Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 41 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[24] Dit vertel Ik echter juist daarom, opdat men weten zal wat men in de toekomst van dromen en ook daarnaast van andere visioenen, die nog verder besproken zullen worden, wat betreft de waarheid te verwachten heeft. Elk verschijnsel heeft een zeker overeenkomstig doel, maar van ingebeelde domheid is daar geen sprake. Nu weer verder met deze gedenkwaardigheid.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Maar wie kan zich daar nu een nog moeilijker rechterlijk ambt indenken dan het voormalige joodse? Waar dat bestaat, bestaat het tegen al Mijn verordeningen in en degene die daaraan deelneemt richt zichzelf, als hij denkt daardoor van zijn zonden verlost te worden, als hij zich vrijwillig heeft laten oordelen. Zo’ n gerechtsinrichting wordt voor hen tot een ware spaarbank van zonden, want hoe kan een derde iemand een schuld kwijtschelden, die een tweede aan de eerste schuldig is? De eerste kan de tweede wel zijn schuld kwijtschelden, maar de derde kan dat in der eeuwigheid niet. Een derde kan echter wel, als de eerste en de tweede of de schuldeiser en de schuldenaar domme mensen zijn, als vriend en bemiddelaar optreden en kan hen met goede raad en daad bijstaan om alles te vereffenen; maar van het vergeven van zonde kan nooit sprake zijn - behalve als de schuldeiser hem uit de grond van zijn hart daartoe volmacht geeft.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Kort en goed: het meest vaste geloof zonder werken is als een dwaas mens, die zich in een koude kamer alleen maar met een warme gedachte wil toedekken om het warm te krijgen. Het is wel de goedkoopste deken, maar of die iemand kan verwarmen, daarover kunnen de arme mensen oordelen, die in strenge winters niet zelden stijf bevroren in hun kamers worden gevonden - en meestal om de reden dat ze geen andere deken hadden, dan alleen maar een gedachte deken.
Hoofdstuk 73: Over het daadwerkelijk geloof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Zoals deze gedachtedeken zonder een werkelijke deken niet helpt, zo heeft ook het geloof zonder werken geen nut. Het geloof is alleen maar het opname orgaan van een leer die tot daden aanspoort. Wie deze richtlijn alleen maar in zijn geloof opneemt, maar niet daarnaar handelt, die vraag Ik: 'Waarvoor dient deze richtlijn?' Ik zeg: tot niets anders dan eigenwijze kritiek, net zoals alle regels van de toonkunst alleen iemand niet van nut zijn als men niet in staat is ook maar het minste en eenvoudigste te presteren. Maar Ik zeg: Dan is een straatmuzikant altijd nog meer waard dan zo'n criticus die zelf niets kan, maar over alles wil oordelen.
Hoofdstuk 73: Over het daadwerkelijk geloof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Het eerste deel van de vraag stelde aan de orde wie die maagd zou zijn en wie haar zoon Emanuel; en wanneer dat feit zou moeten plaatsvinden, dat op aarde zulk een zoon geboren zou worden. Eigenlijk zou die tijd al moeten zijn aan'gebroken, want het land van Jacob was al sedert verscheidene jaren van zijn twee koningen beroofd en het had nu heidenen als heersers. Het ging hierom, of niet wellicht de jongen, die twaalf jaar gelden te Bethlehem uit de maagd Maria geboren was, de Emanuel zou zijn ovér wie Jesaja had geprofeteerd. Immers, zij was aanvankelijk slechts toevertrouwd geweest aan Jozef de timmerman als pleegkind, overeenkomstig het oude tempelgebruik, nog niet als echtgenote toen! En Hij was die jongen, die in een schaapsstal was geboren, maar omwille van Wie niettemin de wijzen uit het morgenland waren gekomen om hem te begroeten als de beloofde Grote Koning van de joden, en over Wie Anna en Simeon een belangrijk getuigenis hadden afgelegd toen Hij in de tempel werd besneden, namelijk dat Hij inderdaad die Emanuel was over Wie Jesaja had geprofeteerd.
Hoofdstuk 2: De van Gods Geest vervulde Jezus in de tempel. Het offer van de oude Simeon. De openingsvraag. Toespraak van een jongere schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[27] De ons nu zoveel last veroorzakende jongen is er toen echter vast en zeker bij geweest, tesamen met nog een andere jongen, die heel veel op hem leek, maar die -althans naar het mij voor kwam -een nog veel ernstiger gezicht had, en die met dat stoeispelletje niet meedeed. Het leek erop dat die twee over de anderen een zeker gezag uitoefenden: de anderen schenen zich namelijk te verplaatsen overeenkomstig hun instructies!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] Ik zei: 'Op uw manier en voor uw inzichten hebt u heel juist gesproken, omdat uw gedachten en begrippen nu eenmaal niet verder reiken dan uw geest u mogelijk maakt. Als u echter in staat zoudt zijn geweest om verder door te denken en verhevener, zoudt u Mij met heel andere ogen bezien en ook heel anders over Mij oordelen! Maar, waar u reeds aanstoot neemt aan hetgeen Ik heb gezegd over Mijn geest, mijn binnenste, zoudt u Mij nu eens moeten trachten uit te leggen, wat voor een geest het dan volgens u wel moet zijn geweest, die door de profeten gesproken heeft!'
Hoofdstuk 15: Allerlei tegenwerpingen van Joram en van de opperpriester tegen het Messias-zijn van Jezus en de weerlegging daarvan. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[8] Ik zei: 'Wees maar gerust hierover. Ik kom weliswaar overal achter, maar dat wil niet zeggen, dat Mijnentwege aan wie dan ook ooit een remblok wordt aangelegd, maar iedere mens is en blijft vrij om te doen overeenkomstig de wet of er tegenin! De gevolgen ervan hangen dan ook nooit af van de macht van Mijn wil, maar van bestaande natuurwetten, alsook van de wetten die gegeven zijn voor het zedelijk handelen van de mensen onderling en voor de eerbiediging en heiliging van de wetten.
Hoofdstuk 18: Jezus vertelt over de wonderen door 27 magiërs te Damascus. Barnabas in verlegenheid gebracht. Over het geheim van de alwetendheid van het Jezuskind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] En de tekst die hem boter en honing laat eten om daardoor beter in staat te zijn te oordelen en te kiezen tussen het goede en het kwaad, die tekst kan ik slechts plaatsen binnen de Oud-Egyptische wijsheid, als een verzinnebeelding, die -als ik mijn oordeel geven mag -zoveel kan betekenen als: 'Hij zal zijn vervuld van louter liefde en wijsheid, en hij zal zeer goed onderscheiden wat juist en zuiver en goed is, tegenover wat echt slecht is !'
Hoofdstuk 23: De Romeinse rechter leest Jesaja 9:5-6 en geeft daar zijn toelichting op. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[11] Als dit is gebeurd, erkent hij met zijn verhoogde intelligentie het overeenkomstig goede van de liefde en ontwikkelt vol liefde vruchten aan de uiterste uitlopers van deze organen. En als dat voor het menselijk oog nog nauwelijks zichtbaar gebeurt, wordt uit Goddelijke Erbarming door de warmte en het licht van de zon een uiterst klein vonkje ingeblazen.
Hoofdstuk 6: Het leven van de boom - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Hoeveel leven heeft deze hemelmens niet reeds in een haarbuisje of in een overeenkomstig ander lichaamsdeel!
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[17] Het leven kan niet eerder terugkeren voordat het geoordeeld is. En in het evangelie staat: 'Niet Ik, maar het woord, dat Ik tot u heb gesproken zal u oordelen'.
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Door de weinig zorgzame traagheid van de boomgeest gebeurt het dikwijls, dat menige uitloper over het hoofd wordt gezien, maar dan vlucht na korte tijd dit vonkje weer naar zij n oorsprong terug; de vaten van het takje worden dan meteen afgesnoerd en de vrucht valt weldra verdroogd van de boom. Maar in de volgroeide vrucht wordt dit levensvonkje in een klein hulsje in het midden van de zaadkorrel goed en zorgvuldig bewaard. En omdat het een levensvonkje uit Mijn erbarmende Liefde is, bevat het overeenkomstig aan zijn oorsprong een oneindig aantal van zijn soort. Uit zo'n zaadje kunnen in duizend jaar wel meer dan evenveel miljoenen gelijke bomen ontstaan, tot in het oneindige toe. Want Ik ben eeuwig en oneindig in het kleinste zowel als in het grootste en oneindige zelf.
Hoofdstuk 6: Het leven van de boom - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Zij weten de weg des levens en weten, hoe zij uit hun val wederom tot opstanding komen. Wil echter iemand in zijn val volharden, zo werpt men hem in de kuil, daar moet hij, met alle goddeloze heidenen ver­nietigd worden. Ziet daarom toe, wat ge doet, en wie ge zijt; gij oordeelt anderen en zijt zelve blind. De geest echter zegt: gij hebt geen recht, hem te oordelen, die beter is dan gij; zijn wij niet allen vleselijk geschapen en is ons leven niet Godes, zij het in liefde of in toorn? Want wat ge zaait, dat zult ge ook maaien. God is niet de oorzaak ervan, dat gij verloren gaat, want de wet, recht te doen staat in de natuur geschreven en gij bezit deze wet in uwe harten.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Wat weet enig mens? Ge wist toch ook niet, hoe God met u wilde te werk gaan, daar gij dood waart in uw zonden. Zoals nu de zonde, zonder onderscheid heerst door éne mens over allen, alzo zegeviert ook de barmhartigheid en verlossing door éne voor allen. Den heidenen, joden en Turken echter is blindheid wedervaren, zij zoeken de rust, begeren genade, maar zoeken deze niet op de juiste plaats; God echter is allerwegen en ziet naar des harten grond. Zo echter in hun kommervolle bestaan het Licht in hen geboren wordt, wie zoudt gij dan zijn, dat gij hen zoudt willen oordelen?
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42