10915 resultaten - Pagina 391 van 728
... 379 - 380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 ...
[722] Jezus heeft nog vele andere tekenen voor de ogen van Zijn discipelen verricht, die niet beschreven zijn in dit boek. Deze zijn echter opgeschreven, opdat gij gelooft dat Jezus de Messias, de Zoon van God is, en opdat gij door het geloof het leven hebt in Zijn naam.Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[729] Indien u echter louter hoorders van het woord bent en u zou dit naar uw traag verstand een plaats willen geven, dan zult u juist daar de grootste en ergste tegenspraken ontdekken waar het uw eigen, eeuwige opstanding betreft.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[756] Toen ze Mij, haar verloren gewaande Geliefde, opeens voor zich zag staan, voelde ze zich van alle ketenen bevrijd. Ze schreeuwde luid en wilde zich in de opwelling van haar hartstochtelijke liefde direct op Mij werpen. Bedenk evenwel wie en wat Ik was en ben, dan wordt jullie ook dit duidelijk: "Noli me tangere!" Stel je echter ook de bijzonder sterke liefde van Magdalena voor, en het wordt ook begrijpelijk waarom ze Mijn voeten omklemde.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[718] Maria echter, stond buiten dicht bij het graf en weende. Terwijl zij weende, boog zij zich voorover en keek in het graf. Daar zag zij twee engelen zitten, in witte klederen, één aan het hoofdeinde en de ander aan het voeteneinde van de plek waar het lichaam van Jezus gelegen had. Een van de engelen zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij?" - Ze antwoordde: "Omdat ze mijn Heer weggenomen hebben en ik niet weet waarheen ze Hem hebben gebracht." Nadat ze deze woorden had gesproken, keerde ze zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. - Jezus zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij?" - Maria meende echter dat het de hovenier was en zei Hem: "Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar gij Hem hebt neergelegd; ik zal Hem dan weer halen." - Toen sprak Jezus tot haar en zei: "Maria!" - Zij keerde zich om en in het Hebreeuws riep ze uit: "Rabboeni!", dat wil zeggen 'Meester!' - Jezus echter zei tot haar: "Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader, naar Mijn God en uw God." - Maria van Magdala ging heen en boodschapte aan de discipelen, dat zij de Heer had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[730] Wilt u echter volstrekt kritisch te werk gaan, let dan eerst op de ordening van de op elkaar volgende evangelisten volgens de Bijbel en vergelijk die met de vier belangrijkste fasen die de mens doormaakt, van zijn uiterlijke geloof tot aan de meest innerlijke wedergeboorte. Deze ontwikkelingsgang begint de mens in de avond, wordt door de nacht verzocht, tot dan de ochtendschemering aanbreekt en deze steeds toeneemt tot aan het aanbreken van de eeuwige levensdag door Johannes! - Als u dat begrijpt, dan zult u spoedig geheel tot klaarheid in uzelf komen."
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[743] Het verstand van Petrus "zag" daar dan ook eveneens de "linnen doeken" liggen. En verder kijkend ziet hij: "de zweetdoek, die Jezus op het hoofd had gehad, lag niet bij de doeken, maar opgerold terzijde op een andere plaats". Hieruit kon het verstand van Petrus logischerwijs afleiden, dat het lichaam van de Heer niet door vijanden was geroofd, maar op een andere manier, langs vreedzame, ordelijke weg, was weggenomen. Want kwaadwillige rovers en vijanden zouden de zweetdoek zeker niet met zorg hebben opgerold en apart hebben gelegd, maar ze zouden het met de andere doeken achteloos hebben weggeworpen. Petrus kon echter nog niet geloven dat er een werkelijk wonder van God had plaatsgevonden, dat de Heer uit de dood was opgestaan. Hij bleef met stomheid geslagen en durfde geen ja te zeggen, maar kon het gebeurde ook niet ontkennen.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[754] Zo lezen we bij hem: "Zie, Maria Magdalena was ook tot jaloersheid toe op Mij verliefd en ze beschouwde Mij formeel als haar enige minnaar, voor wie zij was uitverkoren. Van Mij had ze slechts het idee, dat Ik een groot profeet was. Mij n Goddelijkheid was haar echter nog vreemd. Haar verliefde hart in aanmerking genomen, had door Mijn lijden en sterven misschien ook niemand zoveel verloren als juist zij, omdat ze niet alleen haar Redder, Heer en Meester had verloren, maar ook de enige Geliefde van haar hart; om die reden was zij ook ontroostbaar.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[773] "Thomas, één van de twaalven, bijgenaamd "de tweeling", was echter niet met hen toen Jezus daar kwam." - Waarom vertelt de anders zo zwijgzame en geestelijk-innerlijke Johannes hier zoiets uiterlijks, namelijk dat de discipel Thomas de bijnaam 'tweeling' had? - Deze naam duidt op het feit dat in Thomas een tweeslachtige natuur leefde, die zich steeds weer deed gelden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[790] Nadat de Heer nogmaals aan het meer, waar Zijn broeders* (* D.w.z. Zijn geestelijke broeders, de discipelen (De Uitg.).) aan het vissen waren, was verschenen, verbleef de Heer nog enkele dagen met hen en Hij onthulde hen diepe geheimen aangaande het innerlijk leven. Wat Hij echter gedurende deze tijd tot hen sprak mocht niet worden opgetekend, vanwege de menigte en omdat de wereld het niet zou begrijpen.
