Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 392 van 1110

...  380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405  ...
[17] Kortom, de volkomen ziel kan alles; maar de onvolkomen ziel, die geestelijk blind is, zal niets anders kunnen zien dan de lege en wezenloze voortbrengselen van haar ijdele fantasie. Maar als dan een zielook in het andere leven, zonder lichaam, in zichzelf zal keren en zich mogelijkerwijs zal beteren, zal zij daardoor ook overgaan tot een helderder schouwen in grotere waarheid, -maar wel via een weg die langer duurt en veel moeilijker is dan hier. En nu weten jullie ook wat dat betreft het meest noodzakelijke; geloof dat het zo is en niet anders en houd je aan de geboden, dan zullen jullie volkomen worden in je ziel!'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Jazeker, wat goed is voor jullie doe Ik altijd graag! Zie, de ziel heeft dezelfde gestalte en vorm als haar lichaam, alleen in veel volkomener mate. Echter is hier alleen sprake van een volkomen ziel. Die heeft alles wat haar lichaam had, maar natuurlijk en var:.zelfsprekend voor heel andere doeleinden. Maar haar geestelijk lichaam is geen materie, maar pure substantie.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] En de substantie is zoals het licht dat van de zon komt, dat ten opzichte van de materie helemaal niets lijkt te zijn en toch de grondstof van de materie is, zonder daarmee een en hetzelfde te zijn; want alle oerstof is vrij en ongebonden. En zo weten jullie nu ook hoe dat is.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] En opdat jullie je daar een nog duidelijker beeld van kunnen vormen, wijs Ik jullie erop dat jullie je verschijningen herinneren van overleden mensen, die jullie op bepaalde momenten meermaals gezien en zelfs gesproken hebben. Zagen ze er anders uit dan tijdens hun leven?'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] En Ik zei: 'Ja, ja, dat zijn wel echt mooi en wijs klinkende woorden! Het was een heel goed beeld; maar het enig vervelende eraan is, dat het niet zo waar is als het zich laat aanhoren als het zo mooi en plechtig uitgesproken wordt. Maar nu Ik toch bij jullie ben, -waarom vragen jullie Mij dan niet, hoe het met het leven van de ziel na de dood van het lichaam zal gaan? Ik zal het toch beter weten dan jullie! Maar Ik weet niets van een bijna eeuwenlange doodsnacht van de ziel na het afvallen van het lichaam; op het moment dat het zware lijf van je afzal vallen, zul je je ook meteen in de opstanding bevinden en verder leven en werken in eeuwigheid, dat wil zeggen, als je als een in Gods ogen gerechtigd mens deze wereld zult verlaten.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen we in Tyrus aankwamen, namen we onze intrek in een goede herberg en de Griek bestelde onmiddellijk een middagmaal volgens joodse traditie, omdat er een heleboel goede vis was te krijgen en aan wijn -vooral uit Griekenland -was hier ook geen gebrek. We namen een beetje rust, omdat de reis ons enigszins had vermoeid. In die tussentijd was ons middagmaal ook al klaar en we nuttigden het onmiddellijk. De Griek betaalde meteen alles en begaf zich daarna met ons naar een plek waar men de zee en de vele schepen goed kon overzien.
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Hebben jullie gisteren dan niet gezien hoe Mijn wil ook tot aan de zon heeft gereikt? Als Ik de zon kon gebieden, dan zal Ik nu ook wel in staat zijn om de zee te gebieden! Ik had dat ook wel vanuit de verte kunnen doen; maar het is nu toch beter dat we allemaal ter plekke zijn, wat jullie later duidelijk zullen inzien. Maar nu moet er vooral geholpen worden -en daarna pas gepraat!'
