10915 resultaten - Pagina 403 van 728
... 391 - 392 - 393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 ...
[14] Jozef was echter ten einde raad en zei: 'Om Godswil Maria, je ziet toch dat hier nergens een herberg is, waar moet ik dan met je heen?'Hoofdstuk 14: Maria is schijnbaar humeurig. Begin van de weeën. Maria in de grot - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Hij vroeg haar dus terstond: 'Vertel mij eens Maria, waar denk je wel aan? ...Ik zie je gezicht het ene ogenblik vertrokken van pijn, een volgend ogenblik echter zie ik je lachen en stralen van vreugde!'
Hoofdstuk 14: Maria is schijnbaar humeurig. Begin van de weeën. Maria in de grot - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Jij echter wordt begeleid door Hemzelf, Die was in eeuwigheid, Die hemel en aarde geschapen heeft! Door Hem, Die het in de tijd van Noach veertig dagen lang dag en nacht liet regenen, om alle schepselen, die Hem vijandig gezind waren te verdrinken.
Hoofdstuk 13: Een oude vriend komt Jozef troosten. Jozef geeft zijn vijf zonen opdracht om voorbereidingen te treffen voor de reis. Een vreugdevol vertrek - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Maria begreep echter niets van al die ongewone taal; ze zei tegen Elizabeth:
Hoofdstuk 6: Wonderlijke ontvangst van Maria bij Elizabeth. Deemoed en wijsheid van Maria. Een evangelie voor vrouwen.. Maria 's terugkeer naar Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Maria viel echter voor de Engel op haar knieën en ze zei: 'Omdat ik des Heren dienstmaagd ben, geschiede mij naar Zijn Wil, overeenkomstig hetgeen U gezegd hebt!' Toen verdween de engel en Maria ging weer aan het werk.
Hoofdstuk 3: Aankondiging van de geboorte des Heren door een engel. Maria's nederige overgave - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Ze was echter maar nauwelijks weer op dreef, of zie, daar stond de Engel des Heren voor het nijvere meisje en zei:
Hoofdstuk 3: Aankondiging van de geboorte des Heren door een engel. Maria's nederige overgave - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Hi j herinnerde zich echter dat Maria, die pas enkele weken tevoren aan Jozef in bewaring was gegeven, óók uit de stam van David was, hetgeen hij dus aanstonds aan zijn dienaren deed weten.
Hoofdstuk 2: Het nieuwe Tempelgordijn. Maria aan het gordijn tewerkgesteld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Enkelen van hen lieten zich daardoor echter opwinden; zij noemden deze uitslag partijdig en dus ongeldig! Ze eisten dan ook een andere proef, waarbij onregelmatigheden feitelijk zouden zijn uitgesloten. .
Hoofdstuk 1: Het beroep van Jozef. Maria wordt in de Tempel verloot. Gods getuigenis over Jozef. Jozefs gebed. Maria in Jozefs gezin opgenomen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[36] Jacobus, een zoon van Jozef (zie noot 1), had dit alles reeds opgetekend, maar met het verloop der tijden is diens schriftuur zózeer verminkt geraakt, dat zij niet als authentiek kon gelden (zie noot 2), (en daarom uit de canon van de H. Schrift werd geschrapt). Ik wil het echte Jacobus-evangelie nu aan jou teruggeven, maar alleen dat vanaf bovengenoemde periode (zie noot 3); want Jacobus had er tevens in opgenomen een levensbeschrijving van Maria vanaf haar geboorte, alsook een van Jozef. ..(zie noot 4). Schrijf dus nu op als hoofdstuk één: N.B.Zie de noten aan het slot van dit boek.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Als muziekleraar van de jeugd van Graz verdiende hij zijn brood, gaf een enkele maal een concert, maar toen hij reeds 40 jaren telde had hij zich ondanks zijn virtuositeit nog niet onder de coryfeeën van zijn tijd kunnen plaatsen. Waarschijnlijk heeft hij het te danken aan zijn vriendschap met Franz Schubert, dat hij op deze leeftijd dan toch eindelijk erkenning vindt en in de toenmalige wereldstad Triëst wordt benoemd tot concertmeester van het plaatselijke symfonieorkest. Enthousiast bereidt hij zich voor op zijn verhuizing, als hij echter van Hogerhand een geheel andere beroeping ontvangt, waardoor hij op min of meer schokkende wijze op de proef wordt gesteld.