Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 410 van 1490

...  398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423  ...
[13] Pas dan zal Mijn rijk geheel over deze aarde verbreid zijn, en de mensen van de zon zullen met Mijn kinderen van deze vernieuwde aarde een volledig gelijkberechtigde gemeenschap vormen en opgroeien in de liefde van Mijn ware kinderen.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar houd dat wat Ik jullie nu gezegd heb, voor je; want in deze tijd zou het niemand enige zegen brengen als hij dat allemaal ook precies zou weten. Op het juiste moment zal Ik het Zelfde mensen, zodra zij diepere dingen verdragen kunnen, uitvoerig meedelen. Hebben jullie nu allemaal alles goed begrepen?'
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Geliefde Johannes, je hebt hier op deze plaats een heel steekhoudende opmerking gemaakt, en ook Ik krijg er tranen van in Mijn ogen. Maar wat kan er verder nog aan gedaan worden?! Kijk, om ter wille van het behoud van deze muren alle inwoners door een engel des verderfs te laten doden, zou zeker niet erg wijs zijn, maar erg betreurenswaardig; want er leven nu immers nog verscheidene duizenden mensen binnen deze muren die in de loop van de tijd toch nog in Mij zullen geloven! En kijk eens naar die ongeveer zeventig man, en al die tollenaars en die verklede Farizeeën en schriftgeleerden; die zullen reeds vandaag al helemaal in Mij geloven, en zo zijn er ook nog heel veel onder het volk die hierna nog bekeerd worden. Daarom moet deze plaats ook zolang gespaard blijven voor elk te groot uitvallend gericht. Maar wanneer alle goede visjes uit deze vijver gehaald zullen zijn, en daarin alleen nog adders en weerzinwekkende kikvorsen rond zullen zwemmen, dan zal het moment aanbreken om dat ellendige moeras door vuur en aardbeving te dempen.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En tegen het einde van de tijd van deze aardse bevolking -en dus niet van deze aarde -zal het precies zo gaan: De mensen zullen in die tijd weliswaar geen bergen tot hun -diepste fundamenten afgraven, zoals de goud en edelstenen zoekende Hanochieten dat gedaan hebben, ook zullen zij geen Romeinen meer tegen zich in het harnas kunnen jagen; maar zij zullen door allerlei machines, door de kracht van het vuur aangedreven, beginnen om via ongelooflijk diepe schachten en gaten in het binnenste van de aarde te dringen, waardoor zeer brandbare gassen in grote massa's naar de oppervlakte van de aarde zullen komen. En als de atmosfeer te veel met zulke gassen verzadigd zal zijn, zullen deze vrijwel rondom de hele aarde ontvlammen en alles tot as verbranden. Slechts weinig mensen zullen daarbij in leven blijven. Maar die over zullen blijven, zullen dan ook echte mensen zijn. Die zullen dan werkelijk een geheel vernieuwde aarde bewonen, en jullie en velen die na jullie komen en in Mijn naam gewekt worden, zullen hun leraars en leiders zijn.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Alleen deze leerling zei (JUDAS): 'Heer, ik begrijp niet alles!'
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen draaide JUDAS zich om en ging naar Nathanaël, waarmee hij nog het beste kon opschieten, en vroeg hem het een en ander wat hij voordien niet begrepen had, en Nathanaël legde het hem uit. En toen dan ook deze leerling zo ongeveer begreep wat Ik daarvoor aan de leerlingen voorspelde, deed hij of hij in slaap viel en vroeg niets meer.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De Romeinen hebben die groep verklede tempeldienaren op een heel indringende wijze bewerkt, zodat deze uiteindelijk niets meer in te brengen hadden. Twee konden er wel eens dicht bij zijn om in U te geloven, maar de anderen draven er nog steeds over door dat er uit Galilea geen profeet kan opstaan. Maar de geredde vrouw heeft dat heel goed gepareerd door te zeggen: 'U heeft helemaal gelijk, want er staat werkelijk geschreven dat er uit Galilea geen profeet zal opstaan, maar deze man is immers geen profeet, Hij is de Messias, dus de Heer Zelf, die Zich door de profeten van te voren aangekondigd heeft! Er staat echter nergens geschreven dat de Messias Zelf niet uit Galilea zal opstaan! Bovendien heb ik zojuist door deze mannen horen vertellen dat juist deze Heer en Meester, die u vervolgt en aan wie u niet wilt geloven, niet ergens in Galilea, maar in Bethlehem in Judea is geboren en op de achtste dag na Zijn zeer gedenkwaardige geboorte in de tempel besneden werd en de naam Jezus uit Bethlehem kreeg. Maar als de zaken met betrekking tot deze Godmens nu zo staan, hoe kunt u dan zeggen dat er uit Galilea geen profeet opstaat?
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Heer, toen deze bekoorlijke vrouw de tempeldienaren bewerkt had, kreeg zij van alle Romeinen, en de ongeveer zeventig man en ook van alle aanwezige tollenaars volledige bijval, en die daagden de tempeldienaren uit om de gedegen toespraak van de vrouw te weerleggen; maar geen van hen kon haar enig weerwoord geven en dus behaalde de vrouw voor het volk een behoorlijke overwinning op de wijze Farizeeën en schriftgeleerden, -wat een ware balsem voor mijn hart was. Daarom heb ik de vrouw en haar man ook meteen beloofd dat zij daarvoor hun leven lang bij mij verzorgd zullen worden met alles wat zij nodig hebben, -waarover de tempeldienaren wellaatdunkend deden, maar waarover zij toch verder niets dorsten te zeggen.
