17481 resultaten - Pagina 42 van 1166
... 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 ...
[11] Wanneer de rabbi van de gemeente in een jaar maar één ware prediking voor de gemeente heeft gehouden en de gemeente daar vervolgens vast en getrouw naar handelt, dan heeft die gemeente ook niet zo gauw meer een tweede prediking nodig. Want voor degene die naar Mijn leer leeft en handelt, hoeft de rabbi van de gemeente niet meer elke sabbat te preken, want voor zo iemand is dan iedere dag toch al een echte sabbat en de ware en levende prediking, die hem door de geest wordt ingegeven, draagt hij in zijn hart.'Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer Ik nu zou zeggen: 'Jij kunt nu weten, willen en handelen zoals je wilt, maar er zal met volledige zekerheid toch alleen maar gebeuren wat Ik wil en tegen jou zeg!', ja, wanneer het zo zou zijn, dan zou Ik echt volkomen zinloos vanuit de hemelen naar jullie mensen afgedaald zijn, en heel Mijn leer die Ik aan jullie geef zou nutteloos zijn!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daarom moeten jullie, als jullie Mijn evangelie aan de volkeren zullen verkondigen, je ook niet bemoeien met de manier waarop zij gewend zijn hun lichaam te verzorgen; want voor iedereen is het voldoende dat hij in Mij en Mijn naam gelooft en volgens Mijn leer leeft; maar zijn lichaam moet hij voeden en verzorgen zoals hij dat van kind af aan gewend was, zodat hij op zijn eigen manier fris en gezond kan blijven.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Ja, ja, Mijn beste vriend en broeder, jij hebt deze zaak heel juist en goed opgevat; want zo was het inderdaad, althans vanuit een natuurlijk standpunt bezien. Maar daarachter zit nog een ongelooflijk veel diepere wijsheid, die echter alleen diegene kan zien die ziet en voelt vanuit zijn innerlijke geest en de dood van zijn materie in zoverre heeft overwonnen als die nog invloed had op de ziel en haar angstig maakte.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Als zij overeenkomstig Mijn leer zullen leven en handelen, zullen zij door hun geest immers ook in alle andere wijsheid binnengeleid worden; maar als ze ook zouden weten wat Ik nu alleen aan jullie heb toevertrouwd, zouden ze thuis vrijwel niets anders meer doen dan vol haast en gretigheid de verschijnselen van de natuurlijke wereld waarnemen en ze trachten te ontraadselen, maar omdat hun ziel nog niet voldoende met hun geest is verenigd in allerlei dwalingen vervallen, wat voor de ontwikkeling van hun innerlijke leven werkelijk niet gunstig zou zijn. Om die reden moeten jullie wat Ik jullie uitgelegd heb voorlopig voor je houden! -Maar nu zullen ze weldra bij ons zijn, omdat ze van Rafaël gehoord hebben waar wij ons bevinden.'
Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Agricola zei: 'Heer en Meester, begrepen hebben wij dit beeld wel, maar zoals ik het begrepen heb, bevat het niet veel vertroostends, zoals wij dat wel uit Uw vele andere lessen en woorden ontvangen hebben. Het is wel waar dat voor het bereiken van een groot geluk ook van tevoren grote offers en inspanningen nodig zijn; maar als men naar mijn mening een volkomen ernstige en vaste wil heeft om volledig volgens Uw leer te leven -wat ik voorzover ik kan beoordelen niet als bijzonder moeilijk en buitengewoon inspannend beschouw, aangezien U immers Zelf gezegd hebt dat Uw Juk zacht en Uw last licht is -dan moet ik nu eerlijk bekennen dat ik uit deze woorden, volgens welke men het rijk Gods in deze dagen en ook in een toekomstige, woeste tijd slechts met geweld en inspanning tot zich kan trekken, het troostende van het zachte juk en de lichte last niet kan ontdekken.
Hoofdstuk 104: De gelijkenis van de hongerige reiziger. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar als jullie Mijn leer, zoals jullie die helder en zuiver van Mij hebben ontvangen, aan jullie broeders geven, zullen ze naar jullie luisteren en de leer ook aannemen; en omdat Mijn woorden kracht, macht en leven in zich dragen, zullen ze ook iets heel anders in het hart en gemoed van jullie broeders teweegbrengen dan alle mogelijke bewijzen op grond van de materiële wereld en de ordening daarvan.
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar wanneer de mensen dan in Mij zullen geloven en ook volgens Mijn leer en dus volgens Mijn wil zullen leven en handelen, zullen ze in zichzelf ook de ware leraar en verdere geleider vinden, die ze in alle andere waarheden zal binnenleiden.
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar Ik zei tegen hen: 'Luister, wie in Mij gelooft, Mijn woord aanneemt en daarnaar leeft en handelt, heeft ook Mijn zegen in overvloed; streef er daarom naar dat ook jullie vrouwen en kinderen, die nu nog sterk aan de loze ceremoniën van de tempel hangen en Mij en Mijn leerlingen heimelijk voor ketters tegen de tempel houden, in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen handelen, dan zal Mijn zegen ook hun ten deel vallen! Maar zoals het hier nu nog met hen gesteld is en zij er alleen maar aan denken dat hun zonen hopelijk ook gauw tot de aanzienlijken van de tempel behoren, ben Ik werkelijk niet genegen om naar hen toe te gaan en hen speciaal te zegenen. Ga hen eerst maar onderrichten, dan zal morgen wel blijken of ze al rijp zijn voor Mijn zegen! Jullie kunnen vandaag hier blijven en die kwestie met jullie vrouwen en kinderen bespreken. Als Ik vanavond hier weer terugkom, kunnen ook jullie weer naar MIJ toekomen!
Hoofdstuk 109: De Heer verlaat Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De waard zei: 'Heer en Meester! Wat moet iemand als wij daar nog aan toevoegen? Dat is een zuivere waarheid en voor mensen als wij blijft er niets anders over dan de zuivere, goddelijke betekenis ervan in voorkomende gevallen ten uitvoer te brengen. Want wat mij goed zou doen als ik in een vreemd land in nood zou raken, dat ben ik ook een vreemdeling in mijn land verschuldigd! Want degenen die in landen en rijken ver hier vandaan wonen zijn immers ook mensen. Ook al hebben ze andere gewoonten en een ander geloof, dan moet men dat naar mijn mening geen rol laten spelen en men moet niet doen volgens de leer van onze Farizeeën, die zeggen dat de ware jood alle heidenen als honden moet beschouwen, zolang ze in hun heidendom volharden, -en dat degene die een heiden een weldaad bewijst zich de toorn van God op de hals haalt en zijn ziel aan de duivel verkoopt. Hij moet zich liever ook tegenover de heidenen vriendelijk betonen en hun laten zien dat hij als jood een goed en vriendelijk mens is; dan zal de heiden hem eerder vragen: 'Vriend, wat is de leer van jouw geloof, waaruit zulke goede mensen voortkomen?', dan als ik mij tegenover hem een harde en bovendien nog vijandig gesloten jood betoon.
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Hierop verklaarde Ik de verborgen geest van de psalm op de manier alleen wat uitgebreider -zoals dat nu tussen haakjes kort en gemakkelijk te begrijpen uiteengezet is. Daarmee was de waard heel tevreden en dankbaar, en alle anderen ook, want zij merkten dat het volledig overeenstemde met wat Ik hun reeds bij andere gelegenheden in begrijpelijke woorden had voorspeld over het lot van Mijn leer en over de verre toekomst.
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar als Ik hun nu leer de volle waarheid te kennen en er zelfstandig naar te handelen, wordt de volste vrijheid van hun zielen daardoor niet in het minst belemmerd, en wat ze zich volgens Mijn leer weldra zullen verworven en bevochten hebben, zal dan hun werk en ook hun volledig eigendom zijn.
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Om deze redenen, die Ik je nu uiteengezet heb, is het voor Mij wel gemakkelijk om het zieke lichaam van een mens te genezen, maar niet tegelijk ook een zieke en duistere ziel. Ik genees de zielen ook wel, maar alleen door Mijn leer, wanneer ze die gelovig aannemen en daar vervolgens hun willen en handelen naar richten. Maar wie dat wil, heeft zich met een dergelijke vaste wil Mijn geest al eigen gemaakt en daardoor een toereikende levenskracht in zichzelf, die hij met het volste recht de zijne kan noemen, ook al ziet hij in dat het toch alleen Mijn kracht in hem is die handelt en heerst.
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Wie dus in de gelegenheid is om de mensen Mijn leer en Mijn wil mee te delen, zal als een trouwe arbeider in Mijn wijngaard van mensenlevens ook zijn loon in Mijn rijk ontvangen. -Heb je dit nu goed in je opgenomen en begrepen?'
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wanneer het eeuwige verder leven van een mensenziel er. nu enkel en alleen van afhangt of men Uw leer kent en er vervolgens naar leeft en handelt, dan zullen er wel weinigen zijn die zo gelukkig zijn om eeuwig te leven! Maar als het anders ligt met het voortleven van de zielen na de altijd enigszins wrede dood van het lichaam, neem ik al mijn menselijke opmerkingen terug en wil ik mij graag op andere gedachten laten brengen.
Hoofdstuk 127: De bedenkingen van de hoofdman over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)