Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 394 van 1110

...  382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407  ...
[1] (De Heer): 'Toen zei Ik: 'Vriend, je bent een beetje opgewonden, omdat Ik jullie allen zojuist de waarheid over de bestemming van de mensen heb voorgelegd; maar dat is helemaal niet erg! Ik heb die klippen van twijfel in je gezien en wilde dat je ze openlijk prijsgaf; daarom moest Jozef ook met zo'n onderwerp komen, dat jouw tong op de juiste plek losmaakte. je hebt ook heel goed gesproken en je twijfels en kritiek ten aanzien van de menselijke natuur goed naar voren gebracht. Maar nu ben Ik aan de beurt en Ik kan je daarover iets heel anders zeggen dan wat jij over het onderwerp denkt, dat jullie nu onder elkaar hebben besproken.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar menigeen zal, ook al omwille van zijn medemensen, op deze aarde gelijk Mij vervolmaakt worden, maar alleen langs de enig mogelijke weg van de ware verering van God, die Ik jullie zojuist heb uiteengezet,toen jullie overwogen Mij goddelijke eer te bewijzen.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De raadsheer zei: 'Waarom kan ik jullie dan nu alleen maar zien en waarom niet ook andere keren? Waarom lieten jullie je niet aan mij zien toen ik zo vaak reeds zelfvurig naar jullie verlangde?'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen zei de raadsheer: 'Nu geloof ik dat jullie echt en geen zinsbegoocheling zijn! Maar zeg me eens wie die jonge joodse man is, die zulke wonderbaarlijke werken verricht voor onze ogen!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De geesten zeiden: 'Hij is Degene die Hij is, die Hij was en die Hij altijd zal zijn! Meer mogen we niet over Hem zeggen; want dat gebiedt ons Zijn wil. Maar Hij is toch bij jullie, je kunt het Hem zelf vragen!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): '(Julius Caesar): 'Dat verheugde mij zeer en ik begaf me met mijn vriend naar de oever van het meer. De schipper ging dadelijk aan land en zei: 'Daarginds aan de oever van het meer, rechts, landinwaarts, is nog een vreselijke poel, waarin zich nog allerlei verschrikkelijk ongedierte bevindt, dat af en toe de lucht van deze omgeving verontreinigt. Deze poel moeten jullie droogleggen! Gooi er net zo lang goede aarde in tot de poel, die niet erg diep is, opgevuld is, dan zullen jullie je omgeving daardoor flink verbeteren en er een vruchtbaar stuk land bij hebben!' Mijn vriend en ook ik bedankten hem met blijdschap voor deze raad. Hij voer snel weer weg en wij gingen onmiddellijk aan de werkelijk zware arbeid.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Julius Caesar zei: 'Op deze aarde zal dat door mij beschreven gebied zich wel nergens bevinden, maar toch is het zo dat het plaatselijk overal kan zijn; want waar ik ben, is ook dat gebied. Zo langzaam aan heb ik wel geleerd dat de plaats, de omgeving en alles wat mij in onze wereld als schijnbaar levenloze materie omgeeft, uit mijzelf is gegroeid -zoals in zekere zin een boom uit de aarde- of met andere woorden: ikzelf ben de schepper van de wereld die ik bewoon. Ik en mijn vrienden bewonen daarom ook eenzelfde landschap, omdat wij eenzelfde liefde, dezelfde wil en derhalve ook eenzelfde denkwijze hebben; maar op dezelfde plek kunnen ook nog talloze andere geesten wonen, en ieder in een andere omgeving. Dat is het grote verschil tussen ons, geesten, en jullie, nog aardse mensen.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Kijk, zo ongeveer is alles in die andere, of liever gezegd, in onze geestenwereld! Het verschil tussen onze wereld en die van jullie hier, is alleen maar het volgende: Wij, geesten, wonen in feite eigenlijk in onze geheel eigen wereld, maar jullie wonen in de wereld van God. Want onze wereld is het werk van onze gedachten, ideeën, begeerten en onze wil; maar deze wereld is het werk van de liefde, de gedachten, de ideeën en de wil van God.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Niemand van jullie is zo ongelovig als de raadsheer. Voor hem was een tastbaar bewijs noodzakelijk. Hij gelooft nu omdat hij de onterechte reden van zijn twijfel heeft gezien. Maar het is geen verdienste van hem dat hij nu voortaan niet moeizaam in zichzelf hoeft te zoeken naar het bewijs, dat de ziel verder leeft na het afvallen van het lichaam.
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar wie niet gezien heeft wat hij heeft gezien, gelooft wat Ik hem zeg en geloven is heilzamer voor de ziel dan zien, omdat de ziel zich in het geloof vrijer beweegt dan in het zien. Ik ken jouw geloof en weet dat de werken die jij Mij zag verrichten, voor jou reeds als een absoluut bewijs dienen voor de algehele waarheid van wat Ik zeg; en daarom zou het geen enkele zin hebben omjou de overledenen nog te laten zien, opdat ze jou zouden vertellen dat Ik tegen jullie de waarheid spreek.
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En wanneer je door je inspanningen vol echt geloof zult zijn, zul je ook vanzelf tot het ware en vrije schouwen komen, dat je ziel dan niet meer dwingt. Zie, dat is de goede reden waarom jullie niet hebben mogen zien wat de raadsheer, die vol twijfels zat, wel heeft gezien!'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Maar Ik zei hun: 'Geefgehoor aan de wil van Cyrenius! Jullie familie is er reeds van in kennis gesteld dat jullie nu hier te gast zijn genodigd!'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen Jozef die speciale aandacht voor ons merkte, zei hij tegen Cyrenius: ' Maar, hoge vriend en gebieder, waarom toch voor ons weinigen die speciale aandacht? We zouden ons immers ook wel tevreden gesteld hebben met de spijzen die jullie, Romeinen, tot je nemen!'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Cyrenius zei heel vriendelijk: 'Vriend, ik ken je nog van Ostracine en weet dat je je streng houdt aan jullie joodse wetten, en daarom was het nu ook mijn plicht om zo voor jullie te zorgen, dat jullie gemoed er niet door benauwd wordt. Maar wij, Romeinen, zijn gewend aan onze spijzen, die 's avonds meestal bestaan uit het vlees van dieren die jullie niet eten; voel je dus niet bezwaard, dat ik voor jullie speciale spijzen heb laten bereiden!'
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dat echter ook de dieren in de loop der tijd, door veel inspanningen van de ware mensen, ook een soort hogere ontwikkeling aannemen, hebben jullie allemaal met jullie huisdieren ervaren. De mensen zouden nog meer kunnen bereiken met de dieren, wanneer ze zoals de eenvoudige oervaderen van de aarde in een ware en volledige verbinding zouden staan met hun geest van gene zijde uit het hart van God.
Hoofdstuk 221: Adam en Eva, de eerste mensen van de aarde De pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407  ...