Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 397 van 1112

...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...
[7] Wie volgens Mijn leer een spoedige en volledige wedergeboorte in de geest van zijn ziel verlangt, dient een zo kuis mogelijk leven te leiden en zich niet te laten bekoren en verleiden door het vlees van jonge en volwassen vrouwen; want dit trekt het leven van de ziel naar buiten en verhindert daardoor ten zeerste het ontwaken van de geest in de ziel, zonder welke echter geen volledige wedergeboorte van de ziel in haar geest voorstelbaar of mogelijk is!
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Mijn beste schriftgeleerde vriend! Je hebt werkelijk een zeer goede vraag gesteld, en Ik zal die voor jullie allemaal ook beantwoorden; maar jullie moeten je het heidendom in die tijd, waarover Ik sprak, niet zo voorstellen als het heidendom nu in deze tijd. De afgodstempels van de huidige tijd zullen weliswaar allang vernietigd zijn; maar in plaats daarvan zullen er door de antichrist ontelbare andere gebouwd worden, en dat zelfs in Mijn naam, en hun priesters zullen zich bovenmate laten eren als Mijn plaatsvervangers op aarde en zullen zich inspannen om alle wereldse schatten naar zich toe trekken. Zij zullen zich vetmesten; maar het volk zal geestelijk en lichamelijk in grote nood verkeren.
Hoofdstuk 39: Over ruïnes waar geesten spoken (30.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ook al keren wellustelingen van beiderlei geslacht na een tijdvolkomen in zichzelf en beginnen ze door grote zelfverloochening een volkomen kuis leven te leiden en verkrijgen ze door zo'n echte boetedoening ook de volledige vergeving van hun zonden, dan zullen ze toch op deze wereld de volle geestelijke wedergeboorte moeilijk of helemaal niet bereiken, maar slechts voor een deel; want de ziel van zulke mensen heeft het druk genoeg om zich alleen al in zoverre van haar vlees vrij te maken, dat ze de waarschuwingen van de geest kan vernemen die noodzakelijk zijn voor haar heil. Zo iemand kan weliswaar nog heel goed en wijs worden en veel goeds tot stand brengen, maar tot de volle omvang van de daadkracht die wonderen bewerkt zal hij nauwelijks komen. Dat kan een dergelijke ziel pas aan gene zijde bereiken.
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Een dergelijke ziel lijkt op een mens, die vele jaren lang zwak en ziek geweest is en eindelijk door een waar en juist geneesmiddel beter is geworden. Ja, gezond is zo'n mens nu wel en hij kan, wanneer hij van dan af aan heel ordelijk leeft, ook nog gezond blijven en een hoge leeftijd bereiken; maar de kracht van een mens, die vanaf zijn kindertijd volkomen gezond was, zal hij nauwelijks meer bereiken, omdat zijn inwendige spieren, zenuwen en vezels zich ten eerste door de lange ziekte niet goed hebben kunnen ontwikkelen, en ten tweede, wat het belangrijkste is, hebben ze ook niet in verschillende bewegingen en inspanningen geoefend kunnen worden.
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Er is nu evenwel een zeer groot aantal mensen die naar de geest volkomen blind zijn en zich alleen gelukkig voelen in de oude geheimzinnige ceremonie en tegenover God, die ze nog nooit hebben leren kennen, die menen te zondigen wanneer ze van de oude gebruiken het een of ander zouden moeten opgeven en zodoende de oude mens als een oud, half vergaan kleed zouden uittrekken en een geheel nieuw kleed zouden aantrekken.
Hoofdstuk 42: De juiste boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Zo bestaat er bij de joden een oude gewoonte, volgens welke zij tegenover een priester een belijdenis moeten afleggen, zodat hij zowel hun zonden als hun goede werken kent, ze tegen elkaar afweegt en vergelijkt, om aan de hand daarvan ter verzoening van de zonden de boetedoeningen en de reinigingsoffers vast te stellen. Degene nu die zich zo aan een priester heeft getoond en vervolgens ook datgene gedaan en volbracht heeft wat hem door de priester was opgelegd, beschouwt zichzelf daarna als volkomen gereinigd en voor God gerechtvaardigd; maar als men hem nader beschouwt, dan is en blijft hij na een dergelijke reiniging nog altijd helemaal dezelfde onverbeterlijke mens en begaat hij tot zijn volgende biecht niet alleen weer de oude zonden, maar dikwijls ook nog een paar nieuwe, en daaruit blijkt duidelijk dat dit oude reinigingsgebruik de mens niet alleen niet beter, maar vaak alleen nog maar slechter maakt dan hij voorheen was.
Hoofdstuk 42: De juiste boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik verplicht jullie immers niet om deze levenswaarheden alle mensen in zeer korte tijd zodanig bij te brengen, dat ze er ook al volkomen naar moeten leven. Voorlopig heb Ik het immers alleen aan jullie gegeven om het geheim van Gods rijk te begrijpen, en niet ook aan alle in deze tijd ontstellend blinde mensen. Later zullen jullie echter wel een groot aantal mensen tegenkomen, die zich met alle ijver bij jullie zullen aansluiten en met jullie zullen samenwerken ter wille van de door Mij aan jullie verkondigde waarheden.
