Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 394 van 1490

...  382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407  ...
[1] Toen wij het ons op de heuvel gemakkelijk hadden gemaakt, zei LAZARUS: 'Werkelijk, het is eeuwig jammer van deze grote mooie stad, om eens zo totaal verwoest te worden! Maar wie kan daar iets aan doen, als haar slechte bewoners het zelf zo willen?'
Hoofdstuk 155: Ongelukken en ziekten die al of niet door eigen schuld ontstaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Vervolgens zal er 's nachts meteen weer rondgegaan worden om te offeren, en het blinde, domme volk zal offeren zoveel het maar kan. Maar Mijn vele aanhangers zullen daaraan weinig bijdragen en veel aanwezige Essenen zullen de Farizeeën uitdagen en op hun beurt een prediking houden over de maansverduistering, zoals je die niet zo vaak zult horen; want de Essenen weten precies de oorzaak van de maansverduistering en hebben deze, evenals verscheidene andere, al van te voren herkend, hetgeen zij de priesters in het bijzijn van het volk zullen meedelen.
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Beste broeder, kijk, dat weten Mijn leerlingen precies, en Ik Zelf heb je ook al eens -onder vier ogen -verteld wat zon, sterren en maan zijn; maar je schijnt het geheel niet goed begrepen te hebben. Maar dat geeft niet! Ik zal straks jullie geestesoog openen, en dan zullen jullie de maan net zo kunnen bekijken, als nu het aardse landschap, en dat zal beter zijn dan wanneer Ik jullie deze dingen met vele duizenden woorden uit zou leggen.'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, de zon is al ondergegaan, de lucht is onbewolkt en er laten zich al enkele sterren zien; daar in het oosten komt net de volle maan boven de wat in damp gehulde horizon. Maar nog vandaag zal er binnen twee uur een maansverduistering plaatsvinden door de natuurlijke schaduw van deze aarde, die dan juist tussen de zon en de maan zal komen te staan. Dat zal bij de mensen in Jeruzalem en vooral bij de domme Farizeeën een verschrikkelijk spektakel veroorzaken, omdat dit keer de maan bijna een half uur lang helemaal zal verdwijnen. Er zal gejammerd worden en er zullen grote offers in de tempelkas terechtkomen; maar wij zullen hier dit kleine schouwspel van de natuur heel rustig gadeslaan en ervan genieten.
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Dan zal het volk de priesters het vuur na aan de schenen leggen en velen zullen hun offers terugvragen, maar niet krijgen; want de priesters zullen hun vertellen dat dit offer voor een bepaald goed doel gebruikt zal worden. Dat zal een deel van het volk tot bedaren brengen, het andere deel zal echter nog erger te keer gaan, zodat er een waar tumult in de tempel en ook buiten de tempel zal ontstaan, en de Romeinse wacht zal gewapend ingrijpen en met grote strengheid de rust moeten herstellen. Kijk, dat alles zal in deze nacht door de heel natuurlijke maansverduistering veroorzaakt worden; maar ons zal dat niet in het minst storen. Sommigen zullen wel hierheen vluchten voor de strengheid van de Romeinen; maar daar hoeven wij niet bang voor te zijn. -Wel, hoe vinden jullie dat?'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar toen begon de schaduw van de aarde op de maan al zichtbaar te worden. Aller ogen waren nu op de maan gericht en volgden het voortschrijden van de schaduw. Weldra werd de hele maan donker, en bij deze gelegenheid werd er een veel groter aantal sterren zichtbaar dan eerder bij het licht van de volle maan.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Heel anders is dat met het oog van de ziel. Dat wordt niet beïnvloed door het aardse licht, en nachtelijke duisternis van de aarde of hellichte dag maken voor dat oog geen verschil. Voor de ziel is het alleen maar voortdurend dag en nooit nacht, dat wil zeggen voor een ziel die in Mijn licht leeft en werkt; maar voor een ziel die alleen maar in het licht van deze wereld werkt, dat wil zeggen volgens de wereldse leer leeft, is er aan gene zijde ook alleen maar nacht en duisternis.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei: 'Kijk eens wat beter, dan zullen jullie wel wezens ontdekken die op mensen van deze aarde lijken!'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen spanden allen zich in om nog beter te kijken en toen ontdekten zij menselijke wezens, en wel op de kant die steeds naar de aarde toegekeerd is, een soort luchtige, bijna geheel doorzichtige en daarbij toch erg kommervol uitziende kleine menselijke wezens, die hun volkomen vreemd voorkwamen; maar op de andere kant van de maan beviel het hun iets beter. Omdat zij deze echter nu tijdens de veertien dagen durende nacht van de maan zagen, vonden zij ook vanwege heel natuurlijke, op de maan heersende toestanden de mensen en de weinige dieren daar in diepe slaap.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen allen zo de hele maan bezichtigd hadden en al begonnen te zeggen dat zij nu de maan meer dan lang en goed genoeg gezien hadden en Ik hun ook het innerlijke gezicht wel weer kon ontnemen, deed Ik dat dan ook; want allen werden een beetje bang dat zij nu misschien zelfs in deze zeer treurig uitziende wereld zouden moeten blijven.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen zij allen de maan weer met hun lichamelijke ogen zagen, waren ~ij erg blij, en. EEN VAN DE OUDSTEN VAN DE JOODSE GRIEKEN zei tegen Mij: 'Heer, als er in Uw grote schepping ergens een wereld is waar de zielen als verdoemden gekweld worden, dan is de maan daar volkomen geschikt voor, vooral op deze naar ons toegekeerde kant! En die vreemde, erg lelijke, donkergrijs doorzichtige en mistig luchtige menselijke wezens zijn zeker niets anders dan zulke in het geheel niet te benijden, ongelukkige zielen. Als een mens op onze aarde door streken en landen reist, komt hij van de ene mooie streek vaak in een nog veel mooiere; maar op de wereld daar boven is het precies omgekeerd. Reeds de eerste en zeker nog de beste plaats die men ziet, ziet er al zo ontzettend wild en woest uit, dat men er van schrikt als van een monster. De andere plaatsen en streken zijn echter nog veel afschrikwekkender en ontzettender, en in die streken wonen menselijke wezens die er zo treurig en. verkommerd uitzien, dat men de bewoners van onze slechtste en stinkendste poelen bij hen vergeleken ware koningen zou kunnen noemen. Heer, Heer, wat zijn dat toch voor wezens?'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Maar ook deze ellendige maanbewoners zullen verlost worden wanneer Ik weer teruggekeerd zal zijn naar de plaats vanwaar Ik gekomen ben. -Dus weten jullie nu wat de maan is?'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Precies zulke natuurlijke mensen als bijvoorbeeld in het hoge noorden van deze aarde, maar natuurlijk vanwege de heel andere dag en nachtomstandigheden van die maan enigszins anders georganiseerd. De rest zal de geest jullie leren. En omdat nu ook het verschijnsel voorbij is, kunnen we wel weer naar binnen gaan en een lichte nachtversterking gebruiken.'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Vele pelgrims hadden de stad verlaten. Maar degenen, die hierheen gevlucht waren, probeerden binnen te komen; dat konden zij echter niet omdat wij vandaag al bij zonsondergang alle poorten goed gesloten hadden. Sommigen vroegen zich af of de profeet uit Galilea hier soms in Bethanië was. Maar anderen zeiden daarop: 'O, daarvoor is hij te verstandig, die heeft zeker vanmorgen al onraad bespeurd en is nog op tijd verdwenen!' - Heer des huizes, wat moeten we met deze mensen doen? Moeten we ze binnenlaten of niet?'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen wij ontwaakten - wat ditmaal ruim een uur later dan anders gebeurde -, stond de ochtendmaaltijd al kant en klaar op tafel. Wij gingen dan ook meteen aan tafel en gebruikten opgewekt het goed toebereide maal. Daarna vroegen de leerlingen aan Mij wat Ik allemaal op deze dag ging doen.
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  382 - 383 - 384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407  ...