Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 396 van 1112

...  384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409  ...
[7] Kijk bij de mensen naar die openbare huizen en gebouwen, waar veel bedrieglijke handel gedreven wordt, zoals bijvoorbeeld nu in de tempel en in veel andere handelshuizen! Dat zijn dan ook speciale woonplaatsen voor de vele persoonlijke duivels. Zo zijn ook die huizen waarin allerlei ontucht, hoererij en echtbreuk bedreven wordt, eveneens speciale woonplaatsen voor persoonlijke duivels. Evenzo zijn ook die bergen en holen, waar mensenjachtig en begerig graven naar goud, zilver en andere schatten van de aarde, plaatsen waar persoonlijke duivels in groten getale wonen; evenzo bossen en holen waar zich dieven, rovers en moordenaars ophouden; zo ook de legerplaatsen en slagvelden, de wegen van de koopmanskaravanen en de rivieren, meren en zeeën waar een sterk winstgevende handel gedreven wordt.
Hoofdstuk 36: Waar de persoonlijke duivels zich bevinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'O ja, maar alleen datgene wat aan hun gelijk is. Ik zegje: ook de boosaardige gieren verzamelen zich snel, waar zich een voor hen goed smakend aas bevindt.
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Aangezien Ik jullie nu echter ook de woonplaatsen van de slechte en kwaadaardige zielen, die eigenlijk de persoonlijke duivels zijn, heb aangegeven, moeten jullie die mijden, wanneer jullie je nog ook maar enigszins zwak voelen; want op zulke plaatsen dreigt voor iemand die zwak is nog altijd gevaar! Wie zich, terwijl hij nog zwak is, in een gevaar begeeft, komt ook gemakkelijk om in het gevaar, of hij komt er althans niet gemakkelijk zonder schade vanaf
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Ik zei: 'O Mijn vriend, daar zit niet altijd datgene achter wat jij denkt, maar meestal iets heel anders. Laat dergelijke beruchte burchten en oude boerderijen maar eens omsingelen door een groep dappere soldaten, dan sta Ik ervoor in dat bij zo'n gelegenheid jouw anders zo gevaarlijke verschijnselen zich zodanig zullen terugtrekken, dat geen soldaat ook maar het geringste zal merken van hun eventuele bestaan!
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar zulke zielen kunnen nooit ontaarden tot een te voelbare boosaardigheid, en hun uiterst beperkte en machteloze bestaan kan aan niemand ook maar enige morele schade toebrengen; integendeel, dat ze zich af en toe manifesteren werkt dikwijls heel goed op het ongeloof van menig wereldse mens, die daardoor gelovig wordt en zijn wereldse leven verandert, omdat hij een voortbestaan van mensenzielen na de dood van het lichaam gewaarwordt, dat hem niet bepaald zo goed en zalig schijnt te zijn.
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, ook dat is ons nu duidelijk geworden, en wij weten nu ook in dit opzicht waar we aan toe zijn; maar er zijn onder de mensen toch nog zoveel verschijnselen, waarover men nog niet echt veel duidelijkheid heeft. Zo ken ik bijvoorbeeld zelf in het land van de joden verscheidene oude burchten en oude huizen die misschien al sinds enkele eeuwen niet meer door mensen bewoond worden. Daar spookt het dikwijls zo verschrikkelijk, dat geen mens, ook al is hij nog zo dapper, die ook maar op grote afstand durft te naderen, en wee degene die misschien toevallig of onbekend met de akelige situatie in de buurt van zulke plaatsen komt! Want zo iemand wordt heel lelijk te pakken genomen, en degene die zich zelfs opzettelijk naar zo'n plaats mocht hebben begeven nog veel erger. Welnu, zulke niet eens zo zelden voorkomende plaatsen zijn al vele jaren door geen enkele grote zondaar betreden, noch door de één noch door een andere, en toch men mag ze niet betreden. Wat heeft dát dan wel te betekenen?'
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Er bestaan hier en daar weliswaar ook wel plaatsen waar zielen van reeds lang gestorven mensen zich ophouden en af en toe op de een of andere manier de aandacht trekken van voorbijtrekkende mensen. Dat zijn zielen die tijdens hun lichamelijke leven te hevig verliefd waren op hun aardse bezit en, om dat te vergroten, ook menige grote onrechtvaardigheid hebben begaan. Zulke tevens uiterst materieel geworden zielen blijven dan na het afvallen van hun lichaam op die plaatsen, die hun tijdens hun lichamelijke leven boven alles lief en dierbaar waren, en dat dikwijls net zo lang, tot ieder spoor van hun meestal zo kostbare bezit verloren is gegaan. Dan pas beginnen ze aan gene zijde meer en meer in zichzelf te keren, omdat ze in zichzelf gewaar beginnen te worden dat al het aardse en tijdelijke bezit en ijdele een lege illusie is en was.