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen Cyrenius aan de oever kwam, zei hij tegen de hooggeplaatsten die hem geluk wensten: 'Ik dank jullie voor je oprechte medeleven met het ongeluk dat mij zeker te wachten gestaan zou hebben; maar het is uiterst verbazingwekkend, hoe de geweldig tekeer gaande storm zo plotseling ging liggen. Dat deed me helemaal denken aan eenzelfde gebeurtenis bij Ostracine in Egypte. Daar bevond zich toen een wonderbaarlijk kind van een joodse familie die daar naartoe was gevlucht. Dat kon de storm ook zo plotseling doen bedaren, terwijl het omgekeerd ook een storm tevoorschijn kon roepen. Dat zal ongeveer twintig jaar geleden zijn. Ik heb al alles geprobeerd om uit te laten zoeken waar dat gezin verblijft, maar tot nog toe was het allemaal tevergeefs. Ik heb nu ook allang niet meer aan dat gezin gedacht; maar het plotselinge ophouden van deze storm heeft dat vergelijkbare verschijnsel, dat ik, zoals ik net zei, al eens eerder heb meegemaakt, weer in mijn herinnering geroepen.
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Het is werkelijk hoogst merkwaardig! Als zo'n storm hier begint te razen duurt het meerdere dagen tot de grote zee weer zo rustig is geworden, dat men het aandurft om met een schip de zee op te gaan, - en zie nu eens hoe rustig de hele zee nu is geworden, zonder enige golfslag! Wat me ook zo wonderlijk vreemd voorkwam, is hoe mijn schip als het ware door een geheime kracht getrokken snel de oever naderde. Ik zeg jullie: dat is niet op natuurlijke wijze gebeurd!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik zei: 'Heil zij jou en alle heidenen, dat jullie Mij in jullie zonden veel eerder hebben herkend, dan de joden in hun licht! Daarom zal ook het licht van het leven aan de joden ontnomen worden en aan jullie, heidenen, worden gegeven. Kom jij maar en kus Me! Want wie met jouw liefde bij Mij komt, ook al kleefden er zoveel zonden aan zijn ziel als er gras is op de hele aarde en zand in de grote zee, Ik zou hem niet verstoten maar hem opnemen zoals een vader zijn zoon zou opnemen, die weliswaar voor hem verloren is gegaan maar die hij weer heeft teruggevonden!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Cyrenius zei: 'Goed, mijn goddelijke vriend, - ikzelf zal jullie daarheen begeleiden en daar ik nu een tijdlang niet hoef te werken, zal ik ook enkele dagen bij jullie blijven. Want nu ik jullie weer eenmaal gevonden heb, wil ik jullie niet zo gauw weer uit het oog verliezen!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Cyrenius zei vol verbazing: 'O eindeloos grote fantasie van de ene ware God! Wat een oneindig grote volheid van belichaamde gedachten van God! Wat een oneindige verscheidenheid! Wat een kolossen van zeemonsters komen telkens weer hier naar toe, aangetrokken door een onzichtbare scheppende kracht! Ruim een uur duurt deze wonderbaarlijke processie al, en nog is bij lange na het einde niet in zicht! Niet eens een duizendste deel kennen we bij naam en U, o Heer, roept ze in Uw wil naar Uw wijsheid zeker bij hun naam en alle dieren volgen Uw almachtige roep! O, allen die hier zijn moeten goed kijken, want jullie zien nu wat het oog van een sterfelijk mens nog nooit heeft gezien!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Anastocles zei daarop: 'Ja, als dat zo is, laat ik de herberg natuurlijk de herberg en ga ik met jullie mee naar Cyrenius! Misschien herinnert hij zich ook mij nog van Ostracine!'
Hoofdstuk 212: In het paleis van Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Nu zei Ik tegen die raadsheer: 'Hoe zouden jullie dat dan aanpakken om Mij goddelijke eer te bewijzen?'
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De raadsheer zei: 'Wel, zoals we bij ons de opperste god Jupiter vereren of zoals jullie priesters hun onzichtbare Jehova vereren!'
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  380 - 381 - 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405  ...