Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 405 van 1112

...  393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418  ...
[16] Er is maar één waarheid, die even goed door één mens als door myriaden engelen uitgesproken en bewezen kan worden. Maar wanneer de wereldse wijsheid zich daartegen verzet, omdat die waarheid niet bevorderlijk is voor haar wereldse voordelen, is dat dan een reden om aan te nemen dat de waarheid minder waar is?
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] De leugen kan zich in een grote vergadering van mensen door talloze stemmen laten vertegenwoordigen, maar daarom wordt ze toch nooit tot waarheid.
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] En Ik zei: 'Jullie kennen die jonge vrouw Maria van Magdala, die vanmorgen vroeg ook al bij ons op de Olijfberg was. Zij heeft thuis snel haar huishouden op orde gebracht en zich gehaast om hierheen te komen; laat dus niemand van jullie zich erover ergeren vanwege het feit dat ze hierheen gekomen is! ,
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Wie zich hier op deze aarde als een beter mens wil voordoen dan hij in werkelijkheid is, bezit nog een huichelachtige geest; hiermee kan men het rijk Gods nog niet echt binnenkomen. Wie echter ooit tegenover Mij wil bestaan, moet zich ook zo aan de wereld laten zien als hij is; dan zal hij ook in Mijn ogen en die van de engelen geen verder gericht meer hoeven door te maken, als hij zich in zijn doen en laten gebeterd heeft.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Want het dier weet zeker niet van tevoren dat het zal sterven en de mens moet zijn hele leven lang rondlopen met dit hoogst onaangename bewustzijn, en bijgevolg is het ook niet helemaal onbegrijpelijk dat vele mensen zich alleen al in alle zinnelijke wereldse genoegens storten, omdat de bittere gedachte aan de zekere dood hen daartoe in zekere zin dwingt.
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Daar kan Ik je niet helemaal ongelijk in geven, want ook Ik ben het beslist niet eens met de manier waarop de mensen gewoonlijk sterven. Maar wat kan Ik eraan doen, als de mensen zichzelf een zo bittere en onaangename manier van sterven bezorgen? Als de mensen maar zouden leven volgens de orde die hun reeds sinds het oerbegin heel duidelijk geopenbaard is, dan zou er niet één mens zijn die zich over het bittere van de dood kon beklagen.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar toen de mensen steeds meer een zinnelijk leven begonnen te leiden en zich meer en meer overgaven aan ontucht, hoererij en andere overdadige genietingen die hun zinnen verdoofden, bedierven zij zelf hun gezondheid, werden zwak, miserabel en ziek en hun lichamelijke dood moest dan ook vanzelfsprekend een ander karakter krijgen.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Maken jullie je dus niet druk over wat er beter is, het verkondigde of het geschreven woord; want aan de vrucht is de waarheid heel goed te herkennen! De leugen bouwt haar huizen op los zand, maar de waarheid op rotsen, en daar kan de hel geen veldtocht tegen ondernemen; want zoals de duisternis van de nacht nooit tot daglicht wordt, wordt ook de leugen nooit tot waarheid. En dan kunnen er tienduizend valse evangeliën geschreven worden, maar steeds zal alleen datgene het enige ware zijn en blijven wat zich overeenkomstig Mijn belofte levend in de mens zal openbaren, als hij volgens Mijn woorden zal leven en handelen, -en dat levende evangelie zal ook tot aan het einde van alle tijden de enige toetssteen zijn en blijven, die in staat is om te onderscheiden of een geschreven evangelie echt of vals is.
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar Ik zag de mopperende leerlingen aan en zei: 'Wat raakt en ergert jullie dat nu weer?! Armen zullen jullie steeds bij jullie hebben, maar Mij niet zoals Ik nu in jullie midden ben. Deze vrouw heeft nu een goed werk aan Mij verricht en waar dit evangelie van Mij verkondigd wordt, moet ook deze vrouwen dit voorval duidelijk genoemd worden! Ik ben toch al lang in jullie midden en jullie hebben Mij nog nooit een kruik helder water gegeven om Mijn voeten te wassen; deze vrouw heeft echter vanmorgen Mijn voeten al gewassen met haar tranen en is nu teruggekomen om Mijn voeten te zalven. Hoe kan jullie dat dan ergeren? Als er nu geschreven staat dat Ik een Zoon van David ben, dan komt het Mij toch ook toe dat iemand Mij deze koninklijke eer bewijst!'
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Maar Ik prees de openheid en trouwhartigheid van de vrouw en zei tegen de Farizeeën en schriftgeleerden: 'Mijn nu enigszins opgewonden vrienden! Erger je toch niet, omdat nu door de mond van deze vrouw veel dingen in Mijn bijzijn aan het licht zijn gekomen, waar ook jullie in belangrijke mate schuldig aan zijn en welke schuld jullie in je vlees meedragen! Maar als de woorden van de vrouw, die geen namen heeft genoemd, jullie gemoed al verontrust, waarom doet Mijn alwetendheid dat dan niet? Ik zeg jullie: aan gene zijde in het rijk van de geesten zal men je luid van de daken verkondigen wat jullie op deze wereld nog zo ijverig trachtten te verbergen; daarom is het beter om nog in deze wereld een klein gericht te doorstaan en zich een kleine verdeemoediging te laten welgevallen, dan aan gene zijde voor het oog van alle engelen van de hemel te schande te staan.
Hoofdstuk 80: De zalving in Bethanië (22.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Een schriftgeleerde echter, die tot Mij bekeerd was en bij ons was gebleven, zei: Heer en Meester! U hebt nu tegen de wondermooie Maria van Magdala gezegd dat Uzelf een waar brood uit de hemelen bent en evenzo een echte wijn, en wie dit brood en deze wijn zal eten en drinken zal de dood eeuwig niet zien, voelen en smaken. Ik weet wel dat U met 'brood' Uw woord en met de 'wijn' de levende geest daarin bedoeld hebt en met het 'eten van het brood' het aannemen van Uw woord en met, drinken van de wijn' het handelen volgens Uw goddelijke leer, die zeker uit de hemelen stamt, omdat Uzelf de enige allerhoogste Heer van de hemel en ook van de aarde bent; maar dat hij, die het ware hemelse brood zal eten en de wijn uit de hemelen zal drinken helemaal niet zal sterven is iets heel nieuws, en ik weet niet hoe ik dat moet begrijpen. Want men kan ook wel van alle mensen zeggen dat ze de dood niet zien, niet voelen, en ook met smaken; want een mens ziet, voelt en smaakt de dood inderdaad niet, zolang hij nog leeft -maar als hij gestorven is en dood, dan ziet, voelt en smaakt hij de dood beslist ook niet, omdat hij geen leven en bijgevolg ook geen enkele gewaarwording meer heeft. U ziet, dat deze kwestie volgens mijn inzicht een dubbele betekenis in zich heeft en dat het daarom wenselijke is dat U als Heer over leven en dood deze kwestie iets duidelijker voor ons uiteen zet.
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Kijk maar eens hoe het de ziel van een misdadiger te moede is, als hij overeenkomstig de wetten naar de plaats van terechtstelling wordt gesleept om te sterven! Die ziel ziet in de eerste plaats al de lichamelijke dood voor zich en voelt en smaakt die op zeer kwellende wijze, en in de tweede plaats duurt de dood voor die machteloze en geestelijk dode ziel aan gene zijde nog heel lang voort. Dat laatste komt ten eerste doordat zij in haar machteloosheid en volledige verlatenheid zich niet meer overeenkomstig de in haar brandende woede kan wreken op degenen die haar lichaam gedood hebben, en ten tweede doordat ze in de diepste levensduisternis terechtkomt, waaruit ze geen uitweg vindt en zo de ergste kwelling ondergaat, net zolang tot ze haar eigen slechtheid begint in te zien en haar lot geduldig verdraagt. Wil dat soms niet zeggen dat zo'n ziel de dood ziet, voelt en smaakt?!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, nu begrijp ik het inderdaad heel anders en beter dan voorheen, en ik ben U ook van ganser harte dankbaar voor het licht dat U ons allemaal ook in dit opzicht hebt gegeven; want ik beschouw het als iets heel belangrijks voor de mens, dat hij weet en tenslotte ook werkelijk voelt hoe het zit met de dood van het lichaam en zodoende zijn oude angsten, pijnen en kwellingen kwijt kan raken. Want alleen wanneer de mens al deze dingen zeker en werkelijk weet, kan hij zich pas vanuit God verheven voelen tot de echte waardigheid van een mens, waardoor het dierlijke aan hem weer vervalt tot het stof der nietigheid.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Als Ik echter een lijk dat vol onreine geesten zit plotseling zou laten ontbinden, zouden die onreine geesten, die daardoor in grote aantallen vrijgekomen waren, zich zeker onmiddellijk en bliksemsnel op de dichtstbijzijnde mensen storten en hen ernstig schaden en sommigen zelfs doden.
Hoofdstuk 83: Waarom lijken langzaam ontbinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Een schriftgeleerde, die zich erg op zijn wijsheid liet voorstaan en die wij al kennen van de Olijfberg, zei tegen Lazarus: 'Vriend, je weet vast nog wel wat we gisteravond besproken hebben en ook zo goed als geheel overeen zijn gekomen! Daarom zijn wij vandaag zo vroeg mogelijk hier naar toe gegaan. Maar, vriend, wij zijn hier werkelijk niet ontvangen op een manier die ons genoegen doet. Want het scheelde niet veel of wij waren doorjouw honden lelijk toegetakeld, als jouw dienaren ons niet te hulp waren gekomen! Dat was toch echt niet de ontvangst waarmee men ons tempeldienaren pleegt te ontvangen!
Hoofdstuk 85: De Heer en de pas bekeerde priesters (30.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  393 - 394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418  ...