Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 409 van 1166

...  397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422  ...
[9] Toen ik 's morgens ontwaakte en uit de grot naar buiten stapte, kwam er ook al een geweldige leeuw heel behaaglijk naar de grot toe, die vermoedelijk zijn woning was. Toen hij mij zag stond hij stil en begon geweldig met zijn staart te slaan. Ik kwam hem met mijn onverschrokken, vaste wil tegemoet en beval hem, terwijl ik hem vast aankeek, om deze omgeving voor altijd te verlaten. En zie, de leeuw keerde zich om en verdween ergens in de woestijn! Datzelfde gebeurde al gauw daarna met twee panters, en op dezelfde dag met een reuzenarend die een oogje op onze grazende geiten had.
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zijn dood was voor mij een verlies van duizend levens. Ik trok daarom met mijn metgezellen zo ver als maar mogelijk was Nijl opwaarts. Daar vonden wij grotten, die ons voldoende beschutting gaven tegen de gloeiende zonnestralen. De grotten lagen dicht bij de Nijl, die met duizend watervallen tussen de machtige rotswanden doorkronkelt. Verder dan tot daar kon je langs de rivier niet meer gaan, tenzij wij veel verder naar beneden naar rechts zouden zijn afgebogen de grote woestijn in en dan de weg van de Nubiërs hadden gevolgd; maar zonder water zouden wij daar, samen met de geiten die we hadden meegenomen, al gauw versmacht zijn. Kortom, bij de grotten vonden we nog een laatste plaatsje waar wat gras groeide en onze dieren voldoende voedsel vonden. En zo besloten wij om daar met onze kleine gezinnen te blijven.
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De man uit Opper-Egypte): "s Nachts kwam mijn vader opnieuw bij mij en zei dat ik goed gehandeld had, maar maakte mij tegelijkertijd met de wil van God bekend, en raadde mij dringend aan, die strikt op te volgen en tot mijn wil te maken; daardoor zou ik dan volledig zeggenschap hebben over de natuur en haar elementen, zoals ook de eerste mensen dat hadden, toen de aarde nog veel gevaarlijker was.
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Toen wij 's morgens weer ontwaakten, vertelde ik iedereen mijn droom en spoorde allen dringend aan, de grote God ernstig te danken voor Zijn bescherming, maar Hem ook vurig te smeken om deze nooit aan ons te onttrekken. Dat deden wij en daarop maakte ik allen bekend met Gods wil, die mij in mijn droom door de geest van mijn vader onthuld was, en ik spoorde allen aan, deze met de grootste liefde, achting en dankbaarheid voor God heel precies op te volgen.
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Allen beloofden mij dat, en kijk, toen werd het plotseling heel licht in onze grot, die zelfs overdag erg donker was, en wij zagen daarin nog meer gangen, die wij moedig onderzochten en waarbij wij nog andere grotten vonden, die verder stroomopwaarts meer of minder gemakkelijke uitgangen hadden! En zo vonden wij een aantal goede woningen, die later door mijn metgezellen bewoond werden. In deze grotten vonden wij ook enkele zuivere naftabronnen. Wij schepten de olie in de lampen die we meegebracht hadden, waarmee we toen onze natuurlijke woningen heel goed konden verlichten. Wij beseften allemaal, dat deze vondst een heel bijzondere genade van boven was, en dankten de grote God daar dan ook heel innig voor .
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Toen we Hem onze dank betuigd hadden, vernamen we een heldere stem, die in goed verstaanbare woorden als volgt tegen ons sprak: 'Doe allen Mijn wil die aan jullie geopenbaard is, dan zullen alle dieren van deze wildernis jullie volgens je wil dienen! Maar jullie mogen alleen maar van hen verlangen wat jullie als voedsel voor je lichaam nodig hebben; daarom moeten jullie voor jezelf ook geen voorraad aanleggen!
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dit alles had een geweldige invloed op mijn hart en gemoed, omdat alles wat mij geopenbaard was metterdaad bevestigd werd. Daarop begon ik verder te zoeken, kreeg een innerlijk woord en handelde volgens hetgeen ik in mijzelf gehoord had. Het meeste lukte mij, alleen wanneer zo nu en dan enige twijfel over het welslagen in mij opkwam, lukte het niet, en ik moest mij dan volledig ontdoen van de geringste twijfel, waarna mij dan alles dermate lukte, dat ik verder aan geen twijfel meer kon denken, en ik ontwaarde binnen enkele jaren datgene in mij wat de geest van Henoch voorheen tegen de Farizeeën gezegd heeft. Want waarheen ik mij in gedachten ook maar verplaatste op de hele aarde, daar was ik dan al meteen aanwezig met mijn ogen, oren, mond, neus, handen en voeten.
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Mijn metgezellen - op één na - hebben het weliswaar nog niet zo ver gebracht; maar zij zijn allen heel goed op weg, en ik heb hen dan ook mee hierheen genomen, opdat zij hier het allerhoogste zullen horen, en de grote God, naar wie ik hen in de geest geleid heb, hier in de persoon van een aan ons gelijk mens kunnen zien en horen. Zij zijn daarom ook nu, net als ik, vol van de grootste vreugde en het hoogste geluk. -En nu weetje dus door mijn heel korte beschrijving, hoe ik en ook mijn metgezellen tot onze innerlijke levensvervolmaking gekomen zijn.
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Jullie hebben het hier echter, als ware kinderen van de Heer, gemakkelijker; maar wij zijn vreemdelingen, en moeten meer doen om door God de Heer ook als kind aangenomen te worden. - Ben je met mijn beschrijving tevreden?'
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Toen ging Ik naar Petrus en zei: 'Wel, Simon Juda, hoe hebben jullie bij deze vreemdelingen Mijn opdracht vervuld?'
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Petrus bracht Mijn opdracht aan de tempeldienaren over, die daarop snel naar Mij toekwamen en zeiden: 'Heer, u heeft ons reeds de grootste bewijzen geleverd, zodat we nu niet de minste twijfel meer hebben over wat en wie u bent, en wij verlangen daarom geen teken meer van U; maar als u er toch een wilt doen, dan zullen wij u zeker uit de diepste grond van ons hart dankbaar zijn!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Omdat Ik ook Heer van de geestenwereld ben, wil Ik nu dat Mijn Abraham hier verschijnt, en tegenover jullie van Mij getuigt; als hij er is, kunnen jullie zelf met hem spreken!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Daarop daalde een lichte wolk op de heuvel neer, en uit de wolk trad Abraham tevoorschijn, boog diep voor Mij en zei: 'Hoe buitengewoon en hoe lang heb ik mij al verheugd op de dag van Uw verschijnen en mijn vreugde overschrijdt nu alle grenzen omdat ik Uw dag op aarde heb gezien! Maar hoe zeer ik mij ook over U verheug, o Heer Jehova Zebaoth, zo weinig reden heb ik om mij over mijn nakomelingen te verheugen! Waarlijk, de nakomelingen van Hagar zijn in hun handelwijze veel beter dan de nakomelingen van Sara!
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] O Heer, laat Uw te grote geduld toch eens varen! O Heer, ik wachtte lang op Izaak; alleen Uw kracht verwekte hem in het lichaam van Sara. Toen hij al een flinke jongen was geworden, verlangde U, om mijn geloof en gehoorzaamheid te testen, dat ik hem aan U zou offeren. Ik onderwierp mij aan Uw wil; maar Uzelf hield mij tegen om het opgedragen werk geheel ten uitvoer te brengen, bezorgde mij een geitenbok, die ik in Izaaks plaats moest offeren, en gaf mij Izaak terug. O, wat deed dat mijn hart goed!
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar Ik zei tegen hem: 'Je weet dat Ik de mensen voortaan niet meer door Mijn ijver, maar alleen door zichzelf wil laten richten, terwille van de enkele rechtvaardigen die nog niet voor de mammon van deze wereld hun knieën hebben gebogen. Daarom laten wij de wereld, die uit vrije wil stom en blind is, nu haar eigen weg gaan en het gericht voltrekken, dat zij zelf heeft veroorzaakt en dat tot haar ondergang leidt.
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422  ...