Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 412 van 1088

...  400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425  ...
[10] Twee jaar geleden, zo ongeveer in dit jaargetijde, bevond ik mij met mijn gezin en enkele dienaren op de beschreven plaats en had juist het grootste en beste deel van de goede oogst onder dak gebracht. En aangezien het na gedane arbeid goed rusten is, rustten wij dan ook op een mooie avond op het ruime bordes van ons torenhuis en keken vandaar naar de zee met haar golvenspel, de vissersboten die op de zee ronddobberden, waarvan er ook enkele met hun vangst stevig naar de oever roeiden, en zo was er bij de ondergaande zon nog veel bijzonders te bekijken, wat onze zee steeds in rijke mate oplevert.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Toen ik nog zo in gesprek was, maar intussen mijn blik toch over de wijde rustige vlakte van de zee liet dwalen, om te zien of er niet hier of daar iets te ontdekken viel waar men meer aandacht aan zou kunnen wijden, zag ik vanuit het oosten een sneeuwwit wolkje snel op ons eiland afkomen. En hoe dichterbij het kwam, des te helderder en groter werd het. Heel dicht bij het eiland werd het zo helder, dat de zee door het licht ervan in de wijde omtrek zo sterk verlicht was, dat men alles veel nauwkeuriger kon onderscheiden dan bij het licht van de volle maan.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Het wonderlijke wolkje bleef nu onveranderlijk om ons huis hangen en week noch naar links noch naar rechts, en wij werden erg bang, zodat wij het gereedstaande avondmaal niet durfden te gebruiken.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Wij hadden nog maar nauwelijks de grote kamer bereikt, of het wolkje was al bij het torenhuis en verspreidde door zijn sterke straling een bijna daghelder licht in het hele huis, dat helemaal door het wolkje omhuld was. Wij waren met velen in huis, allemaal moedige en heel koelbloedige lieden, en toch durfde niemand naar buiten te gaan om te onderzoeken wat er toch aan de hand was met dat wonderlijke wolkje. Ja, nieuwsgierigheid en vooral mijn weetgierigheid spoorden ons aan om naar buiten te gaan en te onderzoeken hoe ver het wolkje zich over het huis uitgespreid had, maar toch konden wij onze vrees niet zover meester worden, dat wij onze nieuwsgierigheid en weetgierigheid hadden kunnen bevredigen.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Toen mijn dienaar uitgesproken was, kregen wij moed en gingen naar buiten om ons wolkje te bekijken. Maar wij waren nog maar nauwelijks buiten, of het wolkje verhief zich en trok zich heel snel weer terug naar waar het vandaan gekomen was. Wij keken het wolkje net zo lang na, tot het in de verte helemaal uit onze ogen verdween. Daarop gingen wij nadenkend gestemd weer het huis binnen, aten welgemoed ons maal en begaven ons daarna spoedig te ruste.'
