Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 391 van 1490

...  379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404  ...
[1] Toen Ik in de tempel op een spreekgestoelte ging staan, gebood Ik stilte, en de joden herkenden Mij en vroegen heimelijk aan elkaar hoe Ik nu opeens op het feest gekomen was, omdat toch Mijn leerlingen die men daarnaar gevraagd had, niets over Mij wisten. Maar Ik begon het volk het eenvoudig te begrijpen maar zeer veelzeggende vierde en vijfde hoofdstuk van de profeet Jesaja woord voor woord voor te dragen, en gaf er daarna een scherp omlijnde en goedbegrijpelijke uitleg van, die helemaal paste bij deze tijd en exact van toepassing was op de halsstarrige, hoogmoedige Joden. (Joh.7.14)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Maar IK gaf hun antwoord en zei: 'Deze leer volgens de Schrift, die jullie Mijn leer noemen, is niet van Mij, maar van Hem die Mij gezonden heeft! (Joh. 7, 16) Als iemand zich aan deze leer wil houden en wil handelen volgens de daarin uitgesproken wil van God, zal hij merken of deze leer van God is, of dat Ik daarin over Mijzelf spreek! (Joh. 7, 17) Wie over zichzelf spreekt, zoekt ook zeker alleen zijn eigen eer; wie echter, zoals Ik, alleen maar de eer zoekt van degene die hem gezonden heeft, is waarachtig, en in hem is geen ongerechtigheid! ' (Joh. 7, 18)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen werden er EEN PAAR FARIZEEËN wrevelig en zij zeiden onder elkaar: 'Nu wordt het toch wel tijd om deze man te grijpen en te doden, dan hoeven we hem ook niet meer tegen hoge kosten te laten zoeken op allerlei plaatsen waar hij zich gemakkelijk verstoppen kan. Zijn leer is immers duidelijk tegen ons gericht en maakt ons bij het volk verdacht van allerlei schandelijke zaken. Dus met frisse moed er tegen aan en weg met hem!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen verhief IK Mijn stem in de tempel en ging met Mijn onderwijs aldus verder: 'Ja, jullie kennen Mijn persoon wel en weten ook goed waar Ik vandaan kom; maar jullie weten niet, dat Ik als mens nu niet uit Mijzelf ben gekomen, maar dat het een Waarachtige is die Mij gezonden heeft, en Die kennen jullie niet, en daarom weten jullie ook niet waar Ik eigenlijk vandaan kom (Joh. 7,28) Maar Ik ken Hem wel die Mij naar deze wereld heeft gezonden. (Joh. 7,29) Omdat jullie Hem echter niet kennen, kennen jullie ook Mij niet! -Hebben jullie Mij begrepen?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] HET VOLK geloofde echter voor het merendeel in Mij en men zei tegen elkaar: 'Denk je dat als Christus komt Hij dan meer en grotere tekenen zal doen dan deze man doet?' (Joh.7,31)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei tegen hen: 'Doe dat nu nog maar niet! Ik blijf toch nog maar heel kort bij jullie, en dan ga Ik naar Hem die Mij naar deze wereld gezonden heeft. (Joh. 7,33) Dan zullen jullie Mij zoeken en waarlijk niet vinden! En waar Ik heen ga, kunnen jullie Mij niet volgen.' (Joh.7,34)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[25] Die woorden veroorzaakten echter een geweldig protest onder ALLE JODEN die in Mij geloofden, en er gingen harde stemmen op die zeiden: 'Die ellendige Farizeeën zien toch werkelijk door de bomen het bos niet meer! Zij zijn zelfde allerergste Beëlzebubs en met huid en haar verkocht aan de hel; om hun grove verdorvenheid voor het domme volk echter goed te praten zeggen zij dat deze man Gods, die kennelijk met alle goddelijke macht is toegerust, een knecht is van Beëlzebub. O wacht maar, jullie echte Beëlzebubs! Wij zullen die schijnheiligheid van jullie nog wel heel passend uitdrijven! Wij zullen jullie maskers afrukken opdat dan zichtbaar wordt wat jullie eigenlijk zijn! Nu wacht maar, jullie zwarte en grijze booswichten, de dag van de afrekening zal voor jullie niet lang op zich laten wachten!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] Toen het volk deze gedachten tamelijk luid liet horen, was er al gauw geen Farizeeër meer in de tempel te zien, en de knechten die Mij hadden moeten grijpen, waren ook opeens onzichtbaar geworden. Binnenshuis kregen zij het natuurlijk erg moeilijk met de Farizeeën, omdat zij zich moesten verantwoorden voor het feit dat zij Mij niet meteen hadden gegrepen.
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[35] EEN KNECHT zei: 'Dat is wel waar, maar voor zover wij van andere mensen gehoord hebben -wat ook uit onze besnijdenisboeken blijkt -is hij geen Galileeër, maar geboren in Bethlehem, en dat is immers juist de oude stad van David waar deze zijn voorspellingen neerschreef. Bovendien is ook nog bekend dat de profeet Jesaja heel vaak en langdurig in Galilea verbleef, evenals de profeet Jeremia, -en dat waren toch wel de grootste profeten!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Morgen doen wij niets en vandaag ook niets meer, maar overmorgen, wanneer zoals bekend dit feest met de grootste praal gevierd wordt, zullen ook wij in de tempel verschijnen en het volk onderrichten. Maar nu verlaten wij deze herberg, die te streng en te dom volgens oud Joods gebruik is ingericht; want hier krijgen we voor zonsondergang niets te drinken en al helemaal niets te eten. Laten we daarom naar Bethanië gaan; daar zullen we meteen wat te eten en te drinken krijgen!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: ' Als je ook maar ergens navraag gedaan zou hebben, zou je 'wel te weten zijn gekomen dat Ik vrijwel tijdens ieder feest hier was! Maar je bent een orthodoxe jood en daarbij ook nog een orthodoxe waard, en als zodanig kan het je ook niets schelen wat er voor belangrijks in de stad gebeurt! Blijf jij daarom maar zoals jij bent, en Ik en deze leerlingen van Mij zullen ook blijven zoals wij zijn! Schuldig zijn we je nog niets, omdat we nog niets gebruikt hebben; en dus gaan we!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik vertelde dat aan de leerlingen en zij werden erg verontwaardigd over deze waard die de mensen naar de ogen keek.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Direct werd iedereen aan het werk gezet om voor ons een buitengewone, schitterende maaltijd klaar te maken. Daar mochten natuurlijk de echte joden en Farizeeën niets van te weten komen, omdat zoiets voor zonsondergang de gewijde feestsabbat in hoge mate ontheiligd zou hebben. Maar op deze sabbat hadden alle Farizeeën het in de tempel veel te druk en hun dienaren eveneens, en daarom kon er in Bethanië heel veel gebeuren waarvan de tempel nooit iets vernam. Tijdens het bereiden van de maaltijd bestegen wij buiten de reeds bekende heuvel, gingen onder de schaduwrijke palmen op de grasbank zitten, en Ik vertelde Lazarus wat Ik die dag in de tempel beleefd had.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] En toen LAZARUS Mij het vierde en vijfde hoofdstuk van de profeet Jesaja hoorde uitleggen, zei hij: 'ja, Heer, dat slaat toch wel duidelijk op de huidige tijd en haar mensen, dat er geen enkel puntje is dat hierop niet van toepassing is! ja, dan is het wel heel begrijpelijk dat de tempeldienaren het op U gemunt hebben! O, deze les was erg heilzaam voor hen; want die kerels doen nu immers al net alsof zij zelf de goden en engelen zijn!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Een klein deel van de mensen hield er een tijdlang nog rekening mee; maar het grootste deel vergat het al gauw totaal, en hield uiteindelijk alles voor waardeloze bedenksels en gezwam van mensen, genoot met volle teugen van de wereldse vreugden en hield de wijzen voor dwazen en dwepers, die ter wille van een erg onzeker en onaanwijsbaar hemelrijk aan gene zijde, het ware hemelrijk van deze aarde met voeten treden.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404  ...