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen richtte de Romein Agricola zich 'tot de tempeldienaren die het meest ongelovig waren, en zei: 'Vrienden, het is werkelijk heel vreemd en vermakelijk met jullie! Jullie zijn als priesters en leraren van het volk toch zeker wel goed op de hoogte met jullie geschriften en leringen, waarin overduidelijk juist over deze man geschreven wordt. Alle omstandigheden waaronder jullie messias bij jullie zal komen en die in de profeten genoemd zijn, zijn haarzuiver van toepassing op deze man en stemmen met alles overeen. Hoe kunnen jullie dan nog zeggen dat hij niet degene is waarvoor hij zich zelf door woord en daad voor iedereen zichtbaar zonder enige terughoudendheid uitgeeft?!
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Met deze woorden kalmeerde ik de Romeinen en pas daarna kwam ik hierheen, en vraag ik U dan ook of u al deze blinde Farizeeën wilt tonen dat U geen zwakke, maar een almachtig sterke Messias bent!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En DE WAARD zei: 'Of de mensen zijn kleiner -of de zaal is groter geworden! Zoveel mensen heb ik nog nooit in deze ene zaal bij elkaar gezien! En waar zijn al die netjes opgestelde tafels en stoelen vandaan gekomen, en waar komt opeens zoveel brood en wijn vandaan? Ik heb nog geen druppel wijn en ook geen stukje brood opgediend. Hoe gebeurde dat dan? Heeft u heimelijk de bedienden opdracht gegeven om dat te doen?'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] AGRICOLA was buiten zichzelf van bewondering over die onderscheiding en zei tegen Lazarus: 'Vriend, waarom eer je ons pas vanavond op deze wijze en waarom heb je dat niet al gisteravond en vandaag overdag gedaan? Want dit is toch wel zo'n schitterend eerbewijs, dat degenen die dit bezitten dat uitsluitend voor een keizer doen.'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daar hebben wij Romeinen echter nog nooit last van gehad, want bij ons geldt nog steeds het oude rechtsprincipe: Geef ieder het zijne, beledig en bedrieg niemand, en leef deugdzaam! Onderzoek alles en behoud het ware en goede, en wat je doet doe dat verstandig en wees de gevolgen indachtig! -Aan deze principes van ons houdt zich iedere rechtschapen Romein en hij staat met zijn hele ziel voor al het grote en wonderbare open. Jullie vinden van jezelf dat jullie zonder meer al een soort goden zijn; en als er bij jullie iets opduikt dat werkelijk goddelijk is, haten jullie het meer dan de dood en willen jullie er niets van weten of horen. Ja wat voor soort mensen zijn jullie dan?'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Jullie zijn toch ook mensen en hebben voldoende geld, zodat een van jullie zich best in goud en zijde zou kunnen kleden. En in keizerlijke pracht gekleed zou hij zich aan het volk kunnen voorstellen en zeggen: 'Luister volk, ik ben de beloofde Messias der Joden!' -heus, dat zou zelfs de sluwste en vermetelste van jullie niet durven, omdat hij al vooruit zou weten hoe zo'n verklaring door het volk en door zijn vroegere collega's zou worden opgenomen. Wie geeft dan deze onopvallende, heel eenvoudige man de moed om aan jullie en de hele wereld te verkondigen dat juist Hij alleen de beloofde Messias van de joden en eigenlijk van alle mensen van deze aarde is?! En wat Hij over Zichzelf zegt, bevestigt Hij door woord en daad. Als dat nu voor alle ogen en oren van de mensen gebeurt, -waarom geloven jullie dat dan niet? Waarom kunnen wij heidenen het dan zonder enige twijfel geloven -en waarom jullie niet? Omdat jullie vol hoogmoed en vol van de allerlaagste eigenliefde zitten!
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen bond de Romein wat in en zei heel beheerst: 'Dat jullie je de messias zo voorstellen, is ons vandaag tijdens de maaltijd door die Messias waaraan jullie niet geloven en die jullie niet aannemen exact aangetoond. Maar ik zeg jullie: Op zo'n messias zullen jullie tevergeefs wachten! Als jullie echter beweren dat deze Messias ons Romeinen te pas komt omdat Hij zwak is en geen macht heeft, dan zijn jullie kwaadwillige leugenaars en verloochenen jullie wat je maar al te goed van deze man weet! Ik zeg jullie: Deze Ene heeft eindeloos meer macht en kracht in Zijn wil, dan alle rijken van de hele wereld, ook al zijn ze nog zo machtig! Dat weten wij en is ons bekend, omdat wij het van zeer geloofwaardige oog en oorgetuigen tot zelfs in Rome gehoord hebben. En jullie zijn hier en zeggen ons Romeinen onbeschaamd in ons gezicht dat wij Hem goed gezind zijn vanwege Zijn zwakte?! Nu, wacht maar, als Hij terugkomt zullen wij Hem vragen om jullie een proefje van Zijn almacht te geven, dan zullen we eens zien of jullie nog zeggen dat Hij zwak is!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423  ...