Hoofdstuk 43: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Jij hebt nu weliswaar heel goed gesproken, en deze leer, die jullie nu gegeven is, zal tot aan het einde der tijden bij de rein en zuiver bewaard blijven; maar wanneer jij denkt dat het er nu met het jodendom anders voor zou staan als Mozes en de profeten even duidelijk tot het volk gesproken hadden als Ik nu tot jullie gesproken heb, dan zeg Ik je dat jij je daar erg in vergist. Want als Mozes en de profeten tot het volk gesproken hadden op de manier zoals Ik dat nu tot jullie doe, dan zou het volk Mozes noch de profeten begrepen hebben, omdat het zich destijds slechts in beeldende taal het gemakkelijkst kon uitdrukken.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Toen begaf Rafaël zich heel vlug naar de jeugd en bracht alles snel in orde.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Toen zei Agricola tegen Mij: 'Heer en Meester, hebben de geesten die nu aan ons voorbijtrekken eigenlijk ook een op zichzelf staande gestalte, of vloeien ze zo vormloos in elkaar over, zoals in de zee de ene druppel water in de andere?'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] T oen zei Agricola: 'Heer en Meester, wat voor speciale bestemming hebben deze geesten eigenlijk? Ontstaat in de materiële wereld uit hen pas al datgene waarvoor zij kennelijk de aanleg in hun vormen in zich dragen, of zijn het in zekere zin de zielen van gestorven planten en kruiden en bomen en insecten?'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Hun intelligentie, die zich ook in de vorm openbaarde, stimuleert hen om zich te verenigen met al datgene wat, reeds op deze aarde bestaand, heel nauw verwant is met hun eigen vorm. In de planten worden ze vervolgens actief en van hun aantal en de intensiteit van hun werkzaamheid hangt dan ook de rijkdom van de ene of de andere oogst af, zoals ook van het aantal van de meest uiteenlopende kleine dieren, die jullie mugjes, insecten en wormpjes noemen. Dat zijn evenwel ook steeds de eerste dieren van een aarde in ontwikkeling, en de vereniging van hun zielen roept dan pas de grotere dieren van een aarde tot leven.'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Wat echter, in de tweede plaats, de onzuivere zielen betreft, die jullie hadden kunnen zien met dit innerlijke schouwen dat jullie nu voor een moment door Mij is gegeven: daarvan bevond zich er geen op deze plaats en dus hebben jullie er ook geen kunnen zien en waarnemen; want dergelijke zielen voelen de plaats van Mijn persoonlijke en volle aanwezigheid en vermijden die uiterst zorgvuldig. - En nu ken je de beide oorzaken, waarom jullie bij deze gelegenheid geen overleden zielen hebben kunnen zien en waarnemen!'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Destijds bezat zelfs het zeer eenvoudige en gewone volk de wetenschap der overeenstemmingen, hun schrift bestond uit beelden, en hun taal richtte zich naar de bij het volk welbekende beelden. Toen echter het volk later tot meer aardse welstand en aanzien was gekómen, kreeg het weldra ook een groot aantal aardse behoeften, en om die te bevredigen moest het zich een grote hoeveelheid natuurlijke middelen daartoe verschaffen. Welnu, de vele behoeften en de vele middelen kregen ook hun heel eenvoudige benamingen, waarachter zich geen overeenkomstige beelden bevonden. Deze eerst later door de mensen gevormde eenvoudige namen van veel behoeften en de middelen om daaraan te voldoen verdrongen vervolgens maar al te gauw het beeldschrift en de innerlijke betekenis daarvan; en zo hadden noch Mozes noch de profeten er schuld aan, dat ze door de tegenwoordige joden niet meer begrepen worden. Maar het was alleen de schuld van de mensen zelf, die door hun zelf veroorzaakte en steeds toenemende wereldse instelling de wetenschap van het oude schrift en de oude taal, die steeds diep geestelijke dingen in zich bevatte, helemaal kwijtgeraakt zijn.
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Nu zagen ze allerlei ontelbare gestalten dicht op elkaar voor zich langs zweven, en Agrippa zei: 'O, dat is toch wel eigenaardig! Wat een groot aantal niet te beschrijven vormen en gestalten! Er zijn allerlei kruiden en planten te zien, en ook zaadgoed ertussen! op de planten zie je ook een grote hoeveelheid eieren van allerlei insecten, hun larven en ook reeds volgroeide insecten. Binnen in die vormen, zowel in de planten en het zaad daarvan, als ook in de insecteneieren en in de larven, maar ook in de al volledig uitgegroeide insecten vormen zie je als het ware helder oplichtende puntjes, en tussen de genoemde vormen zie je onmetelijk veel heel kleine lichtpuntjes mee zweven. En dat krioelt allemaal in een bonte drukte door elkaar, en niets mengt zich met iets anders. Zijn dat dus de zuiverder natuurgeesten?'
Hoofdstuk 44: De natuurgeesten van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  385 - 386 - 387 - 388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410  ...