Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 400 van 1110

...  388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413  ...
[8] Maar ook bij andere mensen ontbreekt het niet aan soortgelijke gaven. Neem nu alleen vandaag al het plotselinge verdwijnen van onze mantels en het tevoorschijn toveren van de drie leeuwen! Dat is een regelrecht wonder, dat een gewoon mens niet kan begrijpen. Nu zouden deze mensen ook kunnen zeggen: 'Ik of hij daar is jullie Messias, omdat hij in staat is wonderen te doen! ' - wat wij natuurlijk niet kunnen aannemen! Want als we dat zouden doen, dan zou het al gauw wemelen van louter messiassen! De Essenen doen ook wonderen, maar daarom zijn ze nog lang geen messiassen. De Galileeër echter presenteert zichzelf aan ons als zodanig. Wat moeten we daarvan zeggen?'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën spreken met elkaar over de vroegtijdige dood van kinderen en over de Messias (10.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Lazarus zei: 'Je hebt toch zelf met je eigen woorden gezegd, dat er in de wereld mensen bestaan, die zeldzame vermogens bezitten! Waarom zou God bijvoorbeeld ook mij niet enkele zeldzame gaven geschonken hebben? Maar ik kan jullie nog iets veel belangrijkers zeggen, en dat is dat Jullie als gevolg van jullie inzicht en spreken heel dicht bij het rijk Gods zouden zijn, als de slechte lucht van de tempel jullie daarin niet hinderde. In het bijzonder echter duid ik daarmee op jouw tegenpleiter, met wie jij uiteindelijk zelf op alle punten instemde, evenals ook alle anderen, vandaar dat jullie allemaal nu tot mijn werkelijk zeer grote vreugde met deze wel heel achtenswaardige tegenpleiter op één en hetzelfde punt staan; want mannen van jullie soort zullen er in de tempel nu niet veel meer zijn. Daarom zeg ik jullie, als jullie oude en ware vriend, dat jullie nu dichter bij het rijk Gods staan dan jullie vermoeden!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] En kijk, de man die nu zulke grote werken doet, enkel door de zuiver goddelijke macht van Zijn wil en Zijn woord, is precies dezelfde als de dertig jaar geleden in Bethlehem geboren koning der joden en precies dezelfde als de wijze jongeman, die twintig jaar geleden de hele tempel in opperste verbazing gebracht heeft!
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Nu weten jullie met Wie jullie in de persoon van de zo buitengewone Galileeër van doen hebben en dat is zeker ook nodig, om een gunstig oordeel over Hem te kunnen vellen.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Wat Hij echter nu doet, weten jullie voor een deel, maar jullie houden het meeste van wat jullie over Hem, Zijn onderricht en daden verteld werd, voor meer dan de helft voor fabels en overdrijvingen van het volk, dat aan Hem hangt en aan Hem gelooft - en daar vergissen jullie je heel erg in!
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik ben er waarlijk, zoals jullie mij ook wel kennen, de man niet naar om een kat in de zak te kopen! Ik heb mijzelf er daarom ook heel nauwkeurig gedurende lange tijd en op verschillende plaatsen van overtuigd, wat voor iemand deze man nu eigenlijk was. En zie, hoewel ik toch ook goed thuis ben in de Schrift, vond ik nooit iets verdachts aan Hem, terwijl dat met de schreeuwerige magiërs zo vaak wel het geval was.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Ik geloof nu volkomen en onwankelbaar in Hem en durf dat ook tegenover de hele wereld hardop te bekennen, omdat ik daar mijn onomstotelijke redenen voor heb; een ander kan echter doen wat hij wil! Nu weten jullie in het kort en in volle waarheid het belangrijkste wat de grote Galileeër betreft. Oordelen jullie nu zelf wat jullie van Hem moeten denken en geloven!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zou in jullie plaats, aangezien jullie inzien dat de tempel, zoals het daar nu mee gesteld is, het niet lang meer zal uithouden, mijn vermogen nemen en trachten een ware levensleerling van de Heer te worden. Van nu af aan kunnen jullie in de tempel niet veel meer winnen voor jullie aardse leven, omdat de offers om begrijpelijke redenen die jullie bekend zijn, van jaar tot jaar kariger worden. Bovendien zijn jullie langzamerhand aan het einde van jullie aardse levensjaren en moeten jullie tegen jezelf zeggen: met ons zal het op deze wereld waarschijnlijk niet al te lang meer duren! En wat dan?