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Jakob onderbrak deze studies echter enkele malen voor andere ambities. Hierdoor rondde hij zijn gymnasiale opleiding niet af, maar volgde na de vijfde klas een speciale leraarscursus en verwierf daarmee de bevoegdheid les te geven op zgn. 'Hauptschulen'.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Het lijkt ons echter niet wenselijk hier nu verder op déze min of meer onverkwikkelijke terzijdestelling in te gaan: het zou een objectieve instelling bij het lezen van dit evangelie kunnen bemoeilijken. Wij stellen ons derhalve voor in een nawoord op deze polemische kwestie terug te komen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[35] De lichamelijke dood van Jezus is feitelijk de diepste afdaling van de Godheid tot in de staat, waartoe alle materie veroordeeld is, waardoor de totaal nieuwe verhoudingsmogelijkheid tussen Schepper en schepping pas volledig tot stand kwam. Eerst door de dood van Jezus wordt God-Zelf volledig mens, en door en vanuit die hoogste goddelijke genade-ingreep wordt de geschapen mens tot nieuw verwekt Kind Gods tot god dus! Daardoor kan die mens een schepsel! -als volkomen evenbeeld tegenover zijn Schepper staan! Daarin kan hij nu zijn God zien, zijn Schepper en Vader schouwen, Hem spreken, Hem erkennen en boven alles liefhebben! En daardoor alleen ook is hij in staat het volmaakte onvergankelijke leven in God, uit God en met God te beërven Daardoor is echter ook Satans heerschappij ( of beter: diens drijven) in zoverre doorbroken, dat hij niet langer bij machte is deze meest intensieve toenadering van de Godheid naar de mensen toe, en omgekeerd die van hen naar de Godheid, te verhinderen. Nog korter gezegd: Door de dood van Jezus kan de mens zich nu volop ,met God verbroederen, terwijl het voor Satan onmogelijk is geworden dat nog te beletten, en dat is dan ook de reden, waarom tot de vrouwen, die het heilig graf kwamen bezoeken, wordt gezegd: 'Gaat heen en zegt het Mijn broeders' ...Satans wroeten in de uiterlijke dingen moge dan nog steeds merkbaar zijn, ...nooit meer zal hij in staat zijn het eenmaal verscheurde voorhangsel tussen God en de mensen opnieuw aan te brengen; noch ooit opnieuw een onoverbrugbare kloof te doen ontstaan tussen enerzijds de Godheid en anderzijds de mensheid. Door deze korte uiteenzetting van deze stof nu, kan voortaan iedereen, die bereid is innerlijk, geestelijk te denken en te mediteren, heel gemakkelijk en duidelijk het grenzeloze nut inzien, dat de lichamelijke dood van Jezus voor hem of haar betekent. Amen!
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[33] Door de Heer Zelf medegedeeld als voorwoord op de geschiedenis van Zijn jeugd, en wel door dezelfde spreekbuis, die Hij voor de weergave van dit werk uitkoos in de periode van 22 juli 1843 tot 9 mei 1851 - Zoals bekend is, leefde Ik in de tijd tot mijn dertigste jaar zoals iedere andere welopgevoede jongen, jongeman en man leeft; ook Ik moest, door mijn leven in te richten volgens de Wet van Mozes, eerst het goddelijke in Mij opwekken, net als iedere mens Mij in zichzelve tot leven moet wekken. Zo goed als ieder ander ordentelijk mensenkind, moest ook Ikzelf beginnen met aan een God te geloven, waarna Ik Hem in alle denkbare zelfverloochening steeds meer en meer heb moeten omhelzen, en met steeds sterker wordende liefde Mij aldus geleidelijk aan volkomen aan de Godheid heb moeten onderwerpen. Op die wijze was Ik, als de Heer Zelf, een levend voorbeeld voor iedere mens, en daarom kan iedere mens Mij nu dus ook op precies dezelfde wijze aantrekken als Ikzelf in Mij de Godheid heb aangetrokken, en kan hij door de liefde en het geloof zelfstandig evenzo volledig één worden met Mij, als ikzelf als Godmens in alle grenzeloze volmaaktheid één ben met de Godheid.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Dat het evangelie als zodanig echter heeft bestaan, staat onomstotelijk vast uit de commentaren en vermeldingen van de martelaar Justinus (165); van de grote geleerde Origenes ( 254); en van de 'Vader van de kerkgeschiedschrijving' Eusebius ( 340). Voor nadere details moeten wij verwijzen naar de Canon-geschiedenissen van bijvoorbeeld Lagrange, van Grosheide e.a.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus