Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 402 van 1037

...  390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415  ...
[5] Wij begonnen ons aan de rijkdommen van de welgestelden te vergrijpen, en door onze sluwheid lukte het steeds om er heelhuids vanaf te komen. Dat gaf ons toch nog een beetje vertrouwen in onze pakketjes, en een paar jaar lang ging het ons met onze bezigheden heel goed af. Deze keer waren wij echter niet voorzichtig genoeg en werden wij gegrepen, maar dat maakt ons echt niets uit; want wij zijn al gewend aan alle mogelijke ellende en wij hebben allang helemaal genoeg van het leven, en ieder van ons verlangt naar de dood. Maar voordat wij eventueel aan het kruis worden gebonden, moet de meest afschuwelijke vloek luid uitgesproken worden over de hele aarde, over alle mensen en andere schepselen, over de zon, de maan en de sterren en over de natuurkracht die ons tot zo'n ellendig leven riep; wij zullen de mensen laten zien hoe het er met hun enig ware God, Zijn wetten en Zijn priesters voor staat en wat ze waard zijn.
Hoofdstuk 16: Het levensverhaal van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nu weet u alles, strenge heer en rechter, en u kuilt naar uw goeddunken over ons, ellendigen, oordelen; maar bedenk wel van tevoren wie en wat de schuld van onze ellende was! Wij hebben getrouw, naar waarheid en open gesproken, zoals u gevraagd hebt.'
Hoofdstuk 16: Het levensverhaal van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De ene, die al eerder gesproken had, zei: 'Wel, onder de heidenen zijn er dus nog echte mensen, die men niet meer aantreft onder de Joden, die zich brutaalweg het uitverkoren volk van Jehova en kinderen van God noemen, maar daarbij in werkelijkheid kinderen van alle duivels zijn! Met grote blijdschap en een zeer dankbaar hart nemen wij uw aanbod aan en willen u trouwer dienen dan iemand die u tot uw trouwste dienaren hebt gerekend.Van nu af aan willen wij het goede doen vanwege het goede en de waarheid verkiezen omwille van haarzelf tot richtsnoer voor ons verdere leven; niet een hel, die volgens de Joden voor de zielen aan gene zijde een straf is voor hun zonden, zal ons weerhouden van het kwaad, en niet een hemel, als eeuwige beloning van de zielen voor hun goede daden, zal ons aansporen tot het goede en ware, maar het goede en ware op zichzelf zal onze meest waarachtige hemel zijn, en wij zullen er met al onze krachten ijverig naar streven ons die hemel eigen te maken.
Hoofdstuk 17: De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ja, een goed mens moet God wel zoeken -en als hij Hem heeft gevonden en van Hem te weten is gekomen waarom hij in deze ellendige wereld is gezet, en of er voor de ziel als zodanig wel echt volgens de volle waarheid een voortleven aan gene zijde bestaat, dan moet hij Hem ook met alle liefde van zijn hart danken voor zo'n leven en bestaan, dat toch aantoonbaar grote bestemmingen in zich draagt. Maar waar is op aarde de zoeker te vinden, aan wie het naar volle waarheid gelukt is om die God ergens te vinden?
Hoofdstuk 17: De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] En als iemand in het geheim zelf begon te speuren en te zoeken naar het bestaan van een God, dan vond hij net als wij alleen maar de stomme, steeds eender werkende krachten van de grote natuur, en dan gaf hij het op in de overtuiging dat al zijn moeite tevergeefs was geweest.
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kort en goed, wij hebben onze redenen nu voldoende uiteengezet waarom wij aan het bestaan van een God twijfelen en waarom wij als mensen de ware hemel van nu af aan alleen in de waarheid en het goede daarvan willen zoeken en ook vinden; in deze uiteenzetting hebben wij jullie nu getrouwen naar waarheid laten zien dat wij niets achterhouden, en zo vragen wij u, burgemeester van deze stad, nogmaals om ons van onze boeien te bevrijden!'
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Hierop beval de waard zijn dienaren om de boeien van de drie los te maken, wat ook direct gebeurde. Daarna liet de waard de drie naar een ander vertrek brengen en hun eten en drinken geven, en hun ook schone kleren te geven, aangezien hun kleding reeds in een betreurenswaardige toestand verkeerde.
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Welnu, voor trage en moeite schuwende zoekers is zo'n aanbod welkom, ze nemen het aan en geloven wat die anderen hun met een ernstig gezicht vertellen, daarbij geholpen door allerlei valse wonderen en tekenen, die de nog trageren bij het zoeken naar de waarheid hebben uitgevonden en ten voordele van hun aardse goede leven onder allerlei ceremoniën aan de blinden presenteren. Op die manier ontstaan dan de vele soorten bijgeloof, leugens, bedrog en totale liefdeloosheid en daarmee al het onheil onder de mensen op aarde.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nojed zei: 'Jouw wens is ons een bevel! Deze man en heer is naar zijn uiterlijk te oordelen weliswaar ook een Jood, maar hij kan door zijn omgang met Grieken heel wijs zijn geworden; want als hij een leerling van de tempel zou zijn, zou het zonde zijn om woorden aan hem te verspillen, hoe duidelijk en waar die ook zijn.'
