Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 402 van 728

...  390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415  ...
[20] Die nieuwsgierigheid kwam voor Jozef echter zeer on­gelegen, dus bad hij de Heer om hen zo gauw mogelijk te onttrek­ken aan de nieuwsgierigheid van die nutteloze menigte.
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyre­nius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[28] Nu zei de hoofdman echter weer: 'Nee, nee, er mag geen kin­derbloed vloeien; dan zal ik nog liever militair geweld gebruiken.
Hoofdstuk 33: Voorbereidingen voor de vlucht naar Egypte. Voorzorgsmaat­regelen des Heren. Afspraak tussen Jozef en Cornelius (23 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Het Kindje heet Jezus, en is een Zoon des Allerhoogsten; daarom moeten we op de eerste plaats aan de verheven Vader vra­gen, wat er met deze schat moet gebeuren.
Hoofdstuk 31: Maria vestigt de aandacht op Gods genadige leiding. Jozefs rede­lijkheid en trouw. De drie zegenrijke geschenken van God: Zijn Heilige Wil, Zijn Genade, Zijn Liefde. Een zeer nobel getuigenis van Maria, van de hoofdman en van het Kindje over Jozef (19 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[28] Ik heet Balthazar en bied U hierbij aan wat het Kindje der kin­deren toekomt. Aanvaard het, Moeder van alle genaden. Een be­ter en waardiger offer is geborgen in mijn hart: het is mijn liefde, die voor eeuwig een waarachtig offer aan dit Kindje zal zijn!'
Hoofdstuk 30: De aanbidding van de Heer in het Kindje door de drie Wijzen. Hun toespraken. Hun geesten: Adam, Kaïn en Abraham (16 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Maria kwam echter in beste stemming haar tent uit, het Kindje op de arm, en zei: 'Ik ben sterk genoeg om samen met jullie aan tafel te eten, alleen moet het krib­betje hierheen gehaald worden voor het Kindje.'
Hoofdstuk 29: Jozefs angstig gebed tot de Heer. De Perzische karavanen voor de grot. De hoofdman verbaasd. Goede getuigenis van de drie wijzen over het Kind, en de waarschuwing voor Herodes (14 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] De hoofdman liet flink sto­ken en op het vuur liet hij witte stenen heet maken, die hij rond­om de tent van Maria liet neerleg­gen, opdat zij noch het Kindje kou behoefden te lijden. De nacht was namelijk zo koud, dat buiten het water in ijs veranderde.
Hoofdstuk 27: Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] De vroedvrouw antwoord­de hem en zei: ' Je blijft maar pre­cies zoals je bent; maar bewaar wel over hetgeen je gezien hebt het diepste stilzwijgen, anders zul je Gods straf kunnen verwach­ten!. ..' Nicodemus gaf nu de drachme weer terug en ging onder tranen naar buiten. Het desbetref­fende kamertje liet hij later inder­daad rijk met goud en edelstenen verfraaien. Jozef echter is direct afgereisd.
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Schept U er echter geen ijdel behagen in om Uzelf daarom te laten prijzen, want uitsluitend Hij, die zuigt aan Uw borst, is waardig om door ons allen te wor­den geloofd, geprezen en aanbe­den!'
Hoofdstuk 25: De profetes Hanna in de Tempel en haar getuigenis over het Kindje Jezus. Hanna's waarschuwing aan Maria. Het nood­onderkomen bij een rijke en gierige Israëliet (7 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Voor deze goedbedoelde aanbieding moest Jozef echter be­danken met de woorden: 'Ik kan helaas van Uw nobel aanbod geen gebruik maken, want het is de Wil van de Heer mijn God, dat ik op dezelfde wijze naar Jeruzalem trek als waarop ik hierheen kwam.
Hoofdstuk 23: Het zesdaagse verblijf in de grot. Aanzegging van de Engel aan Jozef om op te breken en naar Jeruzalem te gaan voor de op­dracht in de Tempel. Maria's droom. Jozef heeft er moeite mee om alle liefdevolle aanbiedingen van de hoofdman te accepteren. Een militaire wacht voor de grot (5 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Meer kan ik er echter niet over zeggen, want ik begrijp zelf niet ten volle wat ik gezegd heb. Als ik er niet meer zal zijn, zal de tijd het U onthullen, en dan wel in de gehele volheid van de Eeuwige Waarheid. ,
Hoofdstuk 22: Cornelius bij de H. Familie in de grot. De herders en de hoofd­man. De nieuwe eeuwige geesteszon. Afscheid van Cornelius. Jozefs waardering voor de goedheid van de heidense hoofdman (4 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Nu wil ik mij echter, samen met mijn hospita, voor slechts zo korte tijd verwijderen, als nodig is om maatregelen te nemen dat jul­lie allen hier -zij het dan ook slechts in deze grot - beter gehuis­vest zult zijn!'
Hoofdstuk 21: Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Als ik U echter zou mogen adviseren, dan zou ik natuurlijk zeggen: Vriend blijf, want ner­gens ter wereld kun je nauwelijks beter onder dak zijn dan hier, on­der de klaarblijkelijke bescher­ming van alle hemelse machten!'
Hoofdstuk 21: Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Maria gaf hem echter ten antwoord: 'Brave man, U bent rechtvaardig, daarom: Zowaar God leeft, zowaar heb ik mij nooit aan een man gegeven.
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroed­vrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[28] Maria zei echter: ' Je kunt toch wel zien, dat ik vandaag nog niet op kan staan! We moeten al­les maar aan de Heer overlaten! Hij heeft ons tot hier geleid en beschermd; dat zal Hij dus zeker ook verder wel trouw blijven doen!
Hoofdstuk 18: De H. Familie slaapt in de grot. Lofzang van de Engelen in de morgen. De aanbidding der herders. Toelichting door de Engel aan Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Toen ze de grot uitkwam trof ze echter buiten haar zuster Salome aan, die haar - vanwege dat visioen -gevolgd was.
Hoofdstuk 16: Verschijningen bij de grot. Visioen van de vroedvrouwen haar profetische uitspraak. De vroedvrouw bij Maria en het Kindje. Salome twijfelt aan de maagdelijkheid van Maria (25 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  390 - 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415  ...