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ook de bewoners van het dorp vroegen ons nu hier, dan daar, wat dat voor een licht geweest was. En mijn oude, trouwe dienaar, die zich nu hier in het huis van mijn vader bevindt omdat ik hem op al mijn reizen meegenomen heb, deed weer zijn mond open en vertelde de vragers de toedracht geheel volgens de waarheid en voegde er tenslotte ook weer zijn mening aan toe; en allen die naar hem luisterden prezen zijn opvatting.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De schippers zeiden dat ze in het rijk der joden, waar ze toch eerst heen moesten varen, ijverig naar deze kwestie zouden informeren, en als ze over ongeveer een half jaar weer hier zouden komen, zouden ze ons getrouw meedelen wat ze te weten waren gekomen. Daarop voeren de schippers weldra weer af en wij hielden ons weer bezig met onze zaken en werkzaamheden, en die dag liep alles zo op rolletjes, dat het een regelrecht wonder leek te zijn.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Op die dag begaf ik mij met mijn personeel iets eerder naar boven naar ons torenhuis, in de eerste plaats omdat onze zaken en werkzaamheden voorspoedig verliepen en wij eerder klaar waren dan anders, en ten tweede, eerlijk gezegd, om ook deze avond weer te kijken of er zich wellicht weer zo'n wolkje uit het oosten zou laten zien. Mijn vrouwen ook mijn kinderen verheugden zich er erg op.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wie kunnen deze mensen anders zijn dan alleen de hoge goden?! De aardse mensen hebben in onze tijd ieder geloof in de goden verloren, en de aanzienlijken hebben zich al sinds lange tijd in de armen geworpen van verschillende filosofen en wijsgeren en ieder bestaan van de goden tot een inhoudsloze fabel gemaakt, die zelfs voor het gewone volk nauwelijks meer deugt; maar de hoge goden hebben zich nu waarschijnlijk weer eens opnieuw ontfermd over de blinde en ongelovige mensen en zijn nu in het nog meest gelovige rijk van de joden in mensengedaante naar de aarde afgedaald, om hun te tonen dat zij, de eeuwigen, blijven bestaan, ondanks het feit dat ze nu al door ontelbaar vele wijsgerige atheïsten volkomen geloochend worden. Heel veel Grieken en Romeinen reizen er nu heen en overtuigen zich nu zelf van deze wonderbaarlijke waarheid.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Die avond was de zee iets onrustiger dan de voorgaande avond en de vissers voeren dan ook eerder met hun vangst naar huis. Ook een paar andere schepen, die uit het zuiden kwamen en de tamelijk onrustige zee niet schenen te vertrouwen, koersten op onze veilige haven af en de schippers hingen de trossen van hun vaartuigen weldra aan onze stevige havenbolders, wat een zeker teken was dat zij een storm vreesden en tenminste die nacht in ons dorp zouden blijven.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ondanks het luide razen en bruisen van de zee zaten wij echter heel welgemoed op ons bordes bij elkaar en richtten onze blikken naar het oosten, om te kijken of het wolkje van gisteren zich niet weer ergens wilde laten zien. En het duurde inderdaad niet lang, of daar was het wolkje ver in het oosten alweer zichtbaar geworden en maakte dezelfde beweging als gisteren, zoals ik al verteld heb.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Maar zodra het wonderbaarlijke wolkje ook maar zichtbaar was geworden, ging ook de storm op wonderbaarlijke wijze direct liggen, en binnen enkele ogenblikken zag men vanuit de kalme zeespiegel de sterren alweer naar ons schitteren.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Daarop verhief het wolkje zich weer en trok snel weer weg naar waar het vandaan gekomen was.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Kado:) 'Wij wilden ons, net als anders, direct na de maaltijd ter ruste begeven, maar het liep deze keer niet helemaal zoals wij gedacht hadden; want er kwamen enkele mensen uit het dorp naar ons toe, die vroegen of ze mij konden spreken. Onder hen bevond zich ook onze dorpspriester , die in een kleine tempel van Apollo en Zeus diende en bovendien de uren van de dag, de planeten, de sterrenbeelden en ook de winden moest observeren, om aan de hand daarvan bepaalde noodzakelijke voorspellingen te doen.
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] En mijn oude dienaar zei: 'O, wat zouden onze wijsgeren, die aan niets anders dan alleen hun eigen verstand geloven, er van zeggen, als ze dit samen met ons beleefd en gezien hadden! Ja, ja, de mensen die met een goed hart en een vaste wil de goden en hun ware levenslicht zoeken, en zich niet zo gemakkelijk laten meeslepen door alle wereldse twijfelaars, zullen uiteindelijk ook vinden wat ze zochten -wat evenwel geen enkele wijsgeer vindt. De goden staan zeker niet welwillend tegenover degene die hun bestaan ontkent, maar wij zullen van nu af aan van gans er harte de goden steeds meer toegedaan zijn en zullen hen ook zelf gaan opzoeken in dat rijk, waar ze nu als zichtbare mensen rechtspreken en heersen, naar men zegt, en wij zullen hun onze hoogste verering en een ware offerdank brengen voor de genade, dat zij ons door middel van dat lichtwolkje op dit verlaten eiland hebben bezocht!
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425  ...