Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 397 van 1110

...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...
[23] De buurman zei: 'Doe, wat je vaardigheid en kennisje toestaan; want wat jullie vaak in uiterst korte tijd kunnen, weet ik maar al te goed, vooral je jongste zoon! Maar daar praat ik nu verder niet over!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Ik zei: 'Goed dan! Maar zorg er allemaal voor dat jullie niet over Mij spreken vóór de tijd! En wanneer die zal komen, zullen jullie wel van Mij vernemen. Maar geef Me nu de bijl, zodat Ik onmiddellijk deze tien bomen vel!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Toen die tien bomen daar nu lagen hadden allen een eigenaardig gevoel en Jozef zei tegen zijn andere zoons: 'Jullie hebben allemaal al aan hem getwijfeld, ofschoon ik jullie vaak heb gezegd: Wie eenmaal door God is uitverkoren vanaf de wieg, verlaat Hij nooit meer! En nu hebben jullie je er allemaal zelf van overtuigd hoe God nog geheel en al met hem is en wonderbaarlijk werkt! Daarom moeten jullie voortaan niet aan hem twijfelen, maar hem ook aan niemand verraden; want hij weet zelf wel waarom hij nu nog verborgen wil blijven!'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Hierna zei Ik: 'Nemen jullie vieren nu de zaag en deel iedere boom in de lengte precies in vieren!'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Daarop zei Ik: 'Geloof en doe zoals Ik jullie gezegd heb!'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Toen dit werk beëindigd was zei Ik: 'Nu hoeven jullie verder niets meer te doen dan met de bijl de bovenste delen van de stammem, de kronen, weg te nemen, dan kan Ik de stammen zo bewerken dat ze geschikt zijn voor de bouw!'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Opeens zag hij ons, kwam allervriendelijkst op ons af en zei tegen Jozef (de buurman): 'O broeder, je komt als duizendmaal geroepen! Je weet dat ik even dringend een nieuwe schuur nodig heb als die nieuwe graankist. In de wijde omtrek kan men er geen mooier hout voor vinden dan dit! Maar het heeft me al veel hoofdbrekens gekost hoe ik dit hout klaar moet maken voor de bouw! Ik heb daarbij al vaak aan jou gedacht; maar het vellen van deze kolossale bomen is toch eigenlijk geen werk voor een bouwmeester en zijn meesterzonen. Daarom durfde ik er tot nog toe ook nog niet met jou over te beginnen, ofschoon we al wel een paar keer met elkaar gesproken hebben over de noodzaak van een nieuwe schuur. Maar omdat jullie hier nu toch zijn - zeker deze weg nemend omdat jullie misschien in deze bergen een opdracht hebben, wil ik graag kort met jullie overleggen wat ik het beste zou kunnen doen.'
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De buurman zei: Ja, dat doen we, en wel met de grootste vreugde in het hart, omdat er een werk is voltooid waar ik de grootste zorgen over had. Maar vanavond zijn jullie allen mijn gast. Er zal onmiddellijk een vet kalf geslacht en toebereid worden; en daarvoor zal ook ieder die in Jozefs huis mens genoemd wordt, uitgenodigd worden. Ook zal mijn beste wijn de bekers van mijn gasten vullen en we zullen in Jehova's naam vrolijk zijn tot midden in de nacht!'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Ik zei: 'Dat is een goede gedachte van je, en het zal volgens een oud gebruik voor de bouwlieden gebeuren; maar in jouw huis ligt je trouwste knecht zwaar ziek op bed en daarom is het een beetje ongepast om naast een zwaar zieke opgewekt en blij te zijn.'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Geheel uit het veld geslagen zei de buurman: 'Maar vrienden, waarom hebben jullie dat zo lang voor mij verzwegen? Als ik dat maar enigszins had kunnen vermoeden, zou ik hem allang overgeleverd hebben aan het gerecht en mijzelf schadeloos hebben gesteld met het geld dat hij voor mijn graan heeft gekregen.'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Rafaël zei: 'Als jullie zulke grote heren zijn, verbaast het mij werkelijk dat jullie je hier 's avonds, nu het reeds tamelijk donker is, verkleed naar boven hebben begeven op deze berg, naar de plaats waar jullie zelf een banvloek over hebben uitgesproken! Luidt jullie vervloeking dan niet zo: 'Wie van de joden deze berg betreedt bij dag of bij nacht, die zij vervloekt naar lichaam en ziel! '? Wanneer dat echter zo is, hoezo konden jullie dan zelf hier naar boven komen, om met de ketter Lazarus te spreken?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Rafaël zei: 'Luister! Wanneer jullie van mening zijn dat jullie boven Gods wet staan, dan zijn jullie klaarblijkelijk meer dan God Zelf! Want God Zelf voegt Zich altijd naar de eeuwige wetten van Zijn orde en handelt nooit in strijd daarmee en heft daarom ook eeuwig nooit een wet op bijvoorbeeld om tijdelijk Zelf, als Hij daar zin in zou hebben, tegen de wet in te handelen.
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als jullie echter geloven dat jullie daarvoor machtig genoeg zijn, dan staan jullie wel ver boven God; want God Zelf, als de Oerwet, bestaat en handelt steeds binnen Zijn wet en staat derhalve binnen en onder Zijn wet. Wanneer God Zelf dat echter eeuwig ten strengste in acht neemt, wie gaf dan aan jullie het recht om je boven de wet te stellen, je te verkleden, opdat men jullie niet zou herkennen en niet zou zien, hoe en wanneer jullie zelf je eigen wet overtreden? Als jullie heer over de wet zijn, waarom dan die angst door het volk herkend te worden, als jullie in strijd met jullie eigen wetten handelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Rafaël zei: 'Hoe verstouten jullie jezelf dan, om je boven God en Zijn wetten te plaatsen? Wie gaf jullie daartoe het recht? Waarlijk, ik heb een duizendmaal groter recht om mij met Samuël te vergelijken, dan jullie om je boven God en Zijn wetten te plaatsen!
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Maar nu heb ik genoeg van jullie domheid! Geef mij antwoord op mijn eerste vraag, waarom jullie hier naar boven zijn gekomen, en wat jullie hier willen, anders zullen jullie mij gauw beter leren kennen en daaruit opmaken wat mij het recht geeft om mij op zeer goede en ware gronden met Samuël te vergelijken!'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...