10915 resultaten - Pagina 409 van 728
... 397 - 398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 ...
[15] De meest ontmoedigende ervaring echter was die welke ik opdeed bij een andere nationaal bekende priester theoloog, tevens leider van een klooster . Nadat ik hem na enig vasthoudend aandringen uiteindelijk bereid had gevonden om dan tenminste enige delen van de N.O. door te nemen, kreeg ik enige maanden later te horen, dat hij er erg van onder de indruk was, maar dat het toch voor hem 'niet hoefde allemaal'. Hij vond de N.O. prachtig, groots, ja magnifiek en geweldig, maar tevens een 'mer a boire'. Hij had in zijn klooster wel wat anders te doen! Zo effectief en definitief had de doofpot gewerkt. Alsof een goddelijke openbaring een vrijblijvende 'take it or leave it'-aangelegenheid is. En alsof het niet een eerste taak van de theologen van de Kerk zou zijn om Gods Woord en alles wat dat pretendeert te zijn, te ijken, te verifiëren en zo mogelijk door te geven aan allen voor wie het bestemd blijkt. Heel deze afhoud mentaliteit binnen het toch zo vreselijk busy Nederlandse theologendom lijkt voor mij op struisvogelpolitiek, of en dat is wellicht een betere kwalificatie -op 'revelatie-allergie'. Immers, een minimum aan organisatie-inspanning plus een minimum aan goede wil zouden die 25 delen van de N.O. in no time -gelet op de 150 jaren, die al verloren zijn -allang geverifieerd kunnen hebben. Trouwens, in Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, en in Duitstalig België zi jn reeds uitgebreide onderzoekingen verricht -ook door R. K. wetenschappers en theologen, maar officieus! Een hele bibliotheek van studies over de N. 0. staat reeds ter beschikking, die in de laatste 25 jaren is bijeengeschreven. Zolang Rome echter niet officieel achter een onderzoek staat, is er van acceptatie en dus van integratie in de leer van de Kerk geen sprake. Intussen blijft elke individuele gelovige voor de aanvaarding van, resp. voor de bevordering en de verspreiding van de Nieuwe Openbaring aangewezen op zijn/haar persoonlijke geweten. En het is dan niet slechts zijn recht, maar zeker ook zijn plicht, om als hij van de juistheid van de N .0. overtuigd is zijn persoonlijke leven daarnaar in te richten; alsook bi j de verantwoordelijke autoriteiten, resp. bij zijn directe kerkelijke overheden op onderzoek van de N.O"aan te dringen!Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons achterhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Want er staat geschreven: "Met de maat waarmee jullie meten, zal jullie wedergemeten worden!" Laat het lot van vorige geslachten een waarschuwing voor jullie zijn. Zolang zij God trouw bleven, waren zij groot en gelukkig; toen zij echter alleen op zichzelf begonnen te bouwen, keerde God de volkeren de rug toe en hele rijken werden van de aardbodem weggevaagd!
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[3] Alle anderen echter, die alles nader aan het hart ligt dan te vorsen naar jullie eeuwige bestemming en zich de middelen tot het bereiken daarvan eigen te maken, jullie bind Ik als jullie Vader en toekomstige Rechter op het hart: Laat af van de wereld en haar vergankelijke genoegens en keer je tot Mij in woord en daad, omdat er nog tijd is! Want het duurt niet lang meer voordat Mijn geduld is uitgeput, en jullie vervallen dan aan het gericht van Mijn toorn. Jullie weten toch immers uit de Schrift, dat het verschrikkelijk is om in de handen van de levende God te vallen. Ook zeg Ik jullie: "Voorwaar, voorwaar, hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen niet vergaan!"
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Ik sprak echter, terwijl Mijn aardse vlees in de greep was van de angst, vanaf het kruis tot de omstanders zeven woorden in de Oud-Hebreeuwse taal, waarvan tot op de huidige dag nog geen juiste uitleg bestaat. Daarom heb Ik in Mijn genade er behoefte aan gevoeld om deze nogmaals, en wel met de juiste uitleg van hun betekenis, voor de toekomstige (d.w.z. de tegenwoordige) tijden te herhalen en zodoende hun zin aan die mensen, die van goede wil zijn, te openbaren.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[8] Toen eindelijk Mijn terechtstelling plaats vond, kwamen Mijn vrienden, die zich heimelijk onder het volk verborgen hadden gehouden, naar het kruis om Mij te troosten en te sterken. De boze menigte wilde dezen echter wegjagen, en slechts door bemiddeling van Pilatus was het voor Mijn moeder, evenals voor Johannes, Mijn lievelingsleerling, en voor nog enkele vrouwen mogelijk om tot aan de voet van het kruis te komen en zo bij Mijn lichamelijke dood tegenwoordig te zijn.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[2] Toen Ik vervolgens aan het kruis werd opgericht, zag Mijn lichaam, dat met bloed en stof was bedekt, er zo deerniswekkend uit, dat zelfs de aanwezige vijanden in hun hart werden ontroerd. Ik zag echter dat het slechts een voorbijgaande opwelling was en hun erbarmen niet Mij gold, maar alleen hun gevoel voor schoonheid. Daarom sprak Ik: "Mij dorst!" - De beulsknechten begrepen alleen niet wat Ik met deze woorden bedoelde, namelijk dat Ik dorstte naar het heil van zovele zielen, die Ik in hun waan te gronde zag gaan. En dus gaven ze Mij, om Mij nog meer te kwellen, gal vermengd met azijn te drinken, wat Ik echter versmaadde.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[2] Om de mensenkinderen toch in elk geval van de eeuwige dood te verlossen, restte de erbarmende liefde van de Godheid niets anders dan de banden van de eeuwige dood te verbreken door de menswording van het eeuwige woord en de dood van de Mensgewordene (Jezus). De tijdelijke vormen van kwaad zijn daardoor echter niet opgeheven. Want de zonde heeft onvermijdelijk straf tot gevolg. En – o, in wat voor een zee van zonden en ondeugden zijn de mensen intussen afgegleden!
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[9] Willen ze op hun schreden terugkeren, dan is dat heel goed. Als ze echter in de slechtheid en verstoktheid van hun hart tegenover Mij volharden, dan zal Ik niet langer wachten en hen als verdord stro in de ijver van Mijn gerechtigheid verbranden.
Hoofdstuk 7: Nawoord - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[7] Na Mijn hemelvaart heeft dit woord tot op de huidige dag aanleiding gegeven tot veel interpretaties. De enig juiste is echter deze, dat elke mensenziel na haar lichamelijke dood al naargelang (de mate van) haar volmaaktheid in een lagere of hogere graad van het licht terecht komt, en dat zelfs zielen, die al aan deze zijde boete hebben gedaan voor al het aardse, eerst alleen het paradijs of de lagere graad van zaligheid kunnen bereiken. Want geen enkele ziel kan, vóórdat zij geheel en al gelouterd en gereinigd is, tot de hoogste zaligheid de liefdehemel binnengaan. - Zo had ook Dismas door de liefde en het vertrouwen op Mij de eerste graad bereikt en was het mogelijk hem het paradijs te beloven.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[8] Ik was al in doodsstrijd, toen Ik de woorden sprak: "Vader, in Jouw handen beveel Ik Mijn Geest!" - Dit is eveneens een moeilijk te verklaren woord voor veel mensen. Want waarom zou Ik, God Zelf, Mijn Geest in de handen van een God buiten Mij bevelen? Dan zouden immers twee goden aan het daglicht treden! Dat is echter niet het geval, en niemand moet zich op een dwaalspoor laten brengen door deze uitspraak. Laat iedereen het veeleer zo opvatten, dat alleen de buitenste omhulling (d.i. de ziel) van Mijn innerlijke goddelijke Geest deze woorden sprak, en deze woorden dus in precies dezelfde zin moeten worden opgevat als toen Ik tijdens Mijn leven op aarde van Mijzelf zei: "Ik, de Mensenzoon, zeg u dit of dat". Op precies dezelfde wijze sprak aan het kruis de levenskracht van de ziel van Mijn aardse lichaam de woorden: "Vader, in Jouw handen beveel Ik Mijn Geest!"
