Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 410 van 1037

...  398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423  ...
[2] Toen hij vol verbazing naar ons toe kwam, zei hij tegen Mij (de waard): 'Goede en dierbare vriend, direct na uw getuigenis over de grote Man rees in mij het vermoeden dat een van jullie misschien wel een buitengewoon gevolmachtigde gezant van de grote Godmens zou kunnen zijn; want de kleinere zijn vooruit gezonden, en nu volgen de groten. Maar nu ik ook de grootste visbak vol met de edelste vissen aantrof, en wel op uw woord, heb ik nu helemaal geen twijfel meer dat jullie onmiskenbaar gezanten van die grote Godmens zijn, over wie u dat volkomen ware getuigenis hebt gegeven. Eén van jullie zal zeker de belangrijkste zijn, en ik denk dat u dat uiteindelijk bent? Als dat zo is, zeg het mij dan, zodat ik u heel speciaal eer kan bewijzen; want bij ons geldt nog altijd de stelregel: Ere wie ere toekomt!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De waard zei: 'Ja, ze hebben het wel geprobeerd; maar het is hun niet gelukt. Ook die Johannes is daarom al een paar keer hier geweest; maar hem lukte het ook niet om mijn zoon het licht in zijn ene oog terug te geven. En dus moet hij zijn kleine ongemak maar met geduld verdragen. Omdat ik van mening was dat jullie wellicht de nog machtiger leerlingen van de Heer waren, heb ik hem mee naar binnen genomen, in de hoop dat jullie hem misschien kunnen helpen. Maar aangezien jullie dat niet zijn, kan hij wel weer in de keuken aan zijn werk gaan!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De waard zei: 'Maar beste vriend! Kijk toch naar mijn ogen - ik zie met allebei mijn ogen uitstekend! Hoe kan mijn halfblinde zoon dan eerder ziende worden dan ik?'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] 's Morgens was direct iedereen in huis in de weer om een goed ochtendmaal voor ons klaar te maken. Wij stonden ook op van onze ruststoelen en gingen weer naar de gastenkamer, waar de tafel opgesierd was met rijk en kostbaar serviesgoed. Er was veel goud en zilver en het tafelkleed was van het fijnste byssus* (* In de oudheid de benaming voor een met fijn linnen vergelijkbare stof van zeer fijne zijde of katoenvezels, afkomstig uit Indië en Egypte. Er werden bijvoorbeeld mummiewindsels, maar ook sluiers van gemaakt.) en aan de randen waren er goud en parels in verwerkt. Ook de houten banken van de vorige dag waren verruild voor rijk versierde stoelen.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Wie Mij in de toekomst, als Ik weer naar Mijn hemelen terugkeer, werkelijk zal willen vinden, zien en spreken, zal Mij niet in de wereld of in bepaalde huizen, tempels of kamers, maar in zijn meest directe nabijheid, dat wil zeggen in zijn hart moeten zoeken; en wie Mij op die manier zal zoeken, zal Mij ook vinden; maar ook al zal Ik bij hem zijn, zal hij Mij niet herkennen zolang hij in zijn ziel halfblind zal blijven.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Toen merkten de oudsten of priesters maar al te gauw dat er met de godsdienst gemakkelijk en ook min of meer onschadelijk een winstgevende handel verbonden kon worden, en dat het voor de godsdienstige verheffing en geruststelling van de mensen ook heel nuttig was. En zo begonnen de priesters goud, zilver, parels en edelstenen te wegen en ze bepaalden de waarde naar het aantal verschillende dieren, en later ook naar de hoeveelheid graan, vruchten, goed bouwhout, wijn, kledingstoffen en nog heel veel andere dingen.
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Zijn lichamelijk halfblinde zoon duidt het zintuiglijke en het gemoed van de mens aan. Het zintuiglijke is het oog dat deze wereld nog ziet, het gemoed is het oog dat blind is voor deze wereld en haar bekoorlijkheden en daarom naar binnen is gekeerd, maar dat Ik zie en volkomen genees en verlicht. Zodra dit oog levend wordt, overweldigt het weldra het zintuiglijke oog dat de wereld ziet en keert ook dat naar binnen. Als dat gebeurt, wordt de hele mens verlicht en ziende, en ziet en herkent hij Mij al gauw; en dan verbaast hij zich erover dat hij Mij zo lang niet heeft kunnen herkennen, omdat Ik Mij immers allang heel dicht bij hem bevond en gemakkelijk te herkennen was in Mijn werkzaamheid en Mijn spreken en onderrichten door middel van vele feiten.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Dat de armen de rijken benijdden en door allerlei listen hun rijkdom begonnen te verminderen, waardoor diefstal, roof en moord ook niet lang op zich lieten wachten, is een vanzelfsprekende zaak. Want wanneer het materialisme steeds meer de overhand krijgt, gaat het geestelijke te gronde, en uiteindelijk wordt God voor de mensen een oud, versleten, onbeduidend en waardeloos begrip waar ze zich geen voorstelling meer van kunnen maken. Dan worden totale goddeloosheid en daarmee alle denkbare kwaden op de meest gewetenloze manier algemeen gangbaar onder de mensen, de mensen grijpen naar de wapenen, en het deel van de mensen dat zich beter acht probeert het slechtere deel met geweld te onderwerpen; en als dat gelukt is komen er wetten, waarop bij het niet in acht nemen de strengste straffen staan. En zo ontstaan dan de machthebbers en daar tegenover de slaven op aarde.
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Dan zou je vergeefse moeite doen; want hij en zijn vrouw zijn op reis en zullen pas over een paar dagen weer thuiskomen.Als ze naar je toe zullen komen, kun je hun wel vertellen wat er hier tijdens hun afwezigheid allemaal is voorgevallen. Maar laten we nu ongestoord verder eten en drinken!'
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Als ze eenmaal groot en sterk waren geworden in zelfverloochening en zelfoverwinning, werden ze door de wetenschap der overeenstemmingen naar hun innerlijk geleid, waardoor ze tot het levend geloof kwamen en een onbuigzame wil verkregen in vereniging met Gods wil, die ze goed kenden en ook reeds vanaf hun jeugd steeds nauwkeurig in acht hadden genomen; daardoor waren ze ook al in staat om menig teken te doen, omdat hun eigen wil één was geworden met Gods wil en hun geloof, als een waarachtig, levend licht uit de hemelen, in hun verlichte harten geen twijfel meer toeliet.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Als dat allemaal binnen de ware en levende orde was gekomen, werden ze door hun levende geloof en hun bij al hun daden met Gods wil verenigde eigen wil vervuld met Gods geest, ieder naar zijn individuele capaciteiten; daardoor kreeg hun ziel een wijder blikveld en voorzagen ze zodoende ook toekomstige dingen en gebeurtenissen in overeenstemmende beelden, die ze vervolgens opschreven voor de latere generaties.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ook de aartsvaders waren meestal zieners en profeten zonder scholing; want alleen God, aan wie ze zonder twijfel vasthielden en geloofden, was hun school, waar Hij Zijn wil aan hen openbaarde. En zelfs in deze tijd zijn er zieners en profeten geweest, die niet opgeleid zijn in de school voor zieners en profeten; want God kijkt altijd alleen naar het hart van de mensen en niet naar de school waar iemand deze of gene vaardigheid heeft bereikt.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Kijk eens naar Mijn leerlingen! Geen van hen heeft ooit een profetenschool gezien, en toch zullen velen van hen grotere dingen doen dan alle oude zieners en profeten; want alleen Ik ben hun Meester en hun school, en zo zal het voortaan tot aan het einde der tijden van deze aarde zijn en blijven.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarom moeten ook jullie dus niet enkel en alleen loze hoorders van Mijn woord zijn, maar daar direct naar handelen; dan zullen jullie in jezelf het ware rijk Gods ontvangen! Verwacht echter nooit dat het rijk Gods, dat een rijk van het innerlijk leven is, met uiterlijke tekenen en uiterlijke pracht en praal tot de mensen zal komen; maar het bevindt zich binnen in jullie! Wie het in zichzelf zoekt op de manier die Ik jullie heb getoond en het op die manier niet vindt, zoekt in de hele wereld en alle sterren tevergeefs.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Het pad naar het ware, levende rijk Gods is dus heel smal en dikwijls overwoekerd met allerlei doornstruiken. Deemoed en volledige zelfverloochening IS de naam ervan. Voor wereldse mensen is het volkomen onbegaanbaar.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  398 - 399 - 400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423  ...