Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 391 van 1088

...  379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404  ...
[16] Ik zei: 'Wel, dat heb Ik jullie al wel heel vaak gezegd en getoond! Handel daar maar altijd naar, dan zal het vuur van jullie liefde voor God en je naaste jullie zielen heel spoedig alles verschaffen, wat hun nog ontbreekt! Als Ik eenmaal opgevaren zal zijn en Mijn geest over jullie zal uitstorten, zullen ook jullie zielen rein worden als zuiver goud; maar tot dan moeten jullie volharden in volle liefde en echt geduld!'
Hoofdstuk 98: De waakzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'O absoluut niet; maar kijk eens naar deze oudste leerlingen van Mij; zij hebben thuis ook vrouwen kinderen en geen van hen vraagt Mij zoiets als jij nu! Maar Ik zeg nu tegen jou, en ook tegen jullie allemaal: wie op de wereld ook nog maar iets meer liefheeft dan Mij, is Mij niet waard, en wie eenmaal zijn hand aan de ploeg legt en achterom kijkt, dat wil zeggen naar datgene wat van de wereld is, die is nog niet geschikt voor het rijk Gods. Denk jij dan dat je vrouwen kinderen beter verzorgd zijn als jij hen deze nacht nog zou zien en spreken? -Dat is nu zo Mijn mening; overigens staat het je volkomen vrij om te doen zoals jou goeddunkt.'
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer Ik nu zou zeggen: 'Jij kunt nu weten, willen en handelen zoals je wilt, maar er zal met volledige zekerheid toch alleen maar gebeuren wat Ik wil en tegen jou zeg!', ja, wanneer het zo zou zijn, dan zou Ik echt volkomen zinloos vanuit de hemelen naar jullie mensen afgedaald zijn, en heel Mijn leer die Ik aan jullie geef zou nutteloos zijn!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Jona moest, door Mijn geest gedreven, naar de Ninevieten gaan om hun ondergang aan te kondigen, als ze in hun slechtheid zouden volharden. Hij deed dat niet graag, omdat hij als profeet wel wist dat Mijn vooraankondigingen steeds op voorwaarden gebaseerd zijn. Maar het volk van Nineve beterde zijn leven en de feitelijke uitvoering van Mijn dreigement bleef natuurlijk uit, wat zelfs Jona ergerde.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] En zo is het vanzelf begrijpelijk dat alles wat Ik jullie voorspeld heb en nog zal voorspellen noodzakelijkerwijs in twee delen uiteenvalt: ofwel de erge dingen gebeuren, ofwel de goede; evenzo wordt ook de tijd nooit als vaststaand aangegeven, maar die richt zich altijd helemaal naar de wil en het handelen van de mensen! Want hoe zou Ik tegen een volk, hoe ontaard ook, kunnen zeggen: 'Omdat jullie zo slecht zijn geworden en geen acht geslagen hebben op Mijn ernstige vermaningen, moeten jullie over zeven dagen, gerekend vanaf vandaag, van de aarde verdelgd worden met bliksem en donder en pek en zwavel uit de hemel! ' -maar als het volk dat zeer ter harte zou nemen, boete zou doen in zak en as en zich naar Mij zou keren?! Zal Ik onder dergelijke omstandigheden ook nog op de zevende dag Mijn dreigement ten uitvoer brengen, omdat Ik dat Zelf verkondigd heb? O nee -Ik zal Mij over dat tot inkeer gekomen volk ontfermen en het zegenen en niet tuchtigen!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Daarop stonden allen op en begaven zich naar de plaatsen, waar rustplaatsen voor hen klaargemaakt waren. Ik bleef echter tot de morgen op Mijn ruststoel in de zaal.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen kwamen er enkele leerlingen naar Mij toe en zeiden: 'Heer, zij hebben weliswaar ons geloof en onze overtuiging aangenomen, maar ze schijnen toch aan hun heidense gebruiken te willen vasthouden! Dat water, die oliën en die zalven zullen wel heel kostbaar zijn en dan zou het toch ook voor hen nuttiger zijn om zich net als wij met puur en fris water te wassen en het vele geld, dat hun water, hun oliën en hun zalven zeker kosten, voor de armen te gebruiken!'