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[20] Nu komen wij tot de uitleg van het vijfde woord, dat Ik aan het kruis heb gesproken. Deze troostwoorden "heden nog zul je bij Mij in het paradijs zijn", sprak Ik tot Dismas, die ter rechter zijde van Mij aan het kruis hing. Deze woorden golden echter niet alleen hem, maar alle mensen, die Mijn leer aannemen en ernaar leven. Waarom Ik Dismas echter alleen het paradijs en niet de hemel heb beloofd, heb Ik al aan het begin van dit boekje duidelijk gemaakt. Spoedig zal de tijd aanbreken, waarin weinigen zich nog slechts het paradijs zullen verwerven, omdat het door Mij wordt toegelaten dat de mensen alles, wat in hun vrije wil besloten ligt, kunnen doen; voordat de grote tijd van Mijn gericht aanbreekt, wordt zelfs aan boze geesten de vrijheid gegeven zich tot hun ommekeer en terugkeer tot het oerlicht te wenden (waarbij echter ook aan Mijn goede engelen de opdracht wordt gegeven om Mijn kinderen te beschermen en hen voor de valstrikken van de satan te bewaren). Dan zal het woord in vervulling gaan: "Er zal een tijd komen, waarin, als het zou zijn toegelaten, zelfs de vromen afvallig zouden worden."
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[11] Hoewel de tekenen van Mijn terugkeer op aarde groter in aantal worden, is het eindpunt echter toch nog niet bereikt. En zolang de aarde niet gereinigd is van al het slechte onkruid, zal Ik niet verschijnen.
Hoofdstuk 7: Nawoord - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[49] Niettemin bevat de zesde brief van Abgarus weer een noodkreet: Tien dagen geleden heeft hier een aardbeving plaatsgevonden, die naar het aanvankelijk scheen praktisch geen schade had aangericht, maar na enkele dagen werd het water bij ons troebel. Iedereen die dit water dronk kreeg hoofdpijn en werd vervolgens geestelijk gestoord, geheel in de war. Er was tot dusverre echter geen kruid tegen gewassen! Daarom smeek ik U Heer in alle nederigheid en met wroeging in mijn hart, dat U mijn volk uit deze nood wilt helpen en redden. Abgarus blijkt nu niet te zijn teleurgesteld, niet geïrriteerd, dat hem na al zijn volgzaamheid! -nu dit ook nog moet overkomen, neen, hij smeekt 'in alle nederigheid en wroeging des harten'! En dat terwijl hij 'weet dat alle machten -zowel goede als kwade! -aan U onderworpen zijn, en op Uw wenk moeten verdwijnen.'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[42] En in dezelfde brief aan Abgarus gaat de Heer in Zijn Heilslessen nog verder, namelijk naar de hoogste en laatste vorm van naastenliefde, t.w de liefde jegens de vijand, doordat Hij -naar het schijnt slechts toevallig -eraan toevoegt: 'In Uw gevangenis zit momenteel een misdadiger tegen Uw staat, die volgens Uw overigens wijze wetten de doodstraf heeft verdiend. Ik echter verzeker U, dat liefde en barmhartigheid hoger moeten worden gewaardeerd dan wijsheid en gerechtigheid! Handel met hem dus liever volgens de beginselen van liefde en barmhartigheid, dan zit Ge met Mij op één lijn, alsook met Hem, Die in Mij is, en van Wie Ik -als op U gelijkend mens -ben uitgegaan!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[40] En wat leert nu deze Stem? 'Weest voortaan uiterst barmhartig, dan zult Ge zelf ook grote barmhartigheid ondervinden! En vergeet de armen niet! Zij zijn allen Mijn Broeders! Wat je voor hen doet, dat doet Ge voor Mij, en Ik zal het U honderdvoudig vergelden! Zoek wat groots is: Mijn Rijk, dan zullen U tevens de kleinere waarden van deze wereld toevallen. Zoekt Ge echter de kleine dingen, dan zou het wel eens kunnen zijn, dat Ge de grotere waarden niet waardig geoordeeld wordt.'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus