Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 406 van 1088

...  394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419  ...
[2] Toen zei Rafaël: 'Heer, Uw heilige wil, vol van eeuwige en eindeloze kracht en macht in mij is een reeds uitgevoerd werk! -Kijken jullie maar naar buiten op de grote binnenplaats, dan zullen jullie alles in de beste orde aantreffen; ook de jongeren zitten al op geschikte lastdieren en wachten op het moment dat ze van hier vertrekken, maar vooral om hun ware Vader in dit leven nog één keer te zien en Hem voor alles te bedanken en Hem te vragen, of Hij hen in Zijn vaderliefde altijd genadig wil gedenken.'
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na deze woorden van Rafaël stond iedereen dan ook op en haastte zich naar de ruime binnenplaats, en allen verbaasden zich over het pure wonder .
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik ging nu naar de jongeren toe en gaf hun de goede zegen, en zij bedankten Mij onder veel tranen; ze wilden Mij met duidelijk gesproken woorden bedanken, wat ze echter van louter liefdestranen nauwelijks konden.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Hierop gaf Ik Rafaël nogmaals een innerlijke wenk, en hij besteeg een lastdier, nam plaats aan het hoofd van de jongeren, en onder aanvoering van Rafaël zette de stoet zich goed in beweging en sloeg de weg naar Tyrus in.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Daarop ging Ik naar de Romeinen toe, reikte hun de hand en gaf hun de raad om nu de stoet van Rafaël te volgen, die hen tot aan Tyrus zichtbaar tot voor het paleis van Cyrenius zou begeleiden. Daar zou hij hun dan de juiste aanwijzing geven, hoe ze de zee moesten benutten.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En zo was Bethanië nu weer verlaten door de vele gasten; alleen Ik met Mijn oude leerlingen, met de joods Grieken en met de leerlingen van Johannes waren nog voor een korte tijd achtergebleven. En nu pas zei Ik in vertrouwen, dat Ik Mij nu naar de omgeving van Jericho en de tien bekende steden zou begeven, en liet de leerlingen vrij om met Mij mee te gaan. Allen wilden meegaan en Ik gebood hun, zoals ook ieder in het huis van Lazarus, om niemand te zeggen waar Ik heen gegaan was. En allen beloofden Mij nadrukkelijk om in alle.s overeenkomstig Mijn wil te handelen.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Hierop zei Magdalena: 'Heer! Ik zal van nu af aan steeds alleen maar doen wat U het liefst en het meest aangenaam is en daarom zal ik tot Uw spoedige wederkomst bij Lazarus blijven en U in mijn hart volgen! Maar wij vragen U allemaal, o Heer en Meester, of U toch gauw weer hier naar ons toe, wilt komen! Want zonder U zal ons bestaan en leven er treurig uitzien.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Hierop gingen wij direct de weg naar het dal op, waarlangs men gemakkelijk in een half uur bij de waard in het dal komt. Lazarus met zijn beide zusters en met Maria van Magdala geleidden Mij tot aan de waard in het dal die, toen hij Mij al van verre zag aankomen, Mij samen met zijn familie direct met open armen tegemoet rende en Mij van de Romeinen nog veel groeten moest doen. Wij pauzeerden even bij zijn huis, en op verzoek van de waard zegende Ik zijn kinderen en zijn hele huishouden, waarvoor Ik van alle kanten innig bedankt werd.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[22] Hierop nam Lazarus met de zijnen afscheid en ging naar zijn huis in Bethanië, waar reeds veel werk op hem wachtte.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Onderweg naar de genoemde herberg had zich evenwel niets bijzonder vermeldenswaardigs voorgedaan en daarom is het ook niet nodig om daar speciaal iets over te vermelden. De leerlingen spraken met elkaar over alles wat er in deze dagen in en rond Jeruzalem was voorgevallen en vroegen Mij ook al gauw om een nadere toelichting op het een of ander, die Ik hun ook gaf; en zo werd deze anders wat saaie weg in een echt opgewekte stemming afgelegd.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik zei: 'Jij moet wel een veel groter offer brengen, als jij vergeving van je zware en vele zonden wilt verkrijgen; want jouw buurman heeft het vermogen dat hij bezit op een eerlijke manier geërfd, maar jij hebt je vermogen als een straatrover naar je toe gegraaid, door arme weduwen en wezen op de schandelijkste wijze af te persen. Zorg dus dat je die schuld in de ogen van God en de mensen zult vergoeden en delgen; want anders zulje geen vergeving van je zonden verkrijgen!'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[23] Daarop bogen deze beide bedelaars en trokken in snel tempo over de bergen naar hun land.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] En Ik zei tegen hem: 'Ja, over jouw huis is nu werkelijk een groot heil gekomen. Maar het was niet nodig geweest om een kalf te slachten om voor Mij en Mijn leerlingen een middagmaal te bereiden, want Ik kijk alleen naar een edel hart en naar een volkomen goede wil; waar Ik dat aantref, zoals bij jou, daar zijn geen geslacht en gebraden kalf en nog verscheidene andere welbereide spijzen nodig. Maar jij hebt dat uit vreugde gedaan, omdat je wist dat Ik vanmiddag jouw gast zou zijn, en daarom neem Ik jouw geschenk dan ook met vreugde aan. Maar lang zullen wij ons niet in jouw huis ophouden, aangezien wij nog een lange weg voor ons hebben.'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Echter ook de waard van de grote herberg aan de heerweg, die naar Tyrus en ook naar andere steden aan de zee leidde, was nog aanwezig bij de waard in het dal; want de Romeinen waren van hier de leidende weg naar het noorden ingeslagen, via welke men in Galilea komt -welke weg ook Rafaël met de jongeren had genomen -en daarom was het voor de herbergier aan de zuidelijke heerweg niet zo nodig om zich naar huis te haasten. Maar aangezien Ik met de leerlingen deze weg moest nemen om in de plaatsen te komen die Ik deze keer uitgekozen had, trok de waard, die nu al bijna zestien dagen niet thuis was geweest, nu met ons mee en vroeg Mij van tevoren alom de genade, op deze dag in zijn huis van zijn gastvrijheid gebruik te willen maken.
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[26] De waard zei: 'O Heer en Meester, alles geschiede naar Uw wil en welbehagen! Ik was met mijn gezin echter een beetje bang geworden dat U misschien toch een andere weg ingeslagen zou zijn; want volgens mijn berekening had U met de leerlingen al ruim een half uur geleden hier kunnen aankomen.'
Hoofdstuk 159: Onderweg naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  394 - 395 - 396 - 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419  ...