Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 42 van 1037

...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...
[10] Dan gaat Ahab snel naar Mij toe tussen het volk door en begrijpt nog steeds niet hoe Ik dat allemaal kon weten.
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Dat ik tegen mijn oude collega's gelogen heb, vind ik zelf geen zonde, vooral als ik hier een man, zoals U, beschermen kan tegen de vervolging van mijn collega's, waaraan iedereen blootgesteld is die naar hun vermoeden ook maar een vonkje beter inzicht en helderder verstand heeft dan zij. Maar behandelt U nu eerst deze zieken, anders zouden de oude schurken toch nog eerder hierheen komen dan dat ik ze ga halen!'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Ik zeg tegen Ahab: 'Kijk, ze zijn allen reeds genezen! De blinden zien, de lammen lopen, de doven horen, de stommen spreken, en allen die met wat voor kwaal dan ook hier gebracht zijn, zijn nu weer vol leven en geheel gezond! Ik zal hen nu zeggen dat ze naar huis moeten gaan, en dan kan jij je collega's hierheen brengen en ze vooraf vertellen wat je hier hebt gezien.'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Toen zei Ik tegen alle genezenen dat ze naar huis moesten gaan, en waarschuwde ze allen dat ze het gebeurde niet in het land rond moesten vertellen en vooral niet in Jeruzalem, als ze daar eventueel zouden komen. Allen beloven Mij dat ze niets zullen vertellen, en danken Mij vervolgens met tranen in de ogen.
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ahab gaat nu weg en haast zich naar zijn collega's. Als .hij bij hen komt, bestoken ze hem allemaal met vragen en zeggen: Maar in de naam van de tempel, wat deed je dan zo lang?! Wat een angst hebben we om jou uitgestaan! Hoe staat het er nu mee? Wat .doet.de tovenaar? Hoe is het met je gegaan? Komen de soldaten al? We zitten in een lelijk parket. Weet je daar dan nog niets vanaf!?'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De ouden antwoorden: 'Stel je toch eens voor! Nog maar net een halfuur geleden komen hier drie burgers, Joden, Uit deze plaats; zij deelden ons mee dat de hele markt Jesaïra zonder enige uitzondering overgegaan is naar de Grieken en dat wij hier nu niets meer te zoeken hebben! Wat zeg je daarvan?! - Reken maar, dat dat allemaal het werk is van deze verwenste tovenaar, want hij is niets anders dan een helse apostel die bezeten is door de geest van Beëlzebub! Ja, wat zeg je daar wel van?!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ahab antwoordt: 'Dat is best mogelijk, hoewel ik er niets van gezien heb. Er staan nog wel een hoop mensen van beiderlei kunne voor het huis van Baram, merendeels Grieken die ik goed ken, en ze bespreken allerlei dingen met de zeer bescheiden magiër, of wat hij dan ook zijn mag; maar ik heb niets meer gezien van wat voor zieke dan ook. Misschien heeft hij ze genezen toen ik hier voor jullie de wacht hield. Maar, zoals ik al zei, laten we er nu naar toe gaan, dan kunnen jullie jezelf er van overtuigen hoe de zaken er daar voorstaan!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Dan vragen de ouden nog: 'Loopt ons leven geen gevaar?' En Ahab antwoordt: 'Wat is dat nu toch weer voor een domme vraag! Is het hier dan veiliger voor jullie?! Omdat alles zo in ons nadeel is veranderd, is het voor ons allemaal beter naar buiten te gaan waar we onze voeten nog kunnen gebruiken dan ons hier tussen de vier muren om te laten brengen!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] 'Ja, ja', zeggen de ouden daarop, 'je hebt gelijk; laten we dus naar buiten gaan en al onze schatten achter slot en grendel bergen, want ze zijn erg waardevol!' Ahab zegt: 'Heel goed, - laten we maar gaan; wie zal er nu klaar staan om onze schatten te stelen?! De mensen hier hebben nu wel wat anders te doen dan aan onze schatten te denken!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De Farizeeën antwoorden: 'Wij zwijgen, omdat wij door de geest van God verlicht, altijd weten en begrijpen wat de mensen behoren te weten en wat wij bijgevolg moeten zeggen. Niet, omdat wij het niet zouden weten, maar -omdat wij het niet mogen, willen wij jullie ook geen rechtsgeldig bewijs geven naar aanleiding van jullie vraag. Het betaamt jullie alleen maar om alles te geloven wat wij jullie leren, en niet om dat zelf uit te zoeken; want God heeft ons aangesteld om alle dingen tot op de kern te onderzoeken, de geheime zaken voor ons te houden en het volk alleen maar datgene te vertellen wat het nodig heeft. Begrijpen jullie ons nu?!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Daarop zegt het volk: 'O ja, we hebben jullie heel goed begrepen, en omdat we dat al een tijdlang doen, zijn we juist vanwege dat maar al te goede begrip overgegaan naar de Grieken die niet zulke praatjes over geheimen verkopen! Daar heb je Aristoteles, Pythagoras, Plato en Socrates, en hun werken en geschriften zijn helder en waarachtig. Maar bij jullie wordt alles steeds meer in het diepste duister gehuld, zodat men geen handbreed voor of achter zich kan zien.
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Dat is mooi!', zegt het volk, 'Ze zeggen, dat de duivel dom is, en dat je zijn leugens van het voorhoofd af kunt lezen; maar jullie zijn nog tien keer zo dom, -want jullie leugens kun je al met je klompen aan voelen! Weet je niet meer dat wij al jullie gewassen met onze ossen en ezels naar Jeruzalem naar de markt hebben gebracht, en dat we precies weten aan wie wij jullie gewassen verkocht hebben!? En jullie zijn brutaal genoeg om tegen ons te zeggen dat je het Griekse gewas aan de heidenen verkocht hebt, opdat ze nog meer verdoemd zouden zijn! Als je je al met leugens wilt schoon wassen, lieg dan een beetje slimmer zodat het niet lijkt alsof wij nog dommer zijn dan jullie en dat het voor ons geen verschil zou maken om zonder enig bezwaar zwart in plaats van wit en wit in plaats van zwart te kopen! -Nee, hoe kan iemand zo afschuwelijk liegen! Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Toen Ik aan de oever kwam, en u, door het vuur naar het schip gelokt, snel naar de oever kwam, genas Ik voor uw ogen de blinde, stomme en tevens bezetene, Het volk herkende ogenblikkelijk de Goddelijke kracht in Mij en begroette Mij als de zoon van David; zelf herkende u het in uw hart ook, Maar omdat u meende, dat zo'n erkenning u in alles zou benadelen, zei u tegen uw innerlijke overtuiging in dat Ik zulke daden deed met behulp van de opperste duivel! Wie heeft u daarmee echter kwaad gedaan?! Kijk, niemand -dan alleen uzelf!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Wat ernstiger zeg Ik: 'Zo had u moeten denken, oordelen en spreken: Ieder rijk, dat in zichzelf verdeeld is, wordt chaotisch, en iedere stad of ieder huis in zichzelf verdeeld zijnde, kan niet bestaan! (Matth,12:25) Als de ene satan de andere verdrijft, dan is het toch duidelijk dat hij eerst zijn eigen mening heeft moeten veranderen! En dan vraag Ik: Hoe kan zijn slechte rijk dan stand houden?! (Matth. 12:26) Naar Mijn mening ligt dat toch wel voor de hand!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar God had medelijden met Zijn volk en wilde het nu weer helpen, en daarom heeft God Mij dan ook naar u toegezonden. Als dit nu dus klaarblijkelijk het geval is zoals u zelf ziet, waarom verstrooit u dan weer alles wat Ik verzamel?!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55  ...