10915 resultaten - Pagina 41 van 728
... 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 ...
[9] Ik zeg: 'Beste vriend en broeder, ook zij leven in de geestenwereld; maar opdat al die millioenen en millioenen geesten hun niet de een of andere goddelijke verering zullen geven, worden ze op een speciale plaats, die voorportaal der hel heet, afgezonderd gehouden van alle andere geesten, en daar verblijven ze in de algehele verwachting dat Ik hen nu in deze tijd vrij zal maken en ze dan binnen zal voeren in de hemelen van het oorspronkelijke verblijf van Mijn engelen, -hetgeen dan ook weldra zal gebeuren.Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zei: 'Ik wil het doen; echter niet vóór het aardse middernachtelijke uur, maar daarná. Onderhoudt je nu met de geesten, maar verraadt niet aan hen dat Ik hier ben; want daar hebben ze vóór de tijd niets aan; want iedere geest moet zijn rijpheid in volle en ongedwongen vrijheid verkrijgen!'
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kijk, net als jouwaarde, is ook onze maan een wereld! Jouw aarde is rond; en onze maan is dat ook. Jouwaarde wordt steeds maar voor de helft door de grote zon beschenen, en onze maan ook. Bij jou duurt de nacht gemiddeld ongeveer dertien van jullie korte uren, en je aardse dag is ook ongeveer even lang; op de maan echter duren zowel de nacht als de dag ongeveer veertien aardse dag en nachtlengtes, en daardoor ziet je oog vanaf je aarde de voortdurende wisseling van het licht op de maan, - en dat is een groot verschil tussen de maan en jouw zoveel grotere aarde.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Er is echter nog een veel groter verschil tussen jouw aarde en de maan, en dat is, dat de maan slechts aan één kant, die je echter niet zien kunt, bewoond wordt door wezens van mijn soort, terwijl de aarde aan alle kanten bewoond wordt of voor het grootste deel bewoonbaar is.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wens echter niet om nog meer over de maan te weten te komen; want die kennis zou je tenslotte erg ongelukkig maken!
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dat hadden de engelen echter ook alleen maar aan Judas laten voelen; de elf anderen merkten daar niets van.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De twaalf vertelden echter over het vele, dat ze in korte tijd beleefd hadden.
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De vijf dochters wilden van dit brood en die wijn ook wat proeven en vroegen Mij dat. Kisjonah verbood het hen echter en zei: 'Begerig zijn is ook een zonde; daarom is zelfverloochening bij alles noodzakelijk, anders komt een mens nooit tot de ware deugd, zonder welke er geen leven kan zijn.'
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Er waren ditmaal alles bij elkaar tegen de achthonderd mensen op de berg, die een heel brede top had, waarop slechts een stuk rots van één bij vijf vadem omhoog rees, dat echter vanaf de zuidkant eveneens goed te beklimmen was. Allen aten en dronken en werden verzadigd, en loofden en prezen Mij voor deze wonderbare maaltijd. En Kisjonah zei vanaf de rots, waar hij voor deze gelegenheid was opgeklommen:
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Jou heb Ik door woord en leer voorbereid. Toen Ik een paar dagen geleden bij je kwam, dacht je dat Ik een wijze en knappe dokter was, en toen je Mij ongewone dingen zag doen, begon je Mij voor een profeet te houden waarin de geest van God werkte. Je bent echter goed in alle scholen thuis, en wilde daarom precies weten hoe een mens tot zulke prestaties kon komen. Toen onthulde Ik je wat de mens is en wat in hem sluimert, en tevens wat uit de mens kan worden als hij zichzelf helemaal kent en daardoor de volle levensvrijheid van zijn geest bereikt heeft.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het geloof staat echter dichter bij het zieleleven dan het grootste verstand. Door een dwangmatig geloof wordt de zielook geketend; als de ziel echter geketend is, dan kan er in haar geen sprake zijn van een vrije ontwikkeling van de geest.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als echter, zoals bij jou, eerst het verstand het juiste inzicht verkregen heeft, dan blijft de ziel vrij en haalt uit de kennis van het verstand altijd alleen maar zoveel, als ze verdragen en verteren kan.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Wie dit gebed in het hart bidt, maar het echter niet begrijpt, is als een blinde die de zon looft en prijst, maar haar ondanks haar zeer machtige licht niet ziet en zich van haar ook geen voorstelling kan maken. Daardoor zondigt hij weliswaar niet; maar aan de waarheid heeft hij ook niets, want daarbij blijft hij toch in dezelfde duisternis.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Hoewel de bovengenoemde betere Joden en Farizeeën zich nu al strikt hielden aan wat Ik zei, trokken ze vaak hun schouders op bij Mijn verklaringen over het werkelijke ontstaan of liever de graduele schepping van de aarde en alle dingen in en op de aarde, zoals ook die van alle talloze andere hemellichamen, en zeiden bij zichzelf: 'Dat is dan toch wel rechtstreeks tegen Mozes in! Waar blijven dan de zes scheppingsdagen, waar de sabbat waarop God gerust heeft? Wat komt er dan terecht van datgene, wat Mozes zegt over het ontstaan van alles wat nu in z'n totaliteit de hele wereld vormt? Als deze wonderdoener uit Nazareth ons daarover nu een leer geeft die de leer van Mozes helemaal opheft, wat moeten we dan zeggen? Als Mozes echter niet meer geldt, dan gelden daardoor ook alle profeten en uiteindelijk hijzelf ook niet; want als Mozes niets voorstelt, dan stellen ook de profeten niets voor - en de verwachte Messias, die hij eigenlijk zelf is, ook niets!
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Het zou echter makkelijk kunnen gebeuren, dat het licht van God in het hart van de mens uit zou stromen in het avondlicht en dan zou oplossen of minstens zich zo zou vermengen, dat men uiteindelijk niet meer zou weten wat het natuurlijke en wat het goddelijke licht in de mens is.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)