Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 400 van 1112

...  388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413  ...
[2] Welnu, toen ik mijn gedachten daarover liet gaan, kwam in mijn hart de vraag op, hoe en om welke reden U, o Heer, zich juist op deze in alle opzichten schamele aarde hebt bekleed met een menselijk lichaam zoals de mensen het op deze aarde hebben, aangezien U voor dat doel toch talloze myriaden van de prachtigste en grootste zonnewerelden ter beschikking gestaan zouden hebben. Zou U ons ook daarover niet nog enige voor ons Romeinen begrijpelijke opheldering kunnen of willen geven?'
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] In het hart bevinden zich twee uiterst kleine kamertjes, die overeenkomen met de beide grote bloedkamers. Voor jullie ogen zouden deze beide kamertjes amper als heel kleine puntjes zichtbaar zijn. Hoe klein deze puntjes echter ook zijn, toch hangt alleen van de inrichting daarvan in de eerste plaats het leven van het hart af en daardoor ook het leven van het hele lichaam en al de talloze delen en organen daarvan.
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daarmee is weliswaar niet gezegd dat juist deze aarde, waarop wij nu zijn, het eigenlijke centrale positieve punt zou moeten voorstellen. Dat zou ook een andere aarde kunnen zijn die bij deze zon hoort, en daar was ook al een andere voor bestemd; maar de bewoners daarvan hebben zich nog veelonwaardiger gedragen dan de bewoners van deze aarde nu, en daarom werd die aarde verworpen en samen met haar bewoners verwoest.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een dergelijke reden is bijvoorbeeld de algehele verdeemoediging en vernedering, zonder welke ook een hogere geest zich niet met het vlees van de levensproef kan bekleden en vervolgens weer in het meest vrije en zelfstandige leven kan overgaan of terugkeren; en ook dat weerspiegelt deze aarde.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] In dit kamertje woont derhalve de eigenlijke geest uit God, en als de ziel van de mens dit kamertje door de juiste deemoed en volgzaamheid binnengaat, zoals de liefde van de echte mens de eeuwige, ongeschapen liefde van God binnengaat, dan verenigt de ziel zich daardoor met de eeuwige geest uit God en verenigt deze geest zich met de geschapen ziel, en dat is dan de wedergeboorte van de ziel in de geest uit God.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Nu moeten jullie bedenken dat deze hulsglobe, waarin zich deze aarde, met de maan, de zon en alle ontelbaar vele andere zonnen en hemellichamen bevinden, bij de inrichting van het hart van de Grote Scheppingsmens hoort, en dat juist deze zon met de planeten die om haar heen cirkelen het beamende, positieve kamertje voorstelt, en dat binnen dit levenskamertje juist door deze aarde op overeenkomstige wijze in de eigenlijke geestelijke basisstof van het leven wordt voorzien -iets waarvan een wereldse geleerde wel nooit het hoe en waarom zal kunnen inzien. Maar Ik, als Schepper van de oneindigheid uit Mijzelf, weet dat en kan jullie dus ook zeggen hoe het hiermee gesteld is
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] En toch moet ieder mens die zichzelf en God werkelijk wil leren kennen, dit uiterst onaanzienlijke levenskamertje van zijn hart langs de weg van uiterste deemoed en volgzaamheid binnengaan en het van daaruit ontvangen leven geestelijk weer teruggeven! Wanneer een mens dat doet, maakt hij het levenskamertje groter en verlicht hij het door en door. En als dat gebeurd is, wordt het hele hart en, vanuit het hart, de hele mens verlicht en kent hij zichzelf en daardoor ook God, omdat hij dan pas ge waar kan worden en kan zien hoe het leven vanuit God dit kamertje binnenstroomt, zich daar verzamelt en zich tot een vrij, zelfstandig leven ontwikkelt.
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wie zichzelf en daardoor ook U werkelijk en echt wil vinden, moet via dat zeer nauwe poortje in zichzelf doordringen, anders blijft hij buiten het levenskamertje van zijn hart. Alleen de liefde tot U en de naaste maakt dat anders zo nauwe poortje wijder, de ware deemoed maakt de ziel, die zich anders zo groot waant, klein, en de echte zachtmoedigheid maakt haar buigzaam; en alleen een zodanig toebereide ziel kan dan door het nauwe poortje in het levenskamertje van haar goddelijke geest doordringen en daar één worden met de geest en daardoor ook in de geest opnieuw ofwel wedergeboren worden. Uit Uw grote openbaring heb ik nu afgeleid, dat deze dingen absoluut noodzakelijk zijn voor de praktijk van ons proefleven op deze aarde, en ik heb dan ook de ware en echte reden ontdekt, waarom U ons vooral de liefde tot God en de naaste, de deemoed en de zachtmoedigheid zo dringend op het hart hebt gedrukt.
Hoofdstuk 58: Wat de Romein begrepen heeft van de uitleg van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Want als wij in onze grote levensarmoede weten waar de grote en rijkste schat verborgen is, en als wij ook de hulpmiddelen en het gereedschap hebben om die voor onszelf op te graven, dan zouden wij toch wel de grootste dwazen zijn wanneer wij, wetend dat wij hem zeker zullen ontdekken en opgraven, onze handen als het ware lui in onze schoot zouden leggen en ons net als de geestelijk blinde wereldse mensen zouden vergooien aan het zeer vergankelijke slijk van de wereldse materie die zich in het gericht bevindt, en die vandaag nog iets lijkt te zijn en morgen door winden en stormen als waardeloos kaf wordt weggeblazen.
Hoofdstuk 58: Wat de Romein begrepen heeft van de uitleg van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De Romein zei: 'O Heer en Meester, door deze tweede toelichting van U op deze voor mij en zeker ook voor ieder ander zeer belangrijke kwestie ben ik ook in een hele zon vol van het sterkste licht terechtgekomen! Wij op deze aarde, die met U in een zeer hechte en innige verbinding van liefde en wijsheid leven, zijn voor de gehele, eindeloos Grote Scheppingsmens precies en -gezien het feit dat U in onze onmiddellijke nabijheid bent -noodzakelijkerwijs datgene wat in ons hart het beamende levenskamertje is. De andere hemellichamen met hun mensen, de hulsgloben met hun zonnen allen en centraal zonnen verhouden zich tot ons als de overige delen van ons lichaam en onze ziel tot het levenskamertje van ons hart.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Breng ze allemaal hier naar Mij uit heel Jeruzalem en uit het hele joodse land, en er zal er niet één bij zijn die zich in de ware wijsheid kan meten met deze Marcus van Mij !
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daaraan kunnen jullie nu allemaal duidelijk zien, hoe diepgaand de waarheid en wijsheid van diegenen zal zijn die zich kunnen verheugen in de volledige wedergeboorte van hun ziel in Mijn geest. Ik zeg jullie hier nog eens wat Ik jullie al herhaalde malen gezegd heb, namelijk dat geen menselijk oog ooit gezien, geen menselijk oor ooit gehoord en geen menselijk bewustzijn ooit ervaren heeft, wat voor eindeloze en onuitsprekelijke zaligheid God bereid heeft voor degenen die Hem werkelijk, dat wil zeggen metterdaad liefhebben!
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] In Mijzelf ben Ik sinds eeuwigheid natuurlijk in het hoogste en volle genot van de allerhoogste zaligheid; want Mijn liefde, Mijn wijsheid en Mijn oneindig grote macht bieden Mij in Mijzelf eeuwig het onnoemelijk allerzaligste genot van Mijn goddelijke, in alle opzichten volmaakte leven, en als jullie Vader zeg Ik jullie: wat Ik heb, moeten jullie als Mijn liefste kinderen ook hebben! Want waar is er op deze aarde een vader die niet graag al zijn vreugde zou delen met zijn kinderen, die hij meer liefheeft dan zichzelf, en uiteindelijk zelf pas de grootste vreugde beleeft, wanneer hij zijn geliefde kinderen vol vreugde om zich heen verzameld heeft?
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Denken jullie soms dat de Vader in de hemel Zich minder verheugt over Zijn kinderen die Hem boven alles liefhebben? O integendeel, nog eindeloos veel meer! Maar daarom zal Hij hun ook eindeloos veel grotere vreugden bereiden dan een aardse vader van gans er harte voor zijn kinderen doet of kan doen; want jullie Vader in de hemel heeft daar werkelijk de oneindigste en eeuwig wonderbaarlijkste verscheidenheid aan middelen voor.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Het is wel waar, dat de ziel zich tijdens haar leven op deze aarde toeëigent wat in haar vlees met haar verwant is en dat naar haar wezen transformeert. En wanneer het lichaam geheel is afgevallen eigent ze zich ook nog uit de ontbindingsether stukje bij beetje toe wat met haar overeenstemt, om zich daarmee te bekleden; maar daarom is dat nog geen levensschat van een ziel, maar enkel een in Mijn orde vastgelegde levenseigenschap van iedere ziel, die haar nooit als verdienste kan worden aangerekend, omdat dat iets is waar alleen Ik voor gezorgd heb.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  388 - 389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413  ...