15542 resultaten - Pagina 403 van 1037
... 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 ...
[8] Als jullie drieën en ook jullie, Mijn reeds oudere vrienden, daar goed naar kijken, zullen jullie snel en zonder moeite kunnen ontdekken wat voor tijdstip het nu is, en wie Ik nu eigenlijk ben.'Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Sindsdien hebben er tot in onze tijd heel veel Joden geleefd die Gods geboden van kind af aan heel strikt hebben opgevolgd; maar onder hen was er niet één die ook maar in de verste verte had durven beweren dat hij net als God een eigenmachtig heer was, die noch tegenover God en nog minder tegenover de mensen ooit verantwoording schuldig is voor al zijn doen en laten. Vriend, hoe moeten wij dit naar waarheid eigenlijk opvatten?'
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Dat is heel gemakkelijk en duidelijk! Heb Ik dan niet gezegd dat een mens die God en Zijn wil volkomen heeft leren kennen, daar onwrikbaar naar handelt en zo Gods wil geheel tot de zijne maakt, aan God gelijk is?! En als God door Zijn liefde, wijsheid en macht een Heer is, dan is iedereen die in alles aan God gelijk is geworden dat in de geest toch ook?
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als jullie binnenkort naar Essea zullen komen, zullen jullie in de overste Roclus al een voorbeeld aantreffen van hoever een mens het met Gods liefde en genade in korte tijd kan brengen, wanneer hij zijn geestelijke vervolmaking volkomen serieus neemt.
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En nu heb Ik jullie verder niets meer te zeggen, omdat jullie dat niet zouden verdragen; maar wanneer Gods genade en liefde in jullie ontwaakt, zal die jullie vanzelf binnenleiden in alle wijsheid die jullie voor deze wereld nodig hebben. Jullie kunnen nu dus weer naar de kamer gaan die de waard jullie heeft toegewezen!'
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De drie bedankten Mij voor alles wat Ik voor hen had gedaan en tegen hen had gezegd, en begaven zich naar hun kamer, waarin ze zich net zo lang verborgen hielden als de markt duurde, om niet door de een of andere koopman of koper herkend en lastig gevallen te worden.
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Dat deden ze, en wij gingen op weg. Maar omdat verscheidene knechten van het huis dat gehoord hadden, liepen ze naar buiten het plein op en zeiden tegen de mensen, dat de beroemde heiland Jezus van Nazareth weldra uit het huis zou vertrekken, en wel in de richting van Nahim.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Het tolhuis van Zacheüs bevond zich ruim een half uur gaans buiten de stad in de richting, tegenovergesteld aan die waaruit we naar Jericho waren gekomen. Toen Zacheüs zag dat veel volk uit de stad zich nog voorbij zijn tolhuis op de weg verdrong, kwam hij zijn huis uit en vroeg aan de mensen wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Degenen aan wie hij dat vroeg zeiden dat Ik, de beroemde heiland Jezus van Nazareth in Galilea, weldra met Mijn leerlingen langs deze weg naar Nahim zou reizen en dat ze Mij wilden zien.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Toen Zacheüs dat hoorde, zei hij: 'O, zoveel te meer moet ik hem zien! Want ik heb heel grote wonderbaarlijke dingen over hem gehoord van mijn vriend Kado, de oude en de jonge, en van zijn oude dienaar Apollon, en ook van een blinde die een paar dagen geleden door die heiland ziende is gemaakt; en het speet mij verschrikkelijk dat ik hem niet te zien kreeg, omdat hij direct na zijn aankomst in Jericho reeds de volgende morgen naar Essea was gegaan. Maar nu hij nogmaals via Jericho en juist over deze weg verder zal reizen, moet ik hem zien, koste wat kost!'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik raadde hem echter aan dat achterwege te laten, omdat de knechten het met goede bedoelingen hadden gedaan. Maar Ik verlangde van de waard dat hij ons langs de achteruitgang naar buiten zou laten, omdat er aan de hoofdingang teveel mensen op Mij wachtten.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen we bij de boom waren gekomen bleef Ik staan, keek naar boven en zei: 'Zacheüs, kom nu snel uit de boom; want vandaag moet Ik in jouw huis zijn!'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Maar toen het volk dat zag, begon het al gauw te morren en zei: 'O, kijk nu eens naar die heiland, die zijn werken door Gods geest zegt te verrichten! Dat moet wel een mooie geest Gods zijn, die bij tollenaars, die toch altijd de grootste zondaars zijn, naar binnen gaat en daar eet en drinkt!'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Toen Zacheüs echter merkte dat het volk zulke opmerkingen over Mij maakte, raakte hij vanwege Mij geërgerd over het volk; hij kwam naar Mij toe en zei hardop: 'Kijk, o heer, ook zonder het getuigenis van het volk weet ik wel dat ik een zondaar ben, en ik ben het dus ook echt niet waardig dat u, als zeer rechtvaardige, bij mij wilt verblijven; maar omdat u mij in uw grote genade toch hebt gezien en mij zo'n grote en onschatbare vriendschap betoont, wil ik de helft van mijn vele goederen aan de armen geven -en mocht ik iemand bedrogen hebben, laat die dan bij mij komen, dan zal ik het hem viervoudig terugbetalen!'
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Maar anderen, en met name de armen, rekenden al van tevoren uit of ze bij het verdelen van de goederen iets van Zacheüs zouden krijgen, en hoeveel. Weer anderen dachten er aan, hoe ze met valse getuigen naar Zacheüs toe zouden kunnen gaan en hem aantonen, dat ook zij voor zo en zoveel in die en die tijd en bij die en die gelegenheid door hem waren bedrogen, om vervolgens vier keer zoveel van hem terug te krijgen.
Hoofdstuk 26: De Heer vertrekt uit Jericho. Zacheüs in de moerbeiboom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)