Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 42 van 215

...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...
[6] Als jullie elkaar dus wederzijds van dienst zijn, dien elkaar dan in liefde en ware broederschap, zoals dat in de hemelen algemeen gebruikelijk is! Als iemand een dienst van je vraagt, verricht die dan met alle vreugde en liefde en vraag niet om loon voor het dienstbetoon; want dat doen heidenen ook, die de ware Vader in de hemel niet kennen en hun zeden meer van de dieren dan van een God hebben overgenomen! Het bewijs daarvan leveren nog tot op de huidige dag de oude Egyptenaren, waarvan de eerste onderwijzer die hen tot enig nadenken bracht een stier was, die zij daarvoor dan ook tot op deze dag goddelijke eer bewijzen.
Hoofdstuk 99: Over het ware en het verkeerde dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Eerst werden er hoofdcentraalzonnen geschapen en daaruit ontstonden vervolgens alle talloze andere zonnen en hemellichamen, met daarbij al het andere wat jullie erop, erboven en erin ontdekken en vinden.
Hoofdstuk 103: De ontwikkeling van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daarover zeg Ik: leder die geld heeft, moet, als er een vriend komt die geld nodig heeft en om een lening vraagt, dat niet weigeren. Wie hem het geld leent tegen de wettelijke rente, heeft aan hem reeds een goed werk gedaan, dat ook in de hemel gewaardeerd zal worden. Maar precies zo is het de plicht van de lener, om de geldgever niet alleen gewetensvol het geleende, tesamen met de bedongen rente, terug te betalen, maar nog meer; als hij veel verdiend heeft moet hij ook uit eigen vrije, innerlijke behoefte de winst met de geldlener delen, omdat hij Immers alleen met diens geld de winst gemaakt heeft. Maar de geldlener moet dat niet op een of andere wijze eisen! Dit kunnen jullie allemaal in alle vriendelijkheid doen, maar daarvoor hoef je het andere niet volledig te laten!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "IK zeg: "Niets gemakkelijker dan dat! Ik heb jullie al laten zien hoe ieder mens de weg van de wet moet volgen om tot vrijheid en zelfstandigheid van zijn bestaan en leven te komen. Als er echter een wet bestaat die de mens als van buiten af wordt gegeven, dan moet er toch ook een aandrang in de mens zijn om die wet liever met gemak en plezier te overtreden, ook al is het maar voor even, dan zich er heel streng aan te houden. Zo werden door Mij, voordat al het stoffelijke geschapen werd, geesten in het leven geroepen. Hoe dat plaats vond heb ik jullie al zo beschreven dat je het wel moest begrijpen; want zelf houden jullie tegenwoordig, als je iets tot stand brengt, nog geheel dezelfde volgorde aan.
Hoofdstuk 102: Gedachten en hun verwezenlijking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Hoewel het onkruid oorspronkelijk een noodzakelijkheid is ter bevestiging van een volledig, vrij, geestelijk leven, moet het uiteindelijk echter toch door het vrij geschapen menselijk wezen als zodanig herkend en vrijwillig weggewerkt worden, omdat dit wezen daarmee onmogelijk kan voortbestaan. Het is wel een noodzakelijk middel om het doel te bereiken, maar kan nooit één worden met het doel.
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Kijk, zoals de mensen nu door eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en de daaruit voortvloeiende heerszucht dermate materialistisch worden dat zij zich daarvan gedurende vele duizenden jaren niet volledig zullen kunnen bevrijden, -evenzo waren er eens oorspronkelijk geschapen geesten die ook door de hun gegeven prikkel te egoïstisch, zelfzuchtig, hoogmoedig en uiteindelijk heerszuchtig werden, en het gevolg daarvan was dat zij veranderden in pure materie.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Op dat tijdstip ontwaakt in hen dan de reeds zeer ernstige wil om door het nakomen van de ware goddelijke orde over te gaan in het oorspronkelijke zuiver geestelijke. Velen bestrijden de in hen gelegde prikkel en worden oorspronkelijk geschapen engelen, zonder voorlopig een lichamelijk leven door te maken. Degenen die zich, hetzij meteen op de zon of zelfs op deze aarde wel daaraan willen onderwerpen, mogen dat doen, hetgeen echter ook, dit zij hier nog eens vermeld, bij de eerder beschreven centraalzonnen het geval is, -maar niet zo dikwijls als met name en vooral bij deze planetaire zon, die deze aarde het licht schenkt, dat voornamelijk ontstaat door de grote activiteit van haar geesten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Nu is er dus een planeet ontstaan en die heeft steeds een verschrikkelijke honger, en omdat zij nu nauwere banden met de zon heeft dan daarvoor als komeet, krijgt zij van haar ook voldoende voedsel, dat tegelijkertijd een lokmiddel is om degene die ontsnappen wil steeds dichter en dichter tot zich te trekken en na lange tijden weer geheel in zich op te nemen, - een prijzenswaardige wens van de oorspronkelijk geschapen geesten in de zon, die echter wat betreft de zeer grote planeten, waartoe ook deze aarde gerekend kan worden, zeker nooit op die wijze in vervulling gaat. Want ofschoon de in de planeten verbannen geesten nog zeer stoffelijk zijn, kennen zij de zonnematerie en hebben zij geen speciale behoefte en helemaal geen zin zich nog ooit weer geheel met de zon te verenigen. Zij nemen de uit de zon naar hen toekomende geesten en geestjes als een goede versterking en voeding heel graag op, maar van een algehele vereniging met de zon willen zij niets weten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Het resultaat van zo'n ontwaakte activiteit van geesten die lang in een planeet of in een reeds rijpere komeet lang samengeperst hebben gezeten, is, dat de klomp plotseling geheel uiteenvalt en dat vele duizendmaal duizend en nogmaals duizendmaal duizend geesten verlost worden. De meesten daarvan voegen zich, door zo'n les wijs en verstandig geworden, meteen in de juiste levensorde en worden oorspronkelijk geschapen engelengeesten en nuttige beschermers zowel voor hun minder vrije levensgezellen als ook voor hen die in harde klompen smachten, en zij dragen veel bij aan hun snellere verlossing."
