Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 41 van 373

...  29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54  ...
[3] 'Jupiter' of liever' Je u pitar' was ook zo'n begrip, waarmee de oude vaderen voor het nageslacht een overeenkomstig vat uitbeeldden ter opname van de liefde en de wijsheid van God. Want 'Je u pitar' betekent zoveel als: de 'u', het teken dat de lijn schetste van de omtrek van een open hart, is de ware levenskelk. Want 'pit' betekent drinken, 'pitaz' is iemand die drinkt, en 'pitar', ook wel 'pitara', een heilig vat om uit te drinken, en 'pitza', ook wel 'piutza' een gewoon drinkglas.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan zegt OURAN tegen Mathaël: "Vriend! Jouw wijsheid is groot! Want wat je nu in zo weinig woorden bij mij teweeggebracht hebt, zou aan alle scholen van Egypte, Griekenland en Perzië in geen honderd jaar gelukt zijn! Je hebt nu in één veeg alle goden van Egypte, Griekenland en Perzië uitgewist, behalve de ene, onbekende God, die ik echter, zoals me nu steeds duidelijker wordt, hier gevonden heb en hopelijk nog steeds meer en meer zal vinden. Kortom, je bent voor mij nu een man die met geen goud te betalen is! Voorlopig dank ik je als mens en vriend uit mijn gehele hart - al het andere zal nog volgen. " -ook Helena dankt Mathaël voor deze wijze les.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg je, deze twee zullen nu in korte tijd zonder moeite mensen worden waarover Mijn hart meer vreugde zal hebben dan over tienduizend Joden, die zich volgens Mozes voor zeer rechtvaardig houden, maar als mensen onbekender voor Mijn hart zijn dan zij, die pas over duizend jaar op aarde geboren worden.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En verder zeg Ik je: Als je ooit een vrouw zou willen nemen op aarde, neem dan Helena! Maar het zij verre van Mij om je dat voor te willen schrijven, je eigen hart zal je dat wel zeggen en dat zul je dan ook volgen.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Mathaël bedankt Mij voor deze opdracht -en in zijn hart ook voor het voorstel betreffende de mooie Helena, die reeds bij de eerste aanblik zijn hart beroerd had zodat hij heimelijk bij zichzelf had gedacht: 'Bij alle hemelen, - zo'n schoonheid is in heel Israël nog niet eerder gezien!'
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Deze vraag bracht onze MATHAËL eerst wat in verlegenheid, omdat hij meteen aanvoelde dat Helena wat beledigd was, maar hij vermande zich snel en zei: Lieve zuster in God! Wat ik je vertelde, geldt alleen voor de kinderen van de wereld. De echte kinderen van God hebben altijd een wijs hart ook al zijn ze uiterlijk nog zo mooi.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA zegt: "Ja, ja, het is weliswaar nog steeds wat schemerig, maar het geheel wordt toch al begrijpelijker en ik hoop dat het mij mettertijd nog steeds duidelijker zal worden. Maar vertelons eens, beste vriend, hoe het nu toch komt dat ik uw grote Ene nu nog steeds sterker liefheb, terwijl mijn hart geen pijn voelt? Want sinds ik, door u, zeker weet dat zulke liefde geen zonde is, maar slechts een bovenal noodzakelijke deugd van ieder mens tegenover God, veroorzaakt de nu veel sterkere liefde beslist geen pijn meer in mijn hart, en alle benauwdheid op mijn borst is als weggeblazen! O zeg mij, wat daar toch de oorzaak van kan zijn!"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt: "Maar liefje, dat is toch overduidelijk! Vroeger leefde je met een grote angst, omdat je hart liefde voor een god voelde, wat volgens jullie dwaze godsdienst als zeer verwerpelijk wordt voorgesteld. Maar nu heb je jullie oude dwaasheid duidelijk leren inzien en aan de bron de wil van God herkend en nu zie je dat zo'n liefde de eerste en grootste deugd van een mens moet zijn. Dan kun je toch gemakkelijk begrijpen waarom je liefde geen pijn meer veroorzaakt in je hart, maar noodzakelijkerwijs slechts het volslagen tegendeel! - Kun je dat dan zelf niet begrijpen?"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MATHAËL zegt: "Wel, als alles in orde is, dan zul je ook wel niet veel meer te vragen hebben. De juiste groei van de liefde in je hart zal het resterende wel doen. Maar geniet dan nu ook van deze heerlijke dag, die de Heer door Zijn eindeloze liefde, wijsheid en macht ons extra geeft. Want er zullen later na ons weer duizenden ijdele jaren vergaan, zonder dat de mensen de heerlijkheid van zo'n dag zullen zien!"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hiervandaan kan men heel goed tot de dichtbijgelegen stad kijken en het oog ontdekt massa 's mensen, die naar de steeds op één plaats blijvende, schitterend schijnende schijnzon staren en beslist niet weten wat ze van dit verschijnsel moeten denken. Onder deze massa mensen is zeker niet één wijze, hoewel misschien menigeen van hen zich verbeeldt dat te zijn, en dat is eigenlijk nog slechter dan wanneer zo iemand zich heel deemoedig in zijn hart inbeeldde, dat hij van al zijn metgezellen de allerdomste zou zijn. Wat moeten die mensen van zo'n ongewoon verschijnsel denken!? Wat zullen ze links en rechts in het rond nu vragen: 'Wat is dat?! Wat betekent dat?! Wat zal dat voor gevolgen hebben?!'
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Weet je, als je dat met een nuchter hart heel rustig bij jezelf overdenkt, kun je onmogelijk de gedachte van je afzetten dat je in de zichtbare aanwezigheid van de Almachtige enerzijds de hoogste zaligheid ondervindt, maar dat je anderzijds toch liever niet zo dicht bij Hem zou willen staan. Hem op een zekere afstand aanbidden, zou voor ziel en geest een groot genot zijn en zou de gehele mens zeer stichten, maar hier zo vlakbij kun je dat toch alleen maar wat heimelijk in je hart doen.
Hoofdstuk 98: Ouran's gedachten over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] HELENA zegt: " Al vanaf mijn prilste jeugd hebben de sterren mij heel erg geïnteresseerd, en ik herkende al vroeg een aantal van de zogeheten sterrenbeelden. Die van de dierenriem werden mij als de belangrijkste het eerst aangewezen. In het verloop van een jaar leerde ik ze allemaal kennen en later leerde ik ook de andere, wondermooie sterrenbeelden en zelfs de afzonderlijke, grote sterren. Ik ken al de namen van de sterren, ik weet waar ze staan en wanneer ze in iedere maand op en ondergaan. Maar wat heb je eraan? Hoe meer ik mij met deze prachtige hemellichtjes bezighield, hoe meer het onwrikbare vraagtekens werden voor mijn hart, waarop tot op heden nog geen sterveling een bevredigend antwoord heeft gevonden. Omdat ik echter de brave sterren niets kon ontlokken, hielden hun namen, die natuurlijk al oeroud moeten zijn, mij des te meer bezig.
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Helemaal vertederd door de grote zachtmoedigheid van Helena, zegt MATHAËL: "O lieve, zachtaardige Helena, nooit zul je mij nog om geduld behoeven te vragen! Ik bedoel het nooit onaardig ook al trek ik vaak een nogal ernstig gezicht, en met een ernstig woord wil ik iemand alleen maar nog vlugger naar het doel brengen dan met mildheid mogelijk is. Maar ik zie dat je in je hart zachter bent dan het makste duifje en daarom is het bij jou ook in het vervolg niet nodig je met ernstig klinkende woorden te wekken."
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zie je zo'n ten hemel schreiende domheid van je ezelachtige hart nog niet in?! Kun je dan niet rustig zijn, luisteren en alleen maar leren?!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Hier is alle wijsheid van alle hemelen en alle aarden op één plaats bijeen. Wij zitten hier in het centrum van het goddelijke hart bij elkaar. Woorden en daden gaan aan ons voorbij die zelfs de engelen buitengewoon verbazen, en jij de grootste ezel van ons allemaal kunt de lust niet weerstaan om niet alleen mee te praten, maar ook nog tegen te spreken en daarmee je eigen domheid aan het nu zo goddelijke daglicht te brengen! O ezel der ezels!"
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54  ...