volk der joden in stand gebleven. Alle overige volkeren kunnen min of meer als uiterlijke vrucht worden beschouwd, om te dienen als voedsel voor degenen die vanuit het grote vergaarbekken van oergeesten de weg van het vlees willen gaan. Die oergeesten moeten, wanneer ze eenmaal in het vlees zijn ingekleed, iedere herinnering aan hun eerdere bestaan kwijtraken, opdat zij zich vrij ontwikkelen en niet, gedreven door het bewustzijn van een voorafgaand leven, daar rekening mee houden. Als dat laatste zou gebeuren, dan zou de wijsheid en niet de liefde de drijfveer voor hun ontwikkeling zijn. De wijsheid overweegt, de liefde handelt alleen overeenkomstig geloof en gevoel.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Mijn nieuwe woord heeft echter eveneens zegelbewaarders nodig, dat wil zeggen: een volk uit welks midden steeds weer nieuwe leraren kunnen opstaan, die de enigszins drassig geworden leer weer reinigen en het moeraswater in een heldere stroom veranderen. Want evenals de Joden slechts langzaam rijp werden, zo kan ook dat volk slechts langzaam rijpen. En evenals de Joden gevangenschap moesten ondergaan vanwege hun zonden en tot afgoderij vervielen, zo zal ook het volk van de toekomst ter wille van hun rijping tot soortgelijke fouten, ja zelfs precies dezelfde kunnen en moeten vervallen. Evenals Ik in het Joodse volk profeten heb opgewekt, zullen er daar profeten opstaan en de zuivere leer vanuit de hemelen zuiveren van alle toevoegingen.
Hoofdstuk 29: Het volk van de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Dit gebeuren in Mijzelf duidt de evangelist aan met de woorden: 'Hij werd verbolgen in de geest en bedroefd'*(* Joh.11:33.).Want zolang Mijn lichaam niet gestorven was, had net als bij ieder mens de volledige versmelting van het materiële en geestelijke nog niet plaatsgevonden, maar eiste de Zoon des mensen evenzeer zijn rechten als lichamelijk mens op als ieder ander, was onderworpen aan de behoeften van het lichaam alsook aan stemmingen van de ziel, die alleen door het geloof en een vaste wil vanuit twijfels tot weten verheven werden en zo de volledige eenwording van lichaam, ziel en geest tot stand brachten.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Verder werd het innerlijke, geestelijke gezicht geoefend en steeds meer ontsloten. Niet dat Ik het innerlijke gezicht van de Mijnen Zelf opende, maar zij moesten in staat zijn om zelfhun geestelijke blik te richten op voorwerpen die zij wilden leren kennen. Dat vermogen vereist evenwel een heel speciale loutering van de ziel; want aangezien die van huis uit aards ingesteld is, kan zij natuurlijk alleen dan zuiver geestelijke dingen vanuit zichzelf schouwen, wanneer ze zich al in aanzienlijke mate heeft vergeestelijkt, of, juister gezegd, wanneer de in haar wonende geest zo machtig is geworden dat hij de ziel, die zijn lichaam moet vormen, zoveel begrippen van het geestelijke heeft bijgebracht en die zodanig met zijn licht heeft verhelderd, dat zij de geestelijke beelden ook ziet, herkent en begrijpt. Zolang alleen de uiterlijke, puur lichamelijk materiële dingen door het kunstige mechanisme van het lichaam voor de ziel begrijpelijk worden gemaakt, is die nog geestelijk blind. Zodra zij leert door het omhulsel van de uiterlijke lichamen heen te kijken, wordt ze geestelijk ziende.
Hoofdstuk 47: De bezigheden van de Heer en Zijn leerlingen in Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Dat gevoel van kracht waar jij over spreekt, is vaak niets anders dan geestelijke hoogmoed, die zich verheven voelt boven andere menselijke broeders en daarom iets buitengewoons wil presteren om zijn eigen ijdelheid te bevredigen of ook vanuit een ziekelijke behoefte om door anderen bewonderd te worden. Hoed je dus voor die eigenschappen; want Mijn aanhangers moeten arm van geest zijn, zoals jullie weten, opdat zij alles van Mij ontvangen en God werkelijk kunnen zien! Maar degenen die zich geestelijk rijk wanen, zijn nou juist degenen die menen volmaakt te zijn, met hun zelfoverwinning pronken en geestelijk hoogmoedig worden.
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Ik antwoordde: 'Ik heb je immers al gezegd dat zij steeds onderricht zijn door afgezanten van Mijn geest, die het licht vanuit Mijn hemelen overbrachten en de mensen al naargelang hun begripsvermogen onderwezen. Deze afgezanten hebben echter bovenal het inkeren in het innerlijk van de geest onderwezen, zodat iedereen die de waarheid in zichzelf wilde vinden, die ook kon vinden; maar dat is, zoals jullie weten, de wedergeboorte van de ziel. Dat inkeren heb Ik jullie ook vaak aanbevolen als een geschikt middel om de ziel vrij en schoon te maken van alle vlekken en smetten van haar zelfzucht en daardoor tot Mij te komen.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Hier moet weer benadrukt worden dat Mijn leerlingen hier bijeen waren om uit eigen, vrije beweging, onafhankelijk van Mijn persoon en zonder enige uiterlijke dwang door de omgeving zichzelf aan een soort vrijwillige beproeving te onderwerpen, zodat de reeds verworven eigenschappen, die hun door Mij waren gegeven voor hun latere roeping als apostel, nu geheel en al hun eigendom konden worden. Vanuit dat gezichtspunt moet alles beschouwd worden wat er in Efraïm gebeurde.
Hoofdstuk 54: Over de heiligheid van God - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Het circuleren van sappen is een streven om het organisme vanuit een middelpunt met leven te vervullen en tot zelfbewustzijn te ontwikkelen, doordat die concentrische opbouw een levenskern veronderstelt, die bij de mens in zijn hart is te vinden. Planten hebben weliswaar nog geen hartorgaan, maar wel in hun binnenste merg een levensbeginsel, dat zich kenbaar maakt door het streven de boom of de plant te voeden en in stand te houden, en wel door een passende circulatie van sappen in een stelsel van buitengewoon fijne buisjes, dat in het voorjaar en in de herfst in werking treedt.
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Toen de Efraïmiet dat had gezegd, kwam Ik de zaal binnen en riep hem toe: 'Zalig zijn zij die geloven en niet zien! Wees dus welkom bij Mij, als de laatste van al diegenen die enkel door Mijn woord tot Mij komen, en blijf voortaan bij Mij, opdat jouw geloof bekroond wordt! Jij heet Efraïm en zult van nu af aan voor Mij een zuil worden, die een goede steun vormt voor het opbouwen van Mijn rijk. En jullie anderen moeten een voorbeeld aan hem nemen, opdat jullie leren wat het wil zeggen vanuit het hart te leven en alleen de wil en de gevoelens daarvan te volgen!'
Hoofdstuk 57: De Heer en Efraïm - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)