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Juist nu, nu Ik Zelf alle materie zegen doordat Ik Mijzelf in jullie oude vloek heb gehuld en hem daardoor de zegen heb gebracht! De gehele oude orde van de hemelen houdt op en ook de hemelen houden op, en nu wordt op het fundament van de thans door Mij gezegende materie een nieuwe orde en een nieuwe hemel gemaakt, en de hele schepping moet, evenals deze aarde opnieuw ingericht worden. .
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Volgens de oude orde kon niemand die eens in materie gehuld was, rn de hemelen komen; maar van nu af aan zal niemand werkelijk tot Mij in de hoogste en zuiverste hemel kunnen komen die niet, zoals Ik, de weg van de materie en van het vlees heeft doorlopen.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Als dat bij de mens plaats vindt, is alles in hem geheiligd en de ware doop van de geestelijke wedergeboorte bereikt. Door die doop wordt de mens dan een echte vriend van God en is hij innerlijk net zo volmaakt als de hemelse Vader volmaakt is. En Ik zeg jullie uitdrukkelijk, dat je allemaal met al je krachten ernaar moet streven even volmaakt te worden als de Vader in de hemel volmaakt is! Wie niet zo volmaakt wordt, komt niet tot de Zoon van de Vader.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Verzorg daarom de boompjes opdat zij regelrecht naar de hemel groeien en zuiver ze zorgvuldig van alle wildgroei; want als de bomen eenmaal groot en sterk zijn geworden en hun stam lelijke kronkels heeft, die ontstaan zijn door de slechte winden, dan zullen jullie deze ondanks al je krachtsinspanningen niet meer recht kunnen buigen !
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik voeg het volgende daaraan toe: "Voor degene die niet gelooft en niet in en door Mijn naam en Mijn woord gedoopt wordt met water en geest, zal alles bij het oude blijven! Zij zullen aan gene zijde niet in Mijn rijk komen en Mij aanschouwen, maar zij zullen aan de buitenste grenzen van Mijn rijk blijven, waar veel duisternis en nacht zal zijn en veel gehuil en tandengeknars. En het zuivere levenslicht van de hemel zal hen slechts bereiken zoals het licht van een kleine vaste ster tot deze aarde doordringt, en zij zullen van Mijn ware levenshemelen evenveel weten als de mensen hier nu van het uiterlijk van de vaste sterren en wat zich daarop bevindt. En ook al denken de mensen dag en nacht gedurende duizendmaal duizend eeuwen erover na wat die glanzende punten daar boven zijn, dan zullen zij na deze lange tijdsduur evenveel weten als nu. Wel zullen er in de loop der tijd mensen komen die apparaten uitvinden om ver verwijderde voorwerpen zo te kunnen zien alsof zij vlak bij staan; maar met de vaste sterren zullen zij dat nooit bereiken, omdat deze veel te ver van de aarde af staan.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De echte en voor Mij alleen geldige doop is die met het vuur van de liefde tot Mij en de naaste, en met de levende, vurige wil, en met de heilige geest van de eeuwige waarheid uit God. Deze drie punten zijn het die in de hemel voor iedereen een geldig getuigenis geven. Het zijn: de liefde, als de ware Vader; de wil, als het levende en daadwerkelijke woord of de Zoon van de Vader; en tenslotte de Heilige Geest, als het juiste begrip van de eeuwige en levende waarheid uit God, maar dan levend werkzaam in de mens en alleen maar in de mens! Want wat niet in de mens is en niet uit de geheel eigen wilsimpuls geschiedt, heeft voor de mens geen waarde en omdat het voor de mens geen waarde heeft en kan hebben, daarom kan het ook voor God geen waarde hebben.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...