17481 resultaten - Pagina 394 van 1166
... 382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 ...
[7] De engel zei: 'Zeer zeker, want ten eerste is de lucht al materie en bevat alle denkbare stoffen en kan daarom ook des te eerder in iedere gevraagde materie veranderd worden, en ten tweede staat het mijn geest werkelijk vrij - en dat in de hoogste graad -om mijn wil volledig te laten werken en dus de lucht die je mij aanwijst, onmiddellijk in een bepaalde materie te veranderen. Zeg me nu maar waarin ik de lucht moet veranderen!'Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De engel zei: 'Dat heb je tamelijk goed beoordeeld! En toch zeg ik je, dat het voor mij als een zuivere geest, heel gemakkelijk is om deze zware zuil enkel door mijn wil zo hoog als je maar wilt op te tillen. Zeg maar hoe hoog of waarheen ik de zuil moet opheffen, dan zal ook dat meteen worden uitgevoerd!'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Maar omdat we nog tijd hebben, zal ik jullie nog iets anders laten zien, want anders zouden jullie nog op de gedachte kunnen komen dat ik mij alleen maar met stenen bezighoud. Zie, de zuil staat daar goed en hij zal eeuwenlang op die plaats blijven staan, en duizend jaar behouden blijven door de standvastigheid van mijn vrije wil! Maar om vooral jullie Romeinen te laten zien dat voor een geest absoluut niets onmogelijk is, zal op de plaats waar eerder die geweldige granieten zuil uit lucht ontstond, een grote en met rijpe vruchten rijk beladen dadelboom staan met daarnaast twee vijgenbomen, die ook geen gebrek zullen hebben aan rijpe vruchten.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wel, het vuur en licht dat Plato zag, heeft hij beslist niet met zijn lichamelijke, maar met zijn geestelijke ogen gezien, en daarom denk ik nu: als ik zelf eenmaal geestelijker ben geworden, zal ook ik net als Plato in mijn geest datzelfde vuur en licht zien, dat hij heeft gezien en gevoeld. Heb ik dat juist gezien?'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Rafaël zei: 'Ja, dat heb je heel juist en goed gezien, en ik kan je daarop niets anders zeggen dan: zo zit het ongeveer in elkaar! Maar Plato was een heiden en kon niet zo helder zien en waarnemen als iemand dat zal kunnen volgens de leer van God, de Heer. Maar om je hier nog een paar aanschouwelijke bewijzen van het enig ware en meest werkelijke iets van de zuivere geest te geven, zal ik nog enkele experimenten ten beste geven van het zuiver geestelijke; sla nu dus opnieuw heel goed acht op alles wat ik je met de allergenadigste toestemming van de Heer nog zal laten zien!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wat zijn deze myriadenmaal myriaden lichtwormpjes en deze ontelbare vormen en gestaltes van alle mogelijke aard en soort, die zich steeds maar opnieuw ontwikkelen? En als ik er naar grijp en zo'n vorm of gestalte wil vasthouden, dan heb ik helemaal niets in mijn hand! Ah, dat is toch wel een echte levensfopperij!'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Toen hij deze vangst had gedaan, zei hij (Agricola) tegen de engel: 'Luister, mijn hemelse vriend, ik heb mijn vangst nu gedaan! Maak nu dat ik de lucht weer op natuurlijke wijze zie, dan wil ik me ervan overtuigen of ik de vogel en de vis nog in mijn handen heb!'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Agricola zei: ' Als je dat werkelijk mogelijk is, doe dat dan! Ik zou toch graag willen zien of dat mijn vogel en mijn vis is! Misschien zou ik dan gemakkelijker van zo'n puur wereldse domheid afkunnen afkomen.'
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Nu, dan kan het iemand die lange tijd aan al het wereldse gewend is, wel eens niet zo blij te moede worden, maar wanneer hij zich mettertijd in zijn nieuwe, innerlijke en enig ware leefwereld meer en meer thuis gaat voelen, zal de buitenwereld in gelijke mate steeds onaangenamer voor hem beginnen te worden. Zit er dus maar niet over in als Mijn Rafaël je wat meer dan gewoon wakker geschud heeft, want dat is van groot nut voor je.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Agricola zei: 'Ik dank U, o Heer, voor deze zeer genadige uitleg van U! Het gevoel heb ik nog wel, maar het bevreemdt me niet meer zo, zoals het me eerder bevreemd heeft. Maar nu zou ik alleen nog willen weten, hoe de engel zo precies kon weten welke dieren mijn oude ereschild sieren, want het schild bevindt zich veilig opgeborgen in Rome, en wij zijn hier. Hoe kan hij zo ver kijken?'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Agricola zei: 'Dat zou toch wel een beetje moeilijk zijn, want ook al kan een geest alle materie doordringen en oplossen, dan kan toch de materie de materie niet doordringen. Mijn schild bevindt zich in een stenen kast, die met een metalen deksel goed is afgesloten. Hij zou de kast helemaal moeten vernielen om het schild eruit te krijgen. En als hij dan met het schild oneindig snel door de lucht zou gaan, zou het schild immers in de lucht vernietigd worden!'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] En de rabbi zei: 'Beste medebroeders uit de schoot van Abraham! Vergeef me dat ik vanwege mijn hoge leeftijd niet meer in staat ben om mij zoals vroeger door woorden voor al het goede en ware in te zetten; maar het ontbreekt me nog steeds niet aan goede wil om jullie allen een juiste en ware troost te geven.
Hoofdstuk 81: De oude rabbi beschrijft de geschiedenis van het verval van het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar later was er in het westen, zoals de wijze Nikodemus mij zoëven verteld heeft nog een derde teken van zeer troostrijke aard te zien, echter alleen door hen, die de Messias hebben aangenomen, in Hem geloven en naar Zijn leer, die goddelijk wijs is, handelen. Maar daarover kan jullie Nikodemus later meer vertellen, omdat hij ook het genoemde derde verschijnsel zelf gezien heeft.'
Hoofdstuk 81: De oude rabbi beschrijft de geschiedenis van het verval van het Joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De waard): 'Ergens achter een gordijn hoorde echter zo'n echte aartsfarizeeër het krachtige pleidooi voor het geloof in de Heiland uit Nazareth ten overstaan van het volk. Hij kwam tevoorschijn, besteeg het kleine gestoelte en zei: 'Ik zeg jullie vanuit mijn absolute macht als hogepriester, wie in de Heiland uit Nazareth gelooft, en zegt dat hij de beloofde Messias is, is door de tempel vervloekt!'
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Direct daarna verscheen Nikodemus op het grote spreekgestoelte en hij werd door het volk met luid gejubel begroet. Maar hij zei: 'Beste vrienden en broeders! Ik heb jullie eigenlijk niets nieuws te vertellen, maar ik ben toch gekomen om te bevestigen wat hier op deze plaats mijn oudste en tevens beste vriend al tegen jullie heeft gezegd. Alles is zoals hij gezegd heeft, daarvoor kan ik zelfs met mijn leven instaan, en het verheugt mij nu des te meer dat ik hier in deze geheiligde grote tempelhal met mensen te doen heb, die beslist in alle opzichten mijn inzicht en ook mijn innerlijke, volle overtuiging delen.
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)