Hoofdstuk 37: Inzicht in de redenen voor de oerschepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Dergelijke geesten, al zijn ze ook niet van het goede en zuivere soort, kunnen dus voor een mens niet gevaarlijk worden, en het is goed om voor zulke zielen te bidden. Want het gebed van een van ware liefde en erbarmen vervulde ziel in vol liefdesvertrouwen op Mij heeft een goede invloed op zulke werkelijk arme zielen aan gene zijde, want het vormt een bepaalde stof van levensether om hen heen, waarin zij als in een spiegel hun gebreken en tekortkomingen zien, zich beteren en daardoor gemakkelijker tot het levenslicht komen.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Dat gaat heel gemakkelijk! Jullie moeten bij jullie gebeden niet van mening zijn, dat jullie Mij daardoor tot grotere erbarming kunnen bewegen, aangezien Ik waarlijk Zelf eindeloos veel barmhartiger ben dan alle beste en meest liefdevolle mensen van de hele wereld bij elkaar, maar draag hun gelovig en vanuit de ware liefdesgrond van jullie hart, dus in je hart, het evangelie voor, dan zullen ze het horen en zich daar ook naar richten! En op deze manier zullen jullie ook de werkelijk armen van geest het evangelie verkondigen, dat hun van groot nut zal zijn.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Al het andere bidden en opdreunen van gebeden helpt een overleden ziel niet in het minst, maar schaadt haar veeleer, omdat ze zich alleen maar ergert als ze het hoort, aangezien dergelijke gebeden voor de zielen van overledenen, zoals dat vooral bij de Farizeeën zelfs volgens de wet gebruikelijk is, met grote offers betaald moeten worden.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Mogen jullie ook dit als een goede raad, door Mij aan jullie gegeven, onthouden en ook goed in acht nemen; want daardoor zullen jullie ware, grote, machtige en zeer dankbare vrienden in de grote wereld aan gene zijde verwerven, die jullie noch aan deze noch aan gene zijde ooit zullen verlaten als jullie in nood zouden raken! Zulke vrienden zullen dan jullie ware beschermgeesten zijn en zich altijd om het welzijn van hun weldoeners bekommeren.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Als een argeloos mens dicht bij deze ware helse nesten komt dan wordt hij, opdat het bedrog niet aan het licht komt, in geen geval in de omgeving geduld, maar wordt hem door hun boze kunsten zoveel angst aangejaagd, dat hij vervolgens zelf de beste beschermer en verdediger van een dergelijk hels nest is; want hij vertelt dat aan duizend andere mensen van mond tot mond en allemaal houden ze dat voor iets verschrikkelijk bovennatuurlijks, en geen van die duizend waagt zich daarna ooit meer in de buurt van zo'n werkelijk hels nest. Maar, zoals Ik op deze vraag van jou direct aan het begin al opgemerkt heb, laat maar eens een goed bewapend Romeins leger dicht bij zo'n beruchte burcht met spookgeesten komen, dan zullen de geesten zich niet verroeren, maar zo snel ze kunnen op de vlucht slaan door hun geheime onderaardse gangen.
Hoofdstuk 39: Over ruïnes waar geesten spoken (30.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wie Mij dan met grote liefde in hun hart zullen begroeten, zullen zich er weldra ook met hun ogen van overtuigen, dat Ik Mij werkelijk persoonlijk onder jullie bevind. En wat Ik hier tegen jullie zeg en verklaar' geldt ook ten volle voor jullie ware en getrouwe navolgers. - Maar geef nu de nieuwe wijn maar; want Ik heb dorst gekregen!'
Hoofdstuk 40: De betekenis van brood en wijn; over de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Moeten ook de heidenen zich laten besnijden als zij Uw leer aannemen, of is bij hen de doop alleen al voldoende? En moeten behalve de besnijdenis ook de andere middelen ter reiniging toegepast worden bij de tot ons bekeerde heidenen?'
Hoofdstuk 40: De betekenis van brood en wijn; over de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Ik heb jullie immers al gezegd, dat jullie iedereen die Mijn leer en dus ook Mijzelf innig en waarachtig heeft aangenomen en opgenomen, moeten dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; daarvoor is het opleggen van de handen voldoende en als een uiterlijk teken van ware, innerlijke reiniging door Gods geest het wassen met zuiver water. En dat is werkelijk voldoende voorjoden en heidenen.
Hoofdstuk 40: De betekenis van brood en wijn; over de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409  ...