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Kortom, datgene waarvan jullie zien dat Ik het gedoog, moeten jullie ook gedogen! En wat Ik jullie tot ieders zieleheil heb aangeraden, moeten jullie ook diegenen aanraden naar wie jullie door Mijn geest geleid worden, -zonder je eraan te storen of iemand het aanneemt of niet!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar nu gaan we weer naar buiten! Want nu zullen alle aanwezigen wel gauw uit hun kamers naar deze zaal komen; en voor die tijd wil Ik met jullie weinigen al buiten zijn.'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Toen Ik zo met die paar oude leerlingen van Mij gesproken had, en wel met Petrus, Johannes, Andreas, Jacobus en Mattheus, kwam ook onze Lazarus naar ons toe, begroette Mij en vroeg wanneer Ik het ochtendmaal zou willen gebruiken.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] En Ik zei: 'Kort na zonsopgang, aangezien Ik Mij daarna tot de avond naar een plaats zal begeven, van waaruit we vanavond pas weer terug zullen keren; welke plaats wij zullen bezoeken, krijgen jullie later wel te horen!'
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Toen Lazarus dat hoorde, ging hij weg om alles te regelen; maar Ik ging met de paar leerlingen direct naar buiten, en Lazarus kwam Mij spoedig achterna.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen wij ons helemaal bovenop de heuvel bevonden, zagen wij in de lucht een grote vlucht kraanvogels uit het noordwesten komen, en Lazarus meende dat het een zeldzaam verschijnsel was om deze vogels zo vroeg in de morgen te zien voorttrekken; want gewoonlijk trekken ze pas rond de middag voorbij, maar meestal in de namiddag. Dat had volgens hem iets heel bijzonders te betekenen; want deze vogels hebben een heel scherp instinct en voelen al dagen van tevoren wanneer er onraad voor hen dreigt in de natuur waar ze zich vanwege hun levensonderhoud ophouden; dan maken ze zich gereed voor de reis en wanneer hun leider een teken geeft vliegen ze allemaal tegelijk op en trekken naar een andere, veilige plaats.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Toen de vlucht kraanvogels boven onze hoofden vloog, minstens vierhonderd manslengten hoog, hield hij stil, de rij werd opgeheven, en de honderdzeven kraanvogels begonnen in cirkels te vliegen en daalden steeds lager en lager en dat zolang, tot ze nauwelijks zeven manslengten boven ons rondcirkelden en ons met hun nu niet zo welluidende gezang in zekere zin eer betuigden. Dit duurde een paar minuten en daarna daalden de vogels heuvelafwaarts naar de vlakte beneden, waar zich een tamelijk grote vijver bevond, waar Lazarus voor zijn huis de vissen kweekte, die weliswaar slechts van de gewone soort waren. In deze vijver dronken de vogels water, zoveel als ze nodig hadden voor hun verdere vlucht. Toen ze daar kennelijk allemaal van voorzien waren, gaven de zeven oudste het goed herkenbare teken om op te breken en verhieven alle vogels zich in één klap in de lucht, maar maakten vóór hun definitieve vertrek nogmaals enkele cirkels om de heuvel heen, waar wij ons bevonden. Daarop vlogen ze in cirkels snel tot hun oorspronkelijke hoogte, vormden daar direct weer de vroegere opstelling en trokken toen naar het noordoosten; pas op tamelijk grote afstand wijzigden ze hun noordoostelijke vliegrichting in een zuidoostelijke en raakten buiten ons gezichtsveld.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar opdat ieder van jullie, die hier met weinigen aanwezig zijn, van tevoren zonder dat de anderen daarbij zijn ook daarover enige aanwijzingen hebben, wil Ik jullie die geven nog voordat de anderen ons zullen vinden; luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404  ...