Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 397 van 1490

...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...
[14] Zo'n komeet is ook een groot gericht in wording voor een bepaald soort geesten. Die moeten langzaam maar zeker steeds inniger en inniger samengaan, zodat zij in ruimte en tijd uiteindelijk een bonte, stoffelijke massa vormen. Deze vorming van zichtbare, vaste massa noemen wij de omhulling van de geestelijke potenties, en deze omhulling is het eigenlijke gericht waaruit dan na lange tijd de in het gericht gevangen gehouden geesten hun zelfstandige levensvrijheid kunnen bereiken. En omdat kometen dus gerichten in wording zijn, hebben zij ook deze invloed als zij dichter bij een reeds lang bestaande aarde komen, of wordt door Gods engelen deze invloed ook voor een oude aarde gebruikt, omdat deze invloed daar een gericht opwekt en met name de mensen tegen elkaar opzet, - natuurlijk alleen maar als het noodzakelijk is, dat wil zeggen, wanneer de mensen God totaal beginnen te vergeten en zichzelf voor goden aanzien. -Nu weetje dan ook watje van kometen moet denken, en dus kunnen we nu deze plaats wel verlaten. Of wil je eerst nog iets vragen?'
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Meteoren hebben tweeërlei oorsprong. Het kan uitgeworpen materiaal van de zon zijn; want de zon is een duizendmaal duizend maal grotere aarde dan deze waarop wij staan. Aan haar oppervlakte vinden dan ook zo nu en dan verhoudingsgewijs grotere en heftiger uitbarstingen plaats dan op deze aarde. Bij zulke uitbarstingen worden altijd een groot aantal grotere en kleinere, hardere en vaak ook zachtere massa's met een voor jou volledig onbegrijpelijke kracht in het wijde heelal naar buiten geslingerd, en daarvan komen er ook steeds een aantal in de buurt van deze aarde. En zodra zij enigszins binnen de sfeer van de lucht van deze aarde komen, beginnen zij te gloeien en worden als vallende sterren zichtbaar. En dringen zij te diep door in de dichtere luchtmassa van de aarde, dan worden zij in hun snelheid afgeremd en door hun zwaarte door deze aarde aangetrokken, en dan vallen zij ook heel natuurlijk op de bodem van deze aarde, hetzij op het droge of in het water, dat op deze aarde aanmerkelijk meer ruimte beslaat.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Dat is dus de ene en meest voorkomende soort van de op deze aarde voorkomende meteoren. Een ander en zeldzamer soort meteoren zoals die van daarnet er een was, ontstaat echter hier op aarde zelf. Temidden van het grote aantal bergen op onze aarde zijn er ook die in verbinding staan met het binnenste van de aarde en door bepaalde grote organen voortdurend gevoed worden. Deze voeding gaat langzaam maar zeker steeds meer gisten, waardoor inwendige grote holle ruimten opgevuld worden met gassen, die gemakkelijk ontbranden wanneer zij te veel onder druk komen te staan. Als zich zo'n inwendige ontbranding voordoet, verwoesten de brandende gassen de minder vaste delen van de berg, breken er als laaiende vuurmassa's doorheen en sleuren de losse stukken mee en slingeren die -net als die we eerder zagen -dan met overeenkomstige, Immense kracht hetzij recht omhoog, of vaak ook in de een of andere richting schuin over de aarde, soms tot op enkele uren afstand van de plaats van hun ontstaan. Daar vallen zij dan naar beneden zonder de aarde daardoor enige schade te berokkenen.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] En kijk, zo'n onderaardse activiteit van de natuurgeesten heeft zojuist plaatsgevonden. Dat was echter heel gunstig, want door deze ontbranding van de naftadamp is de steenkorst van twintig manshoogten dikte opengebarsten en jij, Lazarus, krijgt daardoor een zeer royale naftaoogst. Het openspringen van de grot is zo goed verlopen, datje heel gemakkelijk bij de eigenlijke naftabron kunt komen en met geringe moeite dagelijks ongeveer honderd pond kunt winnen.
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar Ik hield hen tegen en zei tegen hen: 'Het is nu niet veilig om naar buiten te gaan! Er is een belangrijke naftabron hier vlakbij, maar toch nog tamelijk diep onder de grond. Boven de bron bevindt zich een grote, naar alle kanten stevig gesloten ruimte. In het onderste deel is hij, vanwege een vuurader die zich in de buurt bevindt, bijna gloeiend en er heerst daarom in deze ruimte voortdurend een buitengewoon grote hitte, die maakt dat de nafta van de in deze ruimte uitmondende bron meteen verdampt en zo de hele ruimte met naftadamp vult. Wanneer de verdamping niet zo sterk is, wordt de damp door de steenmassa's opgezogen die de holle ruimte omringen. Als zo nu en dan echter die bepaalde steenwand gloeiender wordt, veroorzaakt dat ook een grotere verdamping van de nafta. De stenen wanden kunnen zo'n grote toevoer dan niet volledig opnemen en dan loopt de spanning van de naftadamp in de grote holle ruimte steeds meer op, die dan met name bij de gloeiend hete rotswanden te veel druk uitoefent en wrijving veroorzaakt en daardoor gemakkelijk ontbrandt.
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] EEN JONGE LEVIET deed voor allen het woord en zei: 'Vriend, wij hebben vannacht een krachtige, donderende knal uit deze richting gehoord, en wij wilden hier alleen maar navragen of je ons daar wat meer over kon vertellen. Toen we hier aankwamen liepen deze vreselijk kwaadaardige beesten ons met een verschrikkelijk gehuil als razenden tegemoet en maakten duidelijk aanstalten om ons ogenblikkelijk in duizend stukken te scheuren! Eén zo'n ontzettend sterk leeuwebeest is al genoeg voor honderd onbewapende mensen, - waarom heb je er dan zelfs zeven?! Zo kan toch geen mens ooit nog bij je gastvrije huis komen!'
Hoofdstuk 168: Lazarus en de tempelspionnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daarop aarzelden allen en EEN zei vrij zacht: 'Nu kun je op deze wereld al helemaal niets meer doen, - we zijn alweer verraden! Je kunt nu zelfs niet meer de vier wanden van je woonkamer vertrouwen, ja zelfs je eigen gedachten niet meer; want de mensen lezen al duidelijk van je gezicht af wat je gedacht hebt!'
Hoofdstuk 168: Lazarus en de tempelspionnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] VELEN uit het volk, die deze woorden hoorden, zeiden echter onder elkaar: 'Waarlijk, die Galileeër spreekt als een ware profeet en is dus ook een volkomen echte profeet. ' (Joh. 7, 40)
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen zeiden SOMMIGEN, die goed op de hoogte waren van Mijn afkomst en Mijn geboorte: 'Ja, als jullie dat verlangen, dan is dat bij deze profeet zonder meer van toepassing! Ten eerste is hij een zoon van Jozef, de alom bekende timmerman uit Nazareth, en van Maria, een dochter van Joachim en Anna, en het is bewezen dat die beiden van de stam van David zijn. En ten tweede weet iedereen dat Hij in Bethlehem in een stal tijdens de algemene volksregistratie van keizer Augustus geboren is, en acht dagen daarna door Simeon besneden werd en de naam Jezus kreeg. Waarom twijfelen wij dan nog of Hij Christus is?'
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] LAZARUS zei: 'Heer, dat heeft Uw almacht weer teweeggebracht! Want geen van mijn voorouders noch ikzelf hebben ooit iets van een naftabron gemerkt. Slechts zo nu en dan heeft men op zeer warme dagen ' s nachts buiten een heel lichte naftageur waargenomen, waarvan men altijd dacht dat deze door de wind meegevoerd werd uit Jeruzalem; want in Jeruzalem wordt erg veel aardolie verstookt, die merendeels uit Perzië en Arabië door handelaars hier naartoe wordt gebracht, maar altijd vrij duur is. Maar dat zich op mijn grond zo 'n zeldzame bron zou bevinden, heeft niemand ooit gedacht! Ja, ik kan, o Heer, niets anders doen dan U mijn dank uit te spreken uit naam van mij en alle arme mensen die daardoor nu goed verzorgd zullen worden!'
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Laat dat maar rusten! Dat jij jouw aardse schatten gebruikt volgens de wil van God, zoals ook jouw aardse vader dat gedaan heeft, weet Ik; maar najou en najouw zusters, omdat jullie geen nakomelingen hebben, zullen de kinderen van de broeder van je vader deze goederen van je in bezit krijgen. Druk daarom je erfgenaam op het hart dat hij in jouw voetspoor verder moet gaan; want mocht hij zijn eigen, wereldse weg willen gaan, dan zullen hem de bezittingen afgenomen worden en zal hijzelf tot de bedelstaf vervallen; de bezittingen zouden dan in handen van de heidenen komen. Maak hem dat dus duidelijk, zodat hij goed weet wat hem te doen staat! -Maar nu is de tijd aangebroken om te rusten laten wij daarom onze ledematen enige rust gunnen!'
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Er was dus op deze wijze verdeeldheid onder het volk over wat Ik eigenlijk was. (Joh.7,43)
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen antwoordden DE KNECHTEN: 'Luister, er heeft nog nooit een mens zo wijs gesproken als deze Galileeër! (Joh. 7, 46) Hij moet werkelijk van Gods geest vervuld zijn!'
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Toen zeiden DE FARIZEEËN: 'Jij bent zeker een van onze belangrijkste schriftgeleerden, dat kan niemand je betwisten, en bent daarom ook overste onder de schriftgeleerden; maar je bent evenwel een Galileeër en dus ook een vriend van deze Galileeër! Maar kijk eens in de Schrift, dan zie je dat er geschreven staat: Uit Galilea komt geen profeet!' (Joh. 7,52)
Hoofdstuk 171: De Farizeeën en Nicodémus (Ev.Joh. 7, 50-53) De Heer op de Olijfberg (Ev. Joh. hfdst.8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] NICODEMUS zei glimlachend: 'Hoewel dat waar is, en jullie mij niet op de Schrift hoeven te wijzen, omdat ik die echt van begin tot eind beter ken dan jullie allen bij elkaar, wijs ik jullie op iets anders, en wel op het besnijdingsverslag uit de jaren van de eerste volksregistratie van keizer Augustus, en daar zullen jullie ontdekken dat deze huidige Galileeër niet in Galilea, maar in Bethlehem, de oude stad van David, geboren is, en dat zijn beide ouders in rechte lijn afstammen van David!
Hoofdstuk 171: De Farizeeën en Nicodémus (Ev.Joh. 7, 50-53) De Heer op de Olijfberg (Ev. Joh. hfdst.8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...