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[800] Thans kunt u echter nog niet gaan waarheen u Mij ziet opgaan. Wanneer echter uw uur gekomen zal zijn, dan zult u ook daarheen kunnen opgaan, waar Ik thans heenga.
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[801] Wanneer Mijn Geest echter over u is gekomen, trek dan uit naar alle landen van de aarde en leer alle volken wat Ik u geleerd heb en wat u gezien hebt en doop hen in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest in u! En Ik zal Mijn heilige Geest ook zenden naar hen, die uw leer aannemen en door u gedoopt worden, zoals Ik in de Jordaan door Johannes werd gedoopt; voor uw ogen zullen zij in hun hart over Mij getuigen."
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[804] Ontbindt en verbindt op aarde en aldus zal het ook in de hemel ontbonden of verbonden worden. Veroordeel echter niemand en verdoem geen ziel, wilt u niet te vroeg ten prooi vallen aan de wraak van de wereld!"
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[777] Toch was Thomas' liefde voor het aangezicht van de allerhoogste Liefde nog niet geheel volmaakt. In de hemelse orde betoont men zijn liefde tot de naaste niet zelfstandig en eigenmachtig uit zichzelf, maar in volkomen zin hebben wij eerst God boven alles lief. En wat niet de naam Schepper draagt, maar slechts schepsel heet, hebben wij alleen maar lief uit Hem en als Zijn eigendom. Want alles heeft toch van Hem zijn eeuwig leven, dat nooit verloren gaat zowel het liefhebbende als het beminde schepsel. De Vader - niet het schepsel - is alles in allen! En wie als leerling en kind bij de Vader is, die kan ook voor de zijnen, voor de geschapen creatuur, pas goed zorgen, waken, werken en bidden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[785] Thomas' broederliefde was juist een uitstekend fundament voor zijn latere door onderricht en ervaring verkregen grote liefde tot God. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe zal die God, die hij niet ziet, kunnen liefhebben? Wie zijn broeder echter liefheeft, opent daardoor zijn hart om de Geest van God en daarmee ook Gods Liefde volledig in zich op te nemen. God, de Schepper en hemelse Vader, hoeft een mens, die de goddelijke, zuivere liefde als broederliefde reeds in zich draagt, slechts door middel van enkele bewijzen de ogen te openen. Een hart dat tot liefhebben in staat is verandert dan al gauw en keert zich tot Hem, de waarachtig volmaakte 'Oer-Mens', de Vader van alle vaderen en Broeder van alle broeders. En wie tot nu toe zijn naaste heeft liefgehad, zal nu dubbel zijn liefde aan zijn Allernaaste schenken, die immers niet zoals de mens in Zijn Wezen onvolmaakt is, maar goddelijk allervolmaaktst in hetgeen Hij geeft en neemt.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[816] Voor de komst van de Heer op aarde was de mens nimmer in staat met het werkelijke Godswezen te spreken. Niemand kon ooit dit Wezen aanschouwen zonder daarbij het leven totaal te verliezen; bij Mozes staat dan ook "Niemand kan God zien en tegelijk leven!" - Weliswaar heeft de Heer Zich in de oer-kerk, evenals in de kerk van Melchizédek, ook door Abraham erkend, wel vaker persoonlijk getoond en heeft Hij met Zijn heiligen gesproken en Zelf Zijn kinderen onderwezen. Maar deze persoonlijke Heer was in feite toch niet de Heer Zelf, maar steeds een engelgeest, die voor dat doel van Gods Geest was vervuld. Door zo'n engelgeest sprak dan de Geest van de Heer op zo'n wijze, alsof de Heer Zelf direct sprak. In zo'n engelenwezen was echter nimmer de volmaakte volheid van Gods Geest tegenwoordig, maar slechts in die mate als voor het beoogde doel noodzakelijk was. Je kunt het geloven, in die tijd konden ook zelfs de reinste engelgeesten de Godheid op geen andere wijze aanschouwen dan zoals jullie de zon aan het firmament ziet. En geen van de engelgeesten zou het ooit gedurfd hebben zich de Godheid in een of ander beeld voor te stellen, zoals het ook nog in de tijd van Mozes het volk Israël streng verboden was van God een gesneden beeld te maken of er zich een visuele voorstelling van te vormen.
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon