Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 41 van 1037

...  29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54  ...
[12] Ook zijn zij in speciale, door Mozes bepaalde gevallen, rechters en beschikkers over dood en leven van hun ondergeschikten en dat recht kunnen zij waar, wanneer, en op welke manier zij maar willen, uitoefenen, en zij behoeven zich niet te verantwoorden; zij behoeven slechts ieder jaar een lijst naar Jeruzalem te zenden en meestal worden ze geprezen als ze naast het jaarlijkse pachtbedrag, dat ze voor de synagogen en scholen aan de tempel moeten afdragen, een behoorlijk uitgebreide lijst sturen van degenen die ze terechtgesteld hebben.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als ik de oude, wraakzuchtige collega's ter wille van de goede zaak niet gesust had, dan zouden jullie nu al in heel moeilijke omstandigheden verkeren; want ze wilden al een legioen uit Kapérnaum laten komen en het hele huis aan het gerecht overleveren! Ik ben dus jullie vriend en geen vijand en nog minder een sluwe vijandelijke spion! Maar denk niet dat ik daarom een verrader ben! Als je echter een goede raad van mij wilt aannemen, luister dan geduldig naar mij!'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] De jonge Farizeeër antwoordt: 'Daar ben ik niet bang voor, en als ik honderd levens had, dan stond ik met al die levens in voor de waarheld dat ik het totaal eerlijk meen! Luister dus: Je weet nu dus, dat het de Farizeeën eigenlijk nergens anders om gaat dan om hun gepachte inkomen. Ga dus morgen naar ze toe en spreek met hen een bepaald bedrag af voor het feit, dat morgenochtend de hier aanwezige wonderdokter de zieken van deze plaats zonder enige moeilijkheid genezen mag, en de oude geldhandelaars zullen jullie zonder enig bezwaar toestemming geven; en willen of kunnen jullie hen het geld niet di rekt geven, beloof hun dat toch en dan lukt het ook!
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar de iets betere Farizeeër ging, nadat alle anderen inclusief de man die de wacht moest houden, al vast sliepen, naar buiten en overlegde bij zichzelf hoe hij de slechte plannen van de ouderen kon verijdelen. Hij dacht: 'Kon ik deze wonderdoener maar bereiken, dan zou ik hem wel goed kunnen adviseren op welke manier hij, ongehinderd door mijn collega's, zijn genezingen kan uitvoeren! Maar hoe kom ik bij hem? Het opgewonden volk omringt het huis, en zoals ik zie worden er al zieken heengeleid en gedragen; dat zal morgen een groot gedrang zijn waar niet doorheen te komen is. Maar ik weet wat ik doe! Ik ga nu naar het volk en zeg hen zonder omwegen wat ik ervan denk, en laat hen zien dat ik zelf een vijand ben van die oude geldijveraars en de wonderdoener iets duidelijk moet maken, omdat hij anders zijn genezingen nauwelijks -uit kan voeren. Als het volk het mij toe wil staan, dan is het goed, en als het mij dat niet toe wil staan, nu, -dan heb ik voor mijn gevoel toch gedaan wat ik doen kon.'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Alleen zou ik de wonderdokter wel willen adviseren, dat hij in de eerste plaats na het genezen van de zieken deze plaats beter direct kan verlaten, omdat anders de naar geld dorstende Farizeeën zich mogelijk door jullie meteen voor nog meer concessies zouden willen laten betalen, maar In de tweede plaats wil ik er voor waarschuwen, dat hij zich niet, wat die wonderdokters gewoonlijk doen, als profeet op moet werpen en het volk ook geestelijk gaan bewerken; daar ben ik niet op tegen, maar de ouden zijn op dit punt juist vanwege jullie Grieken erg onverdraagzaam.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De drie Grieken zeggen nu: 'Die raad van jou is niet zo slecht gemeend; maar toch bevalt hij ons niet helemaal! Hoe lang moet die gruwelijke heerschappij van deze volksbedriegers nog duren?! Hoewel we met hen niets meer te maken hebben, zijn we ze toch zat geworden; ze bespotten ons voortdurend, ze belasteren ons in hun scholen en vervloeken ons bij iedere gelegenheid, Hoe lang moeten we ons dat nog laten welgevallen? Bovendien zijn ze ook nog burgerlijk rechter, en als we een uitspraak van het gerecht willen hebben dan moeten we het altijd duur betalen. Wel, dat is voor ons een heel slechte zaak, en daarom vinden wij dat hier morgen voor altijd een eind aan die heerschappij gemaakt moet worden; want alle hier wonende Joden gaan morgen naar onze kant over, en de Farizeeën zullen, daar ze voor ons totaalonbruikbaar zijn geworden, eruit gegooid worden, behalve jij, als je bij ons wilt blijven! -Weet je, dat is ons plan, en dat is al zover uitgevoerd dat er zich onder de burgers van dit plaatsje nu geen echte Joden meer bevinden! Wat vind je van dit plan?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De jonge rabbijn zegt: 'Als dit jullie helemaal lukt, dan zal er niet makkelijk iemand te vinden zijn die er minder op tegen is dan ik! Maar wees voorzichtig als de raven, anders zou het jullie en ook mij beslist niet naar wens vergaan! Want niemand kent beter dan ik de ver om zich heen graaiende poten van de oude vossen, en hun scherpe ogen zien door de muren, en hun oren horen wat ergens uren verderop gezegd wordt. Dan ga ik nu maar naar huis opdat ze mij niet gaan verdenken; want het begint al te dagen, en de vossen zullen weldra wakker worden, en als ze me zouden missen dan was het uit,
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De jonge Farizeeër keert weer naar huis terug en vindt alles nog in diepe slaap, ook de wacht. Hij wekt die echter en gaat er over te keer dat hij sliep. Daardoor worden nu ook de oude vossen wakker, en een paar komen aangelopen om te zien wat er aan de hand is.
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De ouden vinden dat ook en zeggen: ' Ja, je hebt gelijk, er mag ons daar niets ontgaan! Heb je echter een koerier naar Kapérnaum gezonden voor soldaten in geval van mogelijk optredende weerspannigheid?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De jonge antwoordt: 'Als ik op jullie bevelen gewacht zou hebben, dan waren we allang uitgesorteerd! Alles is al gebeurd! Maar of de soldaten al gauw zullen komen is een andere vraag; want het is nog tamelijk ver naar Kapérnaum en naar een andere plaats nog verder." Daarom zegt het spreekwoord, geduldig afwachten wat er komt: het zijn of het niet zijn!'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Het spreekt natuurlijk vanzelf dat de jonge er niet over gepiekerd had om een bode naar Kapérnaum te sturen; want hij was zelf heimelijk een vijand van de oude Farizeeën omdat hij ook heel in het geheim een aanhanger van de Essenen was en daarom niets liever wenste dan de oude tempelhelden de genadeslag te geven.
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Komend bij het huis van Baram vindt de jonge dit al geheel omgeven door zieken en gezonden, en hij vraagt aan iemand, of Ik al op ben. Dan zegt een oude, rechtschapen Griek tegen hem: ' Ja, Hij is al op en was al reeds voor het huis; maar toen nodigde de oude Baram hem uit voor het morgenmaal en ging Hij weer naar binnen.'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De Griek zegt: 'Hij hief zijn ogen alleen maar op naar het firmament, en scheen op een bepaalde manier kracht daaruit op te nemen; maar Zijn blik was als die van een groot veldheer die millioenen mensen en dieren op zijn wenken gehoorzamen moeten! In Zijn gezicht zag je iets heel vriendelijks, maar tevens sprak daar een ernst uit die mijn ogen nog nooit zo hebben gezien. Ik ben blij dat Hij mij niet recht in de ogen heeft gekeken, want werkelijk, dat geef ik openlijk toe, ik zou zijn blik niet hebben verdragen! En toch trok het mij met onbegrijpelijke kracht naar Hem toe, en ik had die niet kunnen weerstaan als Baram Hem niet voor de morgenmaaltijd had uitgenodigd!'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De jonge vraagt: 'Wat denk je nu van hem? Wat is er naar alle waarschijnlijkheid met hem aan de hand, en wie en wat zou hij volgens jouw steeds zo scherpe oordeel kunnen zijn?'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Terwijl de jonge Farizeeër dit nog zegt, kom Ik naar buiten en roep hem, zeggend: 'Ahab, zoon van Thomas van Toreh, kom; als je hongert en dorst naar waarheid, dan zul je verzadigd worden!'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54  ...