Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 401 van 728

...  389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414  ...
[8] Nu pas begreep Cyrenius de angst van het volk; hij stelde het gerust en troostte het, waarna het volk weer afdroop. Hijzelf echter bereidde zich erop voor het twee­tal te ontvangen.
Hoofdstuk 49: De uitwerking van de tweede brief. Komst van Herodes en van de stadhouder. Hun ontvangst door Cyrenius. Tyrus in opwinding. Maronius Pilla voor Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Wat Cyrenius zelf betreft, die werd daardoor enerzijds blij gestemd; anderzijds echter was hij begaan met de zijnen te Rome, want hi j begreep best dat die nog ronddoolden in de diepste duis­ternis.
Hoofdstuk 46: De gemeenschappelijke maaltijd en Jozefs verhaal over de ge­schiedenis van de schepping der mensheid en van het joodse volk. Cyrenius licht op voorzichtige wijze en met succes de keizer in (16 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Cyrenius zei echter: 'Neen, Iaat dat nu maar. Deze kerels staan onder mijn bevel, en ze hebben hun soldij. Verder mag U zich nergens druk over maken.'
Hoofdstuk 41: Jozef voorspelt de kindermoord. Cyrenius is woedend op Hero­des. Voorspoedige zeereis naar Egypte. Jozef geeft zijn zegen aan de schippers als loon - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Cyrenius zei echter: 'Heb daar maar geen zorg over, Jozef. Daarvoor is allang gezorgd! Ikzelf zal jullie morgen naar Ostracine begeleiden!'­
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Zij die echter werkelijk van goeden wille zijn, zij zullen het niet nodig vinden om mij te ko­men vragen welke mijn gevoelens zijn.
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Sterft Ge echter in de ge­nade Gods, dan wordt slechts dit loodzware lichaam afgenomen, en dan zult U ontwaken tot een leven in volmaaktheid; en dan zult U beslist niet meer vragen: waar is nu toch mijn aardse lichaam?!
Hoofdstuk 39: Matigheid van Cyrenius in eten en drinken. Jozefs dankgebed en de goede uitwerking daarvan op Cyrenius. Jozef over dood en eeuwig leven. Het wezen en de waarde van de genade (5 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Deze nieuwsgierigheid kwam Cyrenius echter in ernst op het verlies van die kostbare bo­kaal te staan.
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ont­vangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waar­heid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Je taal Iaat mij echter geen twijfel. Daarom heb ik nu noch behoefte meer aan een tweede be­richt van mijn broeder, noch ook aan enig ander document of ge­loofsbrief! Ik zie nu wel dat je een absoluut eerlijke jood bent! Moet ik nog meer zeggen?'
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ont­vangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waar­heid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Jozef zei nu: 'Vriend, U ziet dat ik arm ben. U bent echter een machtig heer. Mijn rijkdom be­staat in mijn trouwen mijn liefde voor mijn God, en in de grootste eerlijkheid tegenover ieder ander!
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ont­vangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waar­heid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] U bezit echter, naast Uw trouw aan de keizer, nog zeer gro­te schatten dezer aarde, die ik niet bezit. Komt iemand Uw eer te na, dan resten U nog altijd de goede­ren dezer aarde !
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ont­vangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waar­heid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] U schijnt mij echter wel een normaal mens te zijn, zoals ook Uw vijf andere zoons, daar achter U! En ook de jonge moeder, die weliswaar een heel aardige jodin is, lijkt zelf weinig goddelijks te bezitten 1
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Hij wendde zich vervolgens echter weer tot jozef en zei: 'Bes­te brave man, nu moet U toch wel even heel goed luisteren naar wat ik U te zeggen heb!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Waarmee ik echter niet wil zeggen dat U mij het Uwe ook zou moeten geven natuurlijk, het is immers Uw leven!
Hoofdstuk 35: De H. Familie bij Cyrenius. Jozef spreekt uitvoerig met Cyre­nius. Cyrenius, de kindervriend, en het Kindje Jezus. Bewijzen van Diens Goddelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Jozef was echter zelf ook in alle staten van verbazing en zei tegen Cyrenius: 'Luister eens, machtige Landvoogd, het zal U niet bekend zijn dat volgens mijn landswetten elke tovenaar op de brandstapel thuishoort.
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Cyrenius antwoordde: 'Niet in het minst, want, als er geen an­dere god bestaat dan deze, die uit metaal vervaardigd zijn, dan is im­mers iedere mens meer goddelijk nog dan dit domme metaal, waar­in niet eens leven is! Ik ben echter de mening toegedaan dat "ergens een of andere echte godheid" be­staat, die het eeuwige leven heeft en die almachtig is. Dat is dan ook de reden, dat ik die ouderwetse onzin veracht. ,
Hoofdstuk 35: De H. Familie bij Cyrenius. Jozef spreekt uitvoerig met Cyre­nius. Cyrenius, de kindervriend, en het Kindje Jezus. Bewijzen van Diens Goddelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  389 - 390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414  ...