Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 412 van 1490

...  400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425  ...
[3] Waar is dat volk dat in de duisternis wandelt? Waar is het duistere land, en wie is dat licht? Geef antwoord op deze toch wel erg gemakkelijke vraag!'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Wel, blinde vriend, wat zegje van deze buitengewone ontboezeming van de grote profeet? Tot wie is die wel gericht? Wijzen alle tekenen er niet onomstotelijk op dat de Heilige Israëls onder ons is?'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ROMEIN zei: 'Vriend, dan ben je erbarmelijk slecht ingelicht! Ik als heiden zeg je dat wat nu reeds honderdduizenden je zouden zeggen: De Heilige Israëls zit daar aan de tafel bij degenen die heel goed en nog veel beter op de hoogte zijn van wat ik je zoëven gezegd heb! Je weet nu, zoals ik je ondubbelzinnig bewezen heb, datje sinds je kinderjaren nooit in een god geloofd hebt. Wat verhindert je dan nu in deze ware Heilige Israëls te geloven, die de enige is van wie je het eeuwige leven kunt ontvangen?'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Ik weet maar al te goed dat onze hele Mozes en alle andere grote en kleine profeten niets anders zijn dan beelden uit de fantasie van vele oude priesters, en dat geen enkel woord waar is over een mogelijke godheid heidens of joods -; maar de dweepzieke mensen hebben nu eenmaal in hun nietszeggende fantasie een god uitgedacht, en ons daarmee voor de lichtgelovige volksmenigte een erfenis nagelaten, en wij dwazen cultiveren en houden deze oermenselijke onzin in stand zolang het gaat. Als dit systeem van ons eenmaal aan het wankelen raakt, delven wij het onderspit, -wat mij nu reeds maar al te duidelijk is.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij Romeinen en Grieken behoren beslist niet tot de erg lichtgelovige mensen en zijn scherpzinnig genoeg om een mens die iets uitzonderlijks laat zien van alle kanten te testen. Ook in de sfeer van de magie zijn wij helemaal doorkneed, en zowel de Egyptische alsook de lndo Perzische geheimen zijn ons beslist niet onbekend; maar dingen zoals deze man doet, met daarbij Zijn woorden en onderricht, heeft geen mens nog ooit gedaan of gesproken. En dat zijn toch voor iedere vrij denkende mens bewijzen genoeg die hem zeggen: 'Kijk, hier is geen mens meer, maar een God, aan wie wij de hoogste eer verschuldigd zijn!' Dan komt het er niet meer op aan dat men dat alleen maar gelooft, maar dat men komt, ziet en de onmiskenbare God aanbidt en liefheeft!
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar de waarheid herkent alleen hij, in wie de waarheid al thuis is; wie dit licht van de ziel echter niet heeft, kan ook net als jullie dit licht nooit herkennen. Jullie willen de werken en wat deze godmens leert onderzoeken?! Dan vragen wij, Romeinen, jullie, waarmee je dat wilt doen. Wie testen wil moet zich vooraf zelf allerlei kennis en vaardigheden grondig eigen hebben gemaakt. Maar waar moeten jullie je dat ooit eigen gemaakt hebben? In jullie verroeste tempel zeker niet, -en verder zijn jullie ook nergens heen geweest waar jullie iets goeds, nuttigs en degelijks hadden kunnen leren. Jullie oude Schrift begrijpen jullie niet en jullie nieuwe Schrift is geen stuiver waard. En wat kennen jullie nog meer?! Daar jullie dus heel zeker verder niets anders kennen, hoe en waarmee willen jullie dan deze godmens testen? Zeg zelf eens of wij Romeinen jullie niet helemaal door hebben!'
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik wil met jullie zevenen een weddenschap om duizend pond goud aangaan dat jullie mij op geen enkele vraag die ik persoonlijk bedenken kan, het juiste antwoord kunnen geven. En als het zo zeker is dat jullie dat niet kunnen, hoe zou je ons dan willen bewijzen dat deze godmens niet de volkomen juiste en ware Messias is? Laat jullie knapste kop hier komen, en zelfs met hem ga ik die genoemde weddenschap aan! Als tegenbewijs zal ik dan deze godmens, in jullie bijzijn de moeilijkste vragen stellen en dan verwed ik er tienduizend pond goud onder dat Hij mij alle beantwoorden zal. Als Hij echter mij vragen zal stellen, zal ik Hem er op duizend vragen niet één kunnen beantwoorden, hoewel ik zeker duizendmaal zoveel kennis heb als de meest wijze van jullie.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] 'Wee de schriftgeleerden die onjuiste wetten maken, en deze gebruiken om een onrechtvaardig gericht uit te schrijven teneinde het belang van de armen te verkrachten en het goede recht van de armzaligen onder Mijn volk geweld aan te doen, zodat daardoor de weduwen hun prooi en de wezen hun buit moeten worden! Wat denk je te doen op de dag van het grote gericht en op de dag van de grote beproeving die van ver weg over jullie heen zal komen? Naar wie wil je dan vluchten om hulp te krijgen? En waar zullen jullie je eer laten om te voorkomen dat deze onder de gevangenen gebogen zal worden en onder de verslagenen zal vallen? In dat alles houdt de toorn des Heren niet op en Zijn hand is over jullie uitgestrekt.