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Over het leven aan gene zijde hebben jullie naar mijn beste weten wel vermoedens, maar nog lang geen zekerheid. De Heer, die nu onbegrijpelijkerwijs Zelf als mens onder ons verkeert, zou jullie het leven aan gene zijde kunnen tonen en jullie verzekeren van het toekomstige leven, en dat zou voor jullie toch zeker de grootste levenswinst zijn! Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Lazarus zei: 'Vriend eerlijk gezegd, wanneer men in zichzelf volledig overtuigd is van zo 'n grote en al het zonlicht overtreffende waarheid, maar het niet aandurft om zich voor het oog van de wereld openlijk ten gunste van die waarheid uit te spreken -ongeacht de positie die men in deze wereld inneemt -dan is men daarin te vergelijken met een mens, die niet koud en ook niet warm is. Als ik nu bedenk en volgens de sterkste en meest onweerlegbare bewijzen gelovig moet bekennen: 'Dat is de Heer Zelf, door Wiens liefde, genade en wil ik leef]' -zoals alle profeten over Hem hebben voorspeld -dan betekent Hij alleen alles voor mij en de hele wereld en de hele tempel niets meer! Hij heeft nu vervuld wat Hij heeft beloofd; Hij, die op Sinaï aan Mozes en aan onze vaderen de geboden heeft gegeven, is nu lijfelijk onder ons en toont ons door woorden en daden, dat Hij het is, de eeuwig getrouwe, waarachtige Jehova. Hoe is het voor een mens nog mogelijk om zich bij zo'n belangrijke levenskwestie lauw te gedragen?
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Lazarus zei: 'O, beslist; maar voor jullie zelf is daarbij eerlijk gezegd nog weinig heil te verwachten! Wat jullie ten gunste van Zijn taak van nu af aan in de tempel willen doen, heeft een goede menselijke bedoeling; maar als jullie bedenken dat Hij, die jullie nog steeds de beroemde Galileeër noemen, waarlijk de Heer zelf is, aan wie alle macht en wijsheid ten dienste staan, moet het jullie toch duidelijk zijn hoe onnozel en zinloos de gedachte is en hoe dom de inbeelding van de mens, om in zijn sterfelijke zwakheld en blindheid door middel van een advies of daad God te willen helpen. Hij heeft onze hulp eeuwig niet nodig, maar wij alleen die van Hem!
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar daar heeft God onze werkzaamheid niet voor nodig, zoals wij mensen bijvoorbeeld de werkzaamheid van onze knechten en dienstmaagden nodig hebben; maar als wij volgens Zijn raad en volgens Zijn leer werkzaam zijn, zijn wij dat alleen maar tot ons eigen heil, echter eeuwig nooit tot heil van de Heer, die Zelf het eeuwige heil van alle schepselen is.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Dat het met deze kwestie zo en niet anders gesteld is, zullen jullie zelf nu wel inzien, dat wil zeggen als jullie in je beroemde Galileeër datgene zien en erkennen wat ik allang gezien en erkend heb, namelijk dat Hij de Heer Zelf is.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Houden jullie Hem echter nog steeds alleen maar voor een buitengewoon mens, die bij al zijn wonderbaarlijke vermogens niettemin ook nog af en toe de hulp van mensen nodig heeft, dan is datgene wat jullie voor Hem willen doen, beslist prijzenswaardig; want de naastenliefde gebied ons, dat wij mensen elkaar over en weer met raad en daad bijstaan.'
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, zo is het mij, evenals ons allemaal, buiten al opgevallen hoe eerst die welbespraakte jongeman onze mantels enkel door zijn woord en wil zo bliksemsnel van ons afnam, dat het gebeurd was voor we er erg in hadden en ook niet wisten waar onze mantels gebleven waren. Verder kwamen toen die zeven mannen, naar hun uiterlijk te oordelen Egyptenaren of Arabieren; ze hoefden maar te wenken, of tot onze ontzetting stonden daar drie grimmige leeuwen! Kijk, dat zijn door mensen voortgebrachte won deren, wat niet te ontkennen valt. Wanneer nu die jongeman, die het ook niet aan wijsheid ontbreekt, van zichzelf zou beweren: 'Ik ben Christus; mijn wonderdaad bewijst jullie dat!', zou jij hem dan direct aannemen als wat hij beweert te zijn? Of als één van die zeven mannen hetzelfde over zichzelf zou beweren, zou jij hem dan soms geloof schenken? Hebben Mozes en de nadere profeten na hem, zoals wij in de Schrift lezen, niet ook grote wonderen gedaan hoewel zij toch geen Christus waren?
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413  ...