Hoofdstuk 20: Nojed vraagt naar de ware godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De waard en ook Kado zeiden: 'Wij hadden wel gedacht dat dat het geval zou zijn, maar we durfden dat niet hardop te zeggen, ten eerste omdat wij U tegenover die drie niet voortijdig wilden verraden, en ten tweede omdat de woorden van de spreker in alle ernst onze aandacht vroegen en wij wilden zien hoever de mens het met de scherpzinnigheid van zijn verstand kan brengen. En echt, vanuit puur menselijk standpunt bezien had de spreker gelijk, ook in het beschrijven van de verhoudingen tussen Schepper en schepsel; want voor ons menselijke verstand is het werkelijk moeilijk te begrijpen, waarom U de mensen gedurende zo lange tijd op een nadere openbaring van Uzelf, Uw wil en Uw bedoelingen met de mensen heeft kunnen laten wachten en tallozen in de diepste levensnacht kon laten versmachten. En hoevelen zullen er nog versmachten zonder iets over U te weten te komen; en ook al zullen ze van de verspreiders van Uw leer horen dat Uzelf in de gestalte van een mens op deze aarde bent gekomen en de mensen de weg naar het eeuwige leven van hun zielen hebt getoond -zullen ze wel net zo vast als wij nu geloven dat het inderdaad was zoals Uw boodschappers hun verteld hebben.'
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Dat de mensen in deze wereld tijdens hun zoeken heel vaak op allerlei zij paden en ook in allerlei benarde omstandigheden terechtkomen, is weliswaar een aards kwaad; maar dat komt niet voort uit het actieve ernstige zoeken, maar uit de ellendige traagheid bij het zoeken, die een vrucht is van te ver gedreven wereld en eigenliefde, waardoor de mensen het streven naar het rijk van de geest zo aangenaam mogelijk voor zichzelf willen maken. Als andere, nog tragere mensen dat merken, zeggen die al gauw en gemakkelijk tegen degenen die zo lauw zoeken: 'Hé, wat geven jullie je toch veel moeite om datgene te zoeken wat wij allang overduidelijk hebben gevonden! Als jullie ons willen geloven en dienen en in plaats van jullie vruchteloze zelfstandige zoeken en speuren kleine offers willen brengen, dan zullen wij jullie getrouw alles vertellen wat wij gemakkelijk en snel hebben gevonden!'
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Jullie vragen je nu natuurlijk af waarom Ik zoiets toelaat. En Ik zeg jullie: de reden dat Ik zoiets toelaat is, dat het voor een menselijke ziel die te traag is om ernstig te zoeken beter is dat ze toch iets gelooft en zich door dat geloof in een orde invoegt, dan dat ze in haar traagheid en werkschuwheid volledig zou afsterven. Als het bedrog en de verdrukking eenmaal te ver gaan, dan worden de lichtgelovigen in de eerste plaats door de nood gedwongen om zelfstandig verder naar de waarheid te zoeken. Ze merken het bedrog, laten hun traagheid varen, beginnen ernstig zelf te zoeken en schuwen de strijd niet -en daaruit komt weldra allerlei licht voort. En in de tweede plaats is daarna voor een mens, die zolang bedrogen en daarom een ijverige zoeker is, een door Mij opnieuw gegeven openbaring hem onuitsprekelijk veel meer welkom en ook effectiever bij het verdrijven van het oude bijgeloof.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als hij zijn grote kwaad inziet, tot de waarheid terugkeert en die waarheid en haar goedheid begint te zoeken en daar ook naar begint te handelen, dan wijkt de vervloeking van hem in dezelfde mate als waarin hij met volle ernst de gevonden waarheid tot richtsnoer van zijn leven maakt. Dan ondersteunt God hem, verlicht zijn hart en verstand steeds meer en versterkt zijn wil, en dat zowel bij heidenen als bij joden. En zo ben Ik, vanuit Gods geest die in Mij woont, alles in alles zowel in heidenen als in joden.
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Wie dus de waarheid en haar goedheid begint te zoeken, zodra hij zijn verstand gaat gebruiken, en ook direct handelt volgens hetgeen hij heeft gevonden, heeft reeds de juiste weg betreden, en God zal die weg steeds meer en meer voor hem verlichten en hem naar Zijn heerlijkheid leiden. Maar wie traag wordt, ook door zijn eigen wil, en zich hecht aan deze wereld en haar verleidelijkheden, die alleen maar ter beproeving van de vrije wil voor de uiterlijke en vergankelijke zintuigen van de materiële of lichamelijke mens aanwezig zijn, die richt zichzelf ook uit vrije wil en maakt zich gelijk aan datgene wat dood en gericht is - en is zodoende zelf ook al zo goed als gericht en dood.
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dan zullen de godloochenaars en trotse bedriegers en onderdrukkers van de aardbodem weggevaagd en de gelovigen en armen opgericht en vanuit de hemelen verlicht worden, zoals dat nu het geval is en later, over bijna 2000 jaar, ook weer het geval zal zijn. De tijd, waarin zoiets kan en ook zeker zal plaatsvinden, is even gemakkelijk te herkennen als in de late winter te zien is dat het voorjaar nadert, als jullie naar de bomen kijken en zien hoe hun knoppen steeds meer zwellen en sappiger worden en hoe het sap, net als de tranen van de mensen, van hup takken en twijgen op de aarde neer druppelt en in zekere zin smeekt om verlossing uit de nood van de winter, waarin zoveel bomen wegkwijnden.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415  ...