Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 396 van 1037

...  384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409  ...
[12] Ik zei: 'Luister eens: jij hebt wel een goede mening over Mijn voeten, maar mijn voeten zullen voor jouw huis geen zegen achterlaten; als jij echter met je gezin volgens Mijn wil leeft en handelt, zal dat jouw hele huis tot een ware, blijvende zegen worden! In dergelijke dingen geloofden en geloven nog altijd diegenen die gevangen worden gehouden door allerlei duister bijgeloof, dat op zichzelf dood is en geen levensmacht heeft. Wat voor nut kunnen bepaalde tekens of relikwieën, bepaalde stenen, getallen en de nieuwe maan en sterrenbeelden voor iemand hebben? Die hebben niet alleen geen nut, maar schaden de ziel alleen maar en zodoende ook het lichaam! En zo kan ook het lopen met de voeten van Mijn lichaam noch deze plaats, die Ik nu ook betreedt, noch een huis voordeel brengen; maar het is van nut voor jullie allemaal dat Ik naar jullie toe ben gekomen en jullie Mijn wil te kennen heb gegeven, en jullie de wegen heb getoond die jullie moeten bewandelen om tot het eeuwige leven te komen. .
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] En Ik zei: 'Wees er helemaal van verzekerd dat Ik jouw wil in plaats van het werk aanneem; maar wat jij nu voor Mij wilt doen, doe dat voor de armen, dan zal Ik dat aannemen alsof je het voor Mij gedaan had! Maar wij hebben hier vóór de avond nog heel wat in orde te brengen en recht te zetten, daarom moeten wij werken, zolang de dag duurt. Maar als jij vanavond Mijn gast wilt zijn, kom dan naar de herberg waar Ik nu Mijn intrek heb genomen! '
Hoofdstuk 215: De Heer en de bijgelovige waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Na deze woorden van Mij stuurde Roclus direct vier van zijn broeders naar alle herbergen van deze plaats, met uitzondering van die ene, waar wij woonden. En het duurde nog geen half uur, of daar kwamen dienaren die door alle herbergen gestuurd waren; zij zeiden tegen de armen waarvoor ze gekomen waren, en de armen stonden onmiddellijk op van de harde grond en lieten zich dankbaar door de dienaren naar de herbergen brengen.
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En dat jij ons en de armen bedrogen hebt, is zojuist gebleken; want in plaats dat je tenminste hen, die er het slechtst aan toe zijn in de voor zieken ingerichte kamers onder brengt, heb jij hen allemaal op de harde grond laten bivakkeren. Beter je leven dus en vraag niet meer naar degene die jou mogelijkerwijs verraden zou hebben!'
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Roclus begreep de oorzaak ook snel en al pratend kwamen wij weer op een plaats, en wel aan de weg die naar Egypte leidde, waar wij weer werk te doen hadden.
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Voor de herberg was een groot plein, dicht met gras begroeid. Hierop stonden een heleboel doodskisten, waarin zich dode kinderen bevonden, en hun vaders en moeders wachtten in de herberg of zij van de Essenen de gewenste toestemming zouden krijgen om hun doden in de goed afgesloten doodskisten naar de burcht te brengen. De ouders hadden weliswaar al herhaalde malen om die toestemming gevraagd, maar kregen die niet, omdat de reeds bekende wederopwekkingskamer toch al overvol was met dergelijke doodskisten en omdat de Essenen ze niet meer konden en mochten aannemen.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar degenen die in de bovengenoemde herberg wachtten waren van ver gekomen, in de hoop hun dode kinderen weer opnieuw .tot leven gewekt mee naar huis te kunnen nemen, en konden dus ook met weten dat de Essenen geen dode kinderen meer levend maakten; het was voor die ouders dus des te bitterder, toen ze hier hoorden dat zij hun verre reis voor niets hadden gemaakt.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Met deze troostvolle verwachting stonden alle gasten snel op en kwamen naar buiten, waar wij de opschriften van de doodskisten lazen, en allen vroegen de overste met tranen in hun ogen om hen toch niet onverrichter zake hun verre reis terug naar huis te laten maken; want zij hadden immers niet geweten dat in deze aloude wonderplaats geen dode kinderen meer opgewekt werden.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] De Griek zei weer: 'Dat hebben joden die bij ons wonen en handel drijven ook gezegd, en wij hebben de God van de joden dan ook heel bereidwillig grote offers gebracht; die zijn door een joodse priester ook in ontvangst genomen met de verklaring, dat de offers zo spoedig mogelijk naar Jeruzalem gebracht zouden worden, waar de enig ware God steeds in een geweldig grote en schitterende tempel woont.
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Daarop zei Roclus, op mijn innerlijk bevel: 'Zo geschiede jullie dan ook naar jullie geloof in de naam van Jezus Jehova Zebaoth! En maak nu de doodskisten open!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] En nu weer terug naar onze zaak!
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen het beschreven wonderwerk volbracht was en de ouders zich met hun kinderen in de herberg bevonden, kwam de waard, evenals ook zijn personeel, aan wie dit wonder iets heel natuurlijks in deze plaats toescheen naar ons toe; hij vroeg Roclus, of en hoeveel hij hun voor de grote wonderdaad in rekening moest brengen voor het welzijn van de vele armen, die van dag tot dag in deze plaats in aantal toenamen, welk geld hij dan, zoals altijd, gewetensvol aan de beheerder van de armenverzorging zou afgeven.
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Roclus zei, zoals Ik hem in het geheim in zijn hart had gelegd: 'Mij is deze genade door God om niet verleend, en daarom verlang ik ook van niemand enig offer. Maar als iemand zelf uit vrije wil iets wil doen voor de armen, waaraan wij bij ons geen gebrek hebben, kun je dat aannemen en aan de instelling geven! Maar laat de ijzeren doodskisten onmiddellijk naar de burcht brengen, zodat die hier niet te lang voor iedereen zichtbaar blijven staan!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De waard zei: 'Maar als de vreemdelingen de doodskisten nu als herinnering weer mee naar huis willen nemen?'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Roclus zei: 'Zeg dan tegen hen dat ik het zo bevolen heb! Maar zeg tegen degene die toch een doodskist mee wil nemen, dat zijn kind dan op onderweg naar huis zal sterven; dan zal niemand weigeren de doodskist hier te laten!'
Hoofdstuk 218: Hoe de helpers van de Essenen ingezet kunnen worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  384 - 385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409  ...