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE ROMEIN zei: 'Ik zie, dat je hier heel duidelijk een onwaarheid zegt Kijk, ik heb zelfs in Rome in het openbaar door een van jullie apostelen al jullie profeten horen voorlezen en uitleggen, en nog helemaal niet zo slecht! Die apostel hield zijn voordrachten bijna gedurende een heel jaar in het openbaar, en bij degene die zich persoonlijk alles dieper en duidelijker wilde laten uitleggen, kwam hij aan huis en gaf hem onderricht voor een door hemzelf te bepalen bedrag. Ik zelf heb mij volle drie jaar privé door hem laten onderwijzen. De apostel was volgens zijn zeggen ook een priester uit jullie tempel. Waarom kon en mocht hij dan ons Romeinen zeer ver buiten jullie tempel de profeten uitleggen en waarom jij nu niet? Kijk, dan zal ik je ook nu weer de ware reden zeggen waarom je deze tekst niet wilt uitleggen! Luister! Je bent bang voor het volk hier, - hoewel je voor God, aan wie je niet gelooft, helemaal niet bang bent! Want het volk weet dat zij het volk zijn dat door jullie, schriftgeleerden in de duisternis gaat, en dat het ook juist dit land is, dat door jullie al sinds lange tijd duister gemaakt werd.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Daarna zal hoogstwaarschijnlijk de leer van deze zeer wonderbare mens een tijdlang voortwoekeren; maar uiteindelijk zal ook die het zelfde lot te wachten staan. Want alles wat de sterfelijke mens opricht, vergaat net als hijzelf; alleen dat wat een eeuwig onbekende God geschapen heeft, blijft ook eeuwig hetzelfde, zoals bijvoorbeeld zon, maan, sterren en deze aarde. En nu heb je dus van mijzelf gehoord dat ik persoonlijk nergens in geloof, maar de oude dingen en zaken ter wille van het arme volk overeind houd, omdat anders onder het volk de grootste ongeciviliseerde toestanden zouden uitbreken waardoor alles te gronde zou gaan, omdat nu zelfs ondanks al onze waakzaamheid al zoveel gebeurt wat de mensheid beslist niet tot eer strekt.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Mij en vele anderen die ook hier zijn, viel die genade ten deel; daarom weten wij nu ook allen wat de maan, wat de zon en wat de sterren zijn. Omdat jij dat niet weet en nog niet eens zoveel weet als de Essenen weten, die wij Romeinen heel goed kennen, daarom heb je ook deze vierde vraag heel ontoereikend en onjuist beantwoord. Als je je daarvan zelf wilt overtuigen, hebben wij wel middelen om je er ook van te overtuigen.'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] DE FARIZEEËR zei: 'O, dat hoeft niet! Want mensen zoals jullie, die helemaal ingewijd zijn in alle magie en toverij, zouden mij nog ver boven de wolken in de zon kunnen toveren, - en voor zo'n luchtreis voel ik niets! Ik geef mij al gewonnen en geef toe dat ik ook deze vierde vraag vrijwel met beantwoord heb. Stel me dus maar de vijfde vraag!'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] DE ROMEIN zei: 'Het zal bij alle vragen wel zo met je gaan! Datje niet veel van de hemel afweet heb ik al gezien; misschien vergaat het je op deze aarde beter!
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE ROMEIN zei: 'Dan zul je niets verliezen! Of ik echter deze zaak zelf net zo min begrijp als jij, is een andere vraag, en dat zal later nog wel blijken. Nu ben jij aan de beurt om wat te zeggen!'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daaruit kun je wel zien dat ik nergens in geloof, en wel het allerminst in zo'n God die eens de mensen van deze aarde wetten gegeven zou hebben. Als er een God zou bestaan Die alles uit Zichzelf geschapen zou hebben, zou hij door de macht van Zijn wil belangrijke wetten in de natuur hebben vastgelegd, maar dat zo'n wezen ooit een mens bepaalde morele wetten gegeven zou hebben, geloof ik voor mij alleen al daarom niet omdat Hij eens in de oudheid slechts één mens voor alle mensen wetten gegeven zou hebben, terwijl volgens mij toch alle mensen gelijk zijn. Nu ik dus aan je heb laten zien hoe ik ben en wat ik denk, vraag ik je mij geen vragen meer uit onze Schrift te stellen, want ik geloof niet in de echtheid daarvan!'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  400 - 401 - 402 - 403 - 404 - 405 - 406 - 407 - 408 - 409 - 410 - 411 - 412 - 413 - 414 - 415 - 416 - 417 - 418 - 419 - 420 - 421 - 422 - 423 